21 januari 2013
21 -1- 2013
Blue Monday, de meest deprimerende dag van het jaar, is al enkele jaren een terugkerend fenomeen. Dit jaar is het maandag 21 januari.
De winter heeft zijn zin. Het vriest behoorlijk en sneeuw bedekt de wereld. De dieren zoeken naar voedsel en de mens waagt zich op glibberige wegen. Trams en treinen rijden niet of nauwelijks en zieken en ouderen onder ons zitten opgesloten achter de ramen. Sportievelingen rijden grote afstanden om over flinterdun krakend ijs te kunnen schaatsen waar ze op onbereikbare plekken in wakken rijden om vervolgens onderkoeld, maar net op tijd in een ziekenhuis te belanden. Maar wat een mooie ervaring. Ik heb het niet op zo kou. Het ontwricht. Daar heb ik al genoeg van. Mijn leven is een en al ontwrichting. Op dit moment lopen mijn longen en buik vol vocht en ben ik heel benauwd. Elke beweging die ik maak moet ik bekopen. Als ik me met veel moeite heb aangekleed wil ik weer naar bed. Er staat een rolstoel in de kamer. Te koud voor buiten. Maar het is vooral de afhankelijkheid die ik( nog) niet aan wil. “Zeg, wil jij wat te drinken voor me pakken. Goh, als je toch de trap oploopt, kun je dan dat boek voor me meenemen”? Ik sta in de vraag stand. Van binnen heb ik nog het oude ritme in me, maar als ik dat volg komt mijn lichaam in opstand. Mijn levenstempo moet drastisch naar beneden. Ik schuifel en draal. Dan is het goed. Eten en drinken moet vanuit beheersing anders verslik ik me. Kleine beetjes. Kleine initiatieven. Kleine wensen. Kleine gedachten en kleine aanrakingen. En dat op Blue Monday. Mijn motto: “positief blijven”!