BELEEF DE TIJD VAN JE LEVEN
14 april

14 april

Lijstjes

’s Morgens trekt mijn man George de gordijnen open en kan de dag beginnen. De dag begon altijd als een vanzelfsprekendheid. Een logische volgorde van handelingen. Mijn hersens stonden direct aan over wat ik die dag allemaal zoal moet en zoal zou kunnen doen. Lijstjes. Leuke en minder leuke lijstjes van de dingen die het leven van je vergen.  Het leven vergt niets meer van me. De gordijnen zijn open en ik kijk uit op het Diemerpark. Fietsers haasten zich naar werk en school. Honden rennen op de uitlaatstrook. Baasjes zijn in de weer met poepzakjes en afgekloven stokken. Hardlopers in eigen stijl draven door het park. Op de stenen bankjes strekt men de spieren. Men waagt een sprintje. Ik ben jaloers. Ja, zelfs op de dikke vrouw die haar te veel aan pondjes moeizaam meesleept. Zij zijn buiten. Zij ademen de frisse ochtendlucht in. Trotseren de kou.  Maken een praatje. Ik verlaat mijn veilige bed. Zes stappen en ik ben in de badkamer. Daar kom ik hijgend aan. Op de toiletpot kom ik weer op adem. Ik lurk aan een straal water uit de kraan. Nog even wachten en ik kan weer terug. Mijn handen zoeken steun bij een stoel en bij het hoofd van een groot gipsen Jezusbeeld dat bij mijn bed staat. Ik sla het dekbed over mijn spillebeentjes. Witte staken. Sinds een jaar slaap ik rechtop in de kussens. Mijn stuitje krijgt het dus te verduren. De eerste tekenen van decubitus. Er zit nauwelijks vlees aan de botten. Ik weeg nu 57 kilo. De lieve dame van de Buurtzorg plakt een tweede huid over mijn velletje heen ter bescherming. Ik raak er al wat meer aan gewend. Vreemde handen die me verlichting komen geven zodat ik mijn energie kan sparen.  Voor wat? Om even achter de computer te kunnen schrijven. Een tochtje met de auto. Samen met mijn gezin te kunnen zijn…….. Ik hou het leven nog wel even vol. Weg is weg. De dood is voor eeuwig. Ik ben nog niet zover. Er is nog een lijstje af te werken.