Droom je van een eigen restaurant, koffietentje of bed & breakfast? Enthousiasme alleen is geen garantie voor succes in de horeca. Toch hoeft het niet bij dromen te blijven: het roer kan écht nog eens om.
De horeca lonkt
De kinderen zijn het huis uit. Je hebt niet zoveel zin meer in je werk. Of misschien heb je na de zoveelste reorganisatie geen baan meer. Een nieuw bestaan in de horeca lonkt. En je gaat dat helemaal op je eigen manier doen. Het goede nieuws is dat je zonder diploma aan de slag kunt als restaurateur of hotelier. Maar: dat betekent niet dat het simpel is. Een beginnend horecaondernemer moet rekening houden met regelgeving, te halen certificaten, vergunningen en financiering. Zaken die stuk voor stuk kunnen uitgroeien tot fikse hoofdpijndossiers. Begin dus met de vraag: waaróm wil ik dit?
Hard werken
Gaat het om gezelligheid en avontuur, dan kun je ook zelf lekker uit eten gaan en hotelletjes boeken. Dat is goedkoper en leuker dan een zaak opzetten die niet goed loopt. Want lekker makkelijk geld verdienen is er in de horeca niet bij; veel startende ondernemers moeten noodgedwongen weer stoppen. Ondernemen in de horeca is leuk, zegt chef-kok en consultant Robert Kranenborg. “Maar bedenk wel dat het voor vijf procent leuk is en voor 95 kei- en keihard werken. Reken maar op tien tot twaalf uur per dag, en dan vaak zes, zeven dagen. Je bent ook veel tijd kwijt aan administratie en inkoop.”
Eerst een plan
Toch beginnen? Ga dan bij jezelf te rade of het bedoeld is als fijne bezigheid met bijverdienste of dat u er een volledig inkomen uit moet halen. Het thuis verhuren van twee kamers aan toeristen is van een andere categorie dan het runnen van een hotel of restaurant. De financiële risico’s zijn kleiner maar de kans op een goed inkomen eveneens. Een leuk eettentje heeft niet meteen gasten die zich voor de deur verdringen met de portemonnee al in de aanslag.
Tips
Waar je aan het begin vooral aan moet denken? Christian Severijns, teamleider bedrijfsadvies bij Koninklijke Horeca Nederland geeft vier tips om je op weg te helpen:
1. Onderwerp jouw droom aan een realiteitscheck. Doe die roze bril af. Waarom zou een gast uitgerekend naar jou toekomen en hoeveel geld is hij of zij bereid uit te geven? Hoe zit het met de concurrentie? Severijns: “Een goede voorbereiding met een analyse van doelgroep, locatie en markt. Dat is wat een starter nodig heeft.”
2. Financieel inzicht en doorzettingsvermogen zijn onmisbaar. En je kunt maar beter een aanpakker en duizendpoot zijn. Severijns: “Ga beslist niet alleen van jezelf uit. Kijk vooral ook goed naar de markt. Je kunt je afvragen of het een goed idee is om een koffiebar te openen in Amsterdam als er al tweehonderd zijn.”
3. Onderschat de gast niet. “Die stelt hogere eisen en is trendgevoeliger dan voorheen,” aldus Severijns.
4. Maak een goed plan alvorens te beginnen. Severijns: “Ga rekenen en stel de vraag: kan ik hier een boterham mee verdienen? Financiers stellen die vraag ook.”
Financieringsvormen
Geld lenen bij de bank is lastig; die ziet horeca als een risicovolle branche. Severijns: “De laatste tijd zien we vaker combinaties van vormen van financiering. Dus wat eigen vermogen, kapitaal van familie of vrienden en een deel crowdfunding. Dat kan een bank ook over de streep trekken om een deel te financieren.” Voor een goed plan zijn via crowdfundplatforms op internet vaak wel particuliere geldschieters te vinden. “Maar wonderolie is het niet. Ook crowdfundplatforms zijn kritisch. En als het gaat om rente en kosten, zijn banken vaak goedkoper.” Bierbrouwers financieren ook wel horeca. Maar Koninklijke Horeca Nederland adviseert goed te kijken naar de financiële consequenties en afhankelijkheid die dat tot gevolg kan hebben. “Dat gaat vaak verder dan de prijzen en verplichte afname van bier – ook van koffiemelkcupjes bijvoorbeeld.”
Hoe zit het met de vergunningen, wetten & regels en hoe vind je een goed pand & personeel. Lees maandag deel 2.
TEKST: RICHARD MOOYMAN