BELEEF DE TIJD VAN JE LEVEN
Poëzie voor beginners: Einde – Leo Vroman

Poëzie voor beginners: Einde – Leo Vroman

Erik Jan Harmens, schrijver en dichter, legt elke maand uit waarom gedichten lezen gelukkig maakt. Deze maand een gedicht van Leo Vroman: Einde.


Bovenstaande regels schreef dichter/wetenschapper Leo Vroman op 10 februari van dit jaar. Het waren zijn laatste woorden, want twee weken later overleed hij, op 98-jarige leeftijd. Het is een nogal intrigerende tekst, omdat de helft van de eerste strofe een bijzin betreft, die tussen streepjes is gezet. Ik voel dan altijd de behoefte eerst de hoofdzin samen te pakken ‘hij lijkt vast minder erg op mij dan op een berg’, en dan de bijzin te duiden.

Niet dat je daar veel mee opschiet, want waar gáát dit over? Wat is dat: ‘een lief bijeengebrachte hoop spaanders van gedachten’? Na een poosje wist ik het. Vroman doelt op zijn poëtisch oeuvre, vanaf zijn net na de Tweede Wereldoorlog verschenen Gedichten tot het in 2013 uitgekomen Die vleugels. De stapel boeken die hij schreef – gemaakt van papier, vandaar de ‘spaanders’ – heeft literair bestaansrecht, dat lijkt hij in de eerste strofe te willen uitdrukken. Bij de stapel boeken denk je aan de boeken, niet zozeer aan de mens Vroman.

Ik werd versterkt in die aanname door redacteur van NRC Handelsblad Arjen Fortuin, die in die krant verslag deed van de herdenkingsdienst voor Vroman in Fort Worth, Texas, waar de dichter woonde. Zijn dochter vertelde daar dat ze haar vader had toevertrouwd dat ze hem na zijn dood zou gaan missen. Waarop hij verontwaardigd had gereageerd. Hij had toch zestig boeken geschreven, drieduizend gedichten, tal van wetenschappelijke publicaties? ‘Dat liet hij allemaal achter, dus wat viel er te missen?’, tekende Fortuin op uit de mond van Peggy Vroman.

Al gaat, zoals in strofe twee boud omschreven, na zijn dood de brand in het lichaam van de dichter, die berg boeken gaat niet op de brandstapel. Die berg boeken blijft. Vromans gedichten hoeven we nooit te missen. Laten we ons daar elke dag weer gelukkig mee prijzen, voor ook ons lichaam wordt aangestoken door een eerste vonk.