10 februari 2013
10-2-2013
Oei, het is niet makkelijk om positief te blijven. Ik ben 57 jaar geworden. De kanker woekert voort. Ik ga maar niet meer op de weegschaal staan. Het is zo ook wel duidelijk te zien hoe het mijn lichaam sloopt. De film Brozer wordt op dit moment gemonteerd en het ziet er meer dan veelbelovend uit. Het nalaten van zo’n indringend en persoonlijk document geeft me rust en vertrouwen.
Ik scharrel zachtjes door het huis of laat me in de rolstoel voortduwen. Dat valt overigens nog niet mee. Stoepranden die te hoog zijn. Ineens klem komen te zitten in een winkel. Over elke inspanning moet ik nadenken. Kan ik dit wel. Moet ik dit wel zelf willen. Alles kost energie. Handelingen die voorheen vanzelfsprekend waren zijn dat nu niet meer. Mijn sokken en schoenen kan ik niet meer zelf aantrekken. Dat beneemt me zoveel adem en hersteltijd dat de handeling zonde is om zelf te doen. Een vreemde gewaarwording. Kleding moet zacht en soepel om het lijf zitten. Ik weiger trainingspakken te gaan dragen. Wel sloffen. Zo nu en dan. Eten doe ik mondjesmaat. Telkens kleine beetjes en heel, heel voorzichtig. Ik verslik me snel. En dat ervaar ik als bijna stikken en dat is eng. Af en toe laat ik wat vocht aftanken voor meer lucht in de longen. Zachtgele vla komt er door een slangetje uit mijn rug. Ik heb het voortdurend koud. Mijn elektrische deken staat op 3. Dit is geen klaagstand, maar de realiteit. De kinderen zwermen om me heen. Ze gaan hun gang. Leven hun eigen leven. Vragen wat raad, aandacht, trekken conclusies. Ik ben vooral heel erg moe en vraag me af wat ik nog wil en wat ik nog kan. George, mijn man, is de komende 3 maanden vrij. We moeten zaken regelen en bespreken. En genieten! Althans dat roept iedereen. Pak de mooie momenten. Ook die mooie momenten moet je zelf organiseren. We hebben veel lieve mensen om ons heen. Die ons helpen met praktische zaken. Dat is veel waard als gewone zaken ongewoon worden. En ongewone zaken gewoon.