Franca Berkvens – Vive L’Initiative
In 1980 reisde Franca Berkvens (1953), kunstenares en traiteur, naar West-Afrika om te gaan schilderen. Ze werd verliefd op Moktar, haar Burkinese man. Nu helpt ze ondernemende West-Afrikaanse vrouwen met haar eigen stichting Vive L’Initiative. tekst en beeld: Iris Hannema. ”Als je hier geld aan vrouwen leent, is de kans vele maken groter dat je het terugziet.”
De stoffige zandwegen zijn terra-kleurig, de Afrikaanse lucht voelt benauwd warm. De taxichauffeur claxonneert bijna constant zodat groepjes mensen, geiten en volgepakte brommertjes wegstuiven. Franca’s hotel Auberge Villa Rose in de stad Bobo-Dioulasso kent hij wel: “Oui, madame Hollandaise!” Franca staat in de deuropening in een kleurige, moderne Afrikaanse jurk. Vijf maanden per jaar woont ze in het straatarme Burkina Faso, de rest van het jaar leeft ze in Amsterdam. U werd verliefd op een Afrikaanse man. Bent u ook van West-Afrika gaan houden? “Ja, van de Afrikaanse ziel. Mijn man nam Afrika mee naar Nederland. Hij sprak binnen een jaar Nederlands en had een baan, maar hij blijft een Afrikaanse man, dat vind ik mooi. Maar ik zou nooit naar Afrika zijn teruggegaan als wij niet samen waren gebleven.”
Van de Rietveld Academie en een traiteurs¬winkel naar een bloeiende hulporganisatie? “Tien jaar geleden werd ik benaderd door initiatiefrijke vrouwen uit Mali. Zij wilden een vuilnisdienst beginnen. Die vrouwen hadden zó’n goed verhaal, zó’n power. Mijn ondernemingslust en creativiteit werden getriggerd. Dan wil ik een goed idee ook waarmaken. Ik vind het een sport om op zoek te gaan naar het benodigde geld in ons rijke land. In dit geval heeft de Stadsreiniging Amsterdam-Centrum geparticipeerd.”
U steunt alleen vrouwen. Mannen hebben geen hulp nodig?
“Ik hecht meer geloof in de kracht van vrouwen, in hun kredietwaardigheid en betrouwbaarheid. Als je hier geld aan vrouwen leent, is de kans vele malen groter dat je het ook terugziet. Ik ga op mijn intuïtie af. Trouwen met een Afrikaanse man was ook intuïtie. Ik help enthousiaste vrouwen van wie de ogen twinkelen en ik een goed gevoel krijg.”
Wat is uw motivatie?
“De gepassioneerdheid van mensen met een goed idee, en die dat niet kunnen realiseren. Ik heb een enorme dadendrang. Als ik een project aanjaag, dan lukt dat vaak en dat sterkt me. Ik gun het mensen zo dat áls ze een goed plan hebben, ze ook hulp krijgen. Vrouwen die slagen in hun leven, kinderen die met een beurs van Vive naar school kunnen, voor die pareltjes doe ik het.”
Kunt u goed tegen de confrontatie met armoede?
“Inmiddels wel. Sinds de oprichting van de stichting heb ik het goede gevoel dat ik er iets aan doe. Ik geloof sterk in het genereren van werk, niet in louter ontwikkelingshulp. Met het bewerkstelligen van economische bedrijvigheid bied je mensen echte oplossingen. Je kunt veel beter zorgen dat mensen een vak leren. Ik ben een hotel begonnen en mijn man een ambachtsschool. Iedereen wil voor zichzelf en een gezin kunnen zorgen.”
U leidt ongelooflijk veel vrouwenprojecten in West-Afrika. Waar bent u het meest trots op? “Op die meisjes uit doodarme milieus in Mali, Burkina of Ghana die met een beurs van Vive naar school gaan en dan slagen. Sommigen zijn zó intelligent. Ik hoop vurig dat zij iets kunnen betekenen voor hun achterban. Voor mij blijft onderwijs het allerbelangrijkste. Zoals de vroedvrouwenopleiding in Mali. Een groepje twintigers studeert nu bijna af. Als je ziet hoe ze volledig in hun rol zijn gegroeid!”
Heeft Afrika u veranderd als mens?
“Ja, absoluut. Mijn eerste reis naar Afrika was al een turning point. Voor de eerste keer in een niet-westers land zag ik dat er een wereld bestond zo anders dan de onze. Niet alleen vanwege de armoede maar ook vanwege de warme saamhorigheid van Afrika.”
Wat raakt u nog steeds?
“Als ik zie dat mensen niet uit hun armoedige situatie kunnen wegkomen. Gisteren was er een 11-jarig meisje, haar moeder die bij ons de was deed is in december overleden. Zij woont alleen met haar oma, die een te hoge bloeddruk heeft. Dat roept de helper in mij wakker, dan wil ik voor die oma zorgen en dat kind bij Vive halen voor een schoolbeurs. Ze straalde zo’n kracht uit, ik dacht: die redt het wel, ze heeft alleen een steuntje in de rug nodig…”
Fascinerend dat u niet spreekt over ‘zielig’.
“Ik ken veel mensen, die ik dat predicaat zou kunnen geven. Maar het woord ‘zielig’ staat niet in mijn vocabulaire. Iemand die lethargisch is en zielig doet, kan mij zelfs irriteren. Maar voor mensen die het waard zijn, ga ik door het vuur. Ik luister naar mijn intuïtie. Zo deal ik ermee.”
U heeft een hotel in Burkina Faso. Gaat toerisme wel samen met armoede?
“Het is een zwart-wit hotel, we hebben evenveel Afrikanen als Europeanen. De meeste hotelgasten hebben een speciaal doel, bijvoorbeeld ontwikkelingshulp, ze komen hier niet lekker op vakantie. Afrika komt binnen de muren van Villa Rose tot leven, een leuke gemixte kruisbestuiving.”
Gelooft u in God?
“Ik leef met een gelovige moslimman. De manier waarop zwart Afrika met geloof omgaat, vind ik mooi en heel oprecht. Ik wijs het niet af, ik geloof een beetje met hem mee. Maar ik heb mij er altijd tegen verzet om moslim te worden. Ook al had mijn schoonmoeder dat nog zo graag gewild.”
Is het moeilijk om te geloven in een land met zoveel uitzichtloze armoede?
“Het klinkt hard, maar zonder geloof zouden de Afrikanen er een groot probleem bij hebben. Door hun geloof kunnen ze armoede en leed beter aan. Het verzacht hun lot dat ze met zich meedragen. Zo kan ik het ook beter accepteren. Maar het is natuurlijk van de gekke dat er een God moet zijn om mensen zich minder ongelukkig te laten voelen en zich te laten schikken in hun lot.” ν
Vive L’Initiative
Franca’s stichting Vive L’Initiative zet zich in tegen armoede en analfabetisme in West-Afrika en genereert onderwijs en economische activiteit voor vrouwen. Op dit moment worden zeven groepen – weduwen en wezen, familieleden en gerepatrieerde vrouwen – uit Ivoorkust ondersteund. Franca wordt geholpen door een groot netwerk in Nederland dat geld genereert om haar ideeën te kunnen realiseren.