25 augustus
Nog niet zo lang gelden stond er een stukje in de krant dat kankerpatiënten met een goede opleiding en een bovengemiddeld inkomen in Nederland intensievere zorg en betere overlevingskansen zouden hebben. Dat hoger opgeleiden mondiger zijn dan anderen daar kan ik me iets bij voorstellen. Maar het hogere inkomen lijkt me geen rol te spelen. Je bent je misschien eerder bewust van “signalen” die het lichaam je geven en ik denk zelfs ook dat je medische informatie beter kunt begrijpen en makkelijker met een arts kan praten.
Onlangs kreeg ik de tip om i.p.v. APD (bisfosfonaat) Zometa te gaan gebruiken. Dit medicijn geeft betere resultaten dan APD bij botuitzaaiingen en vermindert de botpijn bij borstkanker. Nu blijkt dit dus een probleem te zijn van de ziekenhuizen die Zometa niet vanuit hun budget willen betalen maar wel willen profiteren van ziekenhuisbezoek. Daarom schrijven ze liever APD voor dan kunnen ze een dagbehandeling declareren, terwijl Zometa toedienen maar 20 minuten kost en ze daarvoor bijna niets kunnen declareren volgens het enkele jaren geleden ingevoerde declaratiesysteem. Bovendien is Zometa als medicijn vele malen duurder dan APD en heeft het voor de patiënt veel minder bijwerkingen.
Ik heb dit aan mijn oncoloog voorgelegd en nu krijg ik dus Zometa. Het is zelfs zo dat er een thuisservice is. Er komt een verpleegkundige aan huis, die regelt het met de apotheek in de buurt waar je woont en je hoeft niet meer naar het ziekenhuis. Ik ben er enorm blij mee en toch voelt het ergens ook bezwaarlijk. Het is een luxe om thuis te worden behandeld. Binnenkort loopt het patent op Zometa af en zal het aanzienlijk goedkoper worden. Dit voorbeeld geeft aan hoe ingewikkeld goed beleid voeren voor het uit de hand gelopen zorgstelsel in Nederland is.