7 vragen over ‘Schenken’
Is het verstandig om nu al een deel van uw vermogen te schenken? En kun je er eigenlijk voor zorgen dat een schenking goed wordt besteed? Zin zocht het uit met onafhankelijk financieel adviseur Gerrit-Jan Kok.
VRAAG 1: Hoeveel kan ik belastingvrij schenken?
“U mag sowieso elk jaar belastingvrij een bedrag schenken aan uw kinderen of pleegkinderen. Voor 2013 is dat bedrag € 5141 per kind. Voor andere personen, zoals kleinkinderen of vrienden, is dat bedrag € 2057 per jaar. U mag voor ieder kind echter één keer een verhoogde vrijstelling aanvragen,” zegt financieel adviseur Gerrit-Jan Kok van Centrum voor Financiële Diensten De Spits in Leiden. “Met zo’n verhoogde vrijstelling mag u eenmalig aan uw eigen kind een belastingvrij bedrag van maximaal € 24.676 schenken. Voorwaarde is dat uw kind tussen de 18 en 40 jaar oud is. Wat veel mensen niet weten is dat je ook via de partner van het kind kunt schenken. Is uw kind ouder dan 40 jaar, maar zijn of haar partner nog niet, dan kunt u de verhoogde schenking via de partner doen.”
VRAAG 2: Voor het financieren van een studie of een woning gelden toch andere regels?
Klopt. Als uw kind met de schenking een studie van meer dan € 20.000 wil volgen, dan mag u de vrijstelling eenmalig verhogen tot maximaal € 51.407. Let op: deze verhoogde vrijstelling geldt niet voor het aflossen van een studieschuld en uw kind moet tussen de 18 en 40 jaar oud zijn. Voor het kopen of verbouwen van een eigen huis golden dezelfde regels, maar die zijn sinds kort versoepeld. Kok: “U mag voor dit doeleinde tot 1 januari 2015 tot zelfs € 100.000 belastingvrij schenken. Het maakt daarbij niet uit aan wie u de schenking doet en hoe oud de ontvanger is, zolang de besteding maar naar de eigen woning gaat. De ontvanger mag het geld ook gebruiken voor het aflossen van een restschuld of een hypotheek. De banken lijken hierin mee te gaan: mensen die een hypotheek hebben bij SNS Reaal kunnen sinds kort tot een ton boetevrij aflossen.”
VRAAG 3: Kan ik mijn kind niet beter geld lenen voor een eigen woning?
Dat is een mogelijkheid. Voordeel is dat zo’n onderhandse hypotheeklening voor u in box 3 valt, waar de rente niet wordt belast. En uw kind kan de rente gewoon aftrekken in box 1. “Hierdoor kan een financieel voordeel ontstaan op familieniveau,” zegt Kok. “Zeker als u de rente die u van uw kind ontvangt tot het belastingvrije bedrag van € 5141 jaarlijks weer terug kunt schenken.” De lening moet wel aan bepaalde voorwaarden voldoen, zoals een marktconforme rente. “Is de rente te laag, dan kan de belastingdienst de lening als een schenking zien.”
VRAAG 4: Wie betaalt eigenlijk de schenkbelasting?
In principe de ontvanger. Over de eerste € 118.254 boven de vrijstelling betalen partners en kinderen 10 procent belasting, daarboven 20 procent. Kleinkinderen betalen respectievelijk 18 en 36 procent belasting. Overige ontvangers respectievelijk 30 en 40 procent. Kok: “Als schenker kunt u ‘vrij van recht’ schenken. Dat betekent dat u de schenkbelasting betaalt. U betaalt dan wel meer schenkbelasting dan de ontvanger zou moeten betalen. Dit komt omdat de belastingdienst het betalen van de schenkbelasting ook weer ziet als een schenking, waardoor het bedrag van de schenking hoger wordt.”
VRAAG 5: Hoe zorg ik ervoor dat mijn kind het geld goed besteedt?
“Het is verstandig, en soms een voorwaarde, om bij de notaris een schenkingsakte op te stellen,” zegt Kok. “Hierin kunt u de begunstigden en de voorwaarden laten vastleggen. Wilt u bijvoorbeeld niet dat de schenking bij de ‘koude kant’ terechtkomt, dan kunt u een uitsluitingsclausule laten opnemen. En als u zeker wilt weten dat uw kind het geld gebruikt voor een bepaald doel, dan kunt u een schenking onder bewind doen. Daarmee schenkt u geld aan uw kind met de bepaling dat iemand anders het geld beheert. Dat kunt u zelf zijn. Wilt uw kind het geld besteden aan een doel waarin u zich goed kunt vinden, dan stemt u in. Anders kunt u het tegenhouden.”
VRAAG 6: Heb ik eigenlijk wel genoeg geld om te schenken?
De basis voor elk financieel plan is volgens Kok het netto besteedbaar inkomen. Dit is uw totale inkomen na aftrek van belastingen, hypotheeklasten en verzekeringspremies. Dat bedrag zet u af tegen het bedrag dat u nodig denkt te hebben voor eten, drinken, leuke dingen en overige vaste lasten. “Als het werkelijke netto besteedbaar inkomen hoger is dan het gewenste netto besteedbaar inkomen, kunt u ervoor kiezen om het overschot te schenken. Wij houden bij het maken van zo’n gedetailleerde berekening rekening met veranderingen in de situatie, zoals pensionering. Maar zekerheid kunnen we niet geven. Er kan immers van alles veranderen in uw persoonlijke situatie en de bestaande regelgeving. Het is daarom verstandig alleen een schenking te doen als u met grote zekerheid kunt zeggen dat u dit bedrag zelf niet nodig heeft.”
VRAAG 7: Is een erfenis niet beter?
Met een erfenis behoudt u tot het einde controle over uw geld. Veel mensen denken dat een erfenis grotendeels naar de belastingdienst gaat, maar dat is niet zo. Bij een erfenis gelden ook belastingvrijstellingen. Zo hoeven kinderen en kleinkinderen over de eerste € 19.535 geen belasting te betalen. Voor zieke en gehandicapte kinderen is de vrijstelling € 58.604 en voor partners zelfs meer dan zes ton. In de praktijk gaat een erfenis meestal om veel lagere bedragen. “Al met al is schenken bij leven voordeliger,” zegt Kok. “Zeker als u jaar in jaar uit gebruik kunt maken van de jaarlijkse vrijstelling van € 5141. Daar profiteert iedereen van: de ontvangers kunnen het complete bedrag vrij besteden en u bouwt geleidelijk uw vermogen af, waardoor uw erfenis straks misschien ook binnen een belastingvrij tarief valt.”
VALKUIL!
Gerrit-Jan Kok waarschuwt nog voor één addertje: “Schenken kan leiden tot vermogensvorming, waardoor uw kind mogelijk geen aanspraak meer kan maken op bepaalde toeslagen. Sommige toeslagen – zoals huurtoeslag, studiefinanciering, zorgtoeslagen bijstand – kennen namelijk een vermogensgrens: is het vermogen te hoog, dan vervalt de toeslag. Het is daarom goed om vooraf ook de financiële situatie van uw kinderen te bekijken, zodat deze niet voor verrassingen komen te staan.”
Uit Zin 111- maart 2014 door Matthijs Buikema