BELEEF DE TIJD VAN JE LEVEN
Wendy Manintveld – Sonnigdal

Wendy Manintveld – Sonnigdal

Wendy Manintveld (1961) importeerde eerst wijn uit Zuid-Afrika en sinds 1997 Rooibosthee. Haar merk Sonnigdal verbond ze aan een opvang voor HIV-besmette vrouwen en kinderen. ”Je ziet de levens van die kinderen verbeteren”.

Waarom handelt een mens in thee?
“Het begon met wijn. In 1989 rondde ik de Wijnacademie in Maarn af. Daarna begon ik met een vriendin een wijnadviesbureau, voor particulieren en bedrijven. Weer even later startte ik met de import van wijnen; eerst uit Frankrijk en vanaf 1991 ook uit Zuid-Afrika. De Sonnigdal-wijn bestaat inmiddels niet meer. Sinds vijftien jaar beoefen ik raja-yoga, en sinds zeven jaar geef ik daarin ook les. Met de rooibosthee erbij, vanaf 1997, werd het net iets te veel.”

Goed, die thee…
“Dertien jaar geleden ontmoette ik een wijnboer die behalve druiven ook rooibos verbouwde. Het Ceder-gebergte, drie uur ten noorden van Kaapstad, is de enige plek op aarde waar rooibos, een struik met naaldjes, groeit. Het is dus geen echte thee, maar een kruidendrank die erg op thee lijkt. Maar goed, altijd als ik daar was, genoot ik er ontzettend van. En ik dacht simpelweg: waarom zou ik niet óók rooibos importeren? Ik kocht de wijn bij een coöperatie van lokale boeren – de rooibos kon ik op dezelfde manier kopen. Ik was de eerste in Nederland die rooibos importeerde en verkocht.”

Ik lees dat rooibos een hele serie geweldige eigenschappen bezit. Het verlicht allergieën, men krijgt energie, sterke tanden en botten. Het verbetert het geheugen en de nachtrust. Erg indrukwekkend! Heeft u daar ook een wetenschappelijk rapport bij?
“Jazeker! Dit is allemaal bewezen. Er wordt voortdurend onderzoek gedaan. Rooibos bevat geen cafeïne en weinig looizuur. Met name de anti-oxidanten spelen een positieve rol. Die gaan ook het verouderingsproces tegen.”

Dan mis ik alleen nog: een verbeterd sexleven.
“Dat is het gevolg van al die andere positieve effecten, haha. Je zit lekkerder in je vel en dan gaat het vanzelf, zal ik maar zeggen.”

U heeft het merk verbonden aan de Stichting Sithand’ Izingane (= We love the children) Care Project in Withok, een township bij Johan¬nesburg. Vindt u dat een plicht?
“Ik voel het als een verantwoordelijkheid om iets terug te doen. Wij genieten zo van hun producten, en wij hebben het zo goed. Het voelt als de cirkel rondmaken. Ik ben er persoonlijk mee verbonden. Dit project is kleinschalig gestart door Dominicaanse zusters, in een oud huis, een ruïne, met een kapot hek eromheen. Ze werken met HIV-besmette moeders en kinderen. In de afgelopen tien jaar is er een heel centrum opgebouwd, met hulp van sponsors uit onder meer Nederland, Amerika, Duitsland en Australië. Zo’n 75 kleine kinderen worden opgevangen in de dagopvang. Een paar honderd kinderen van ouder dan zes worden thuis in de omliggende townships opgehaald om naar school te gaan. Die komen ’s middags naar het centrum. Daar krijgt iedereen goed te eten. Ze krijgen medicijnen tegen hun ziekte. Er is preventieve educatie en psychologische begeleiding. Er zijn faciliteiten voor sport en spel, een biologische tuin en een gaarkeuken – waar ook voor niet HIV-besmet¬te kinderen in de townships wordt gekookt. Inmiddels werken er ook lokale Zulu-vrouwen, die opleidingen hebben gevolgd.”

Is het aangrijpend, of opbeurend?
“Allebei. Eén jongetje staat op mijn netvlies gebrand. Zes jaar oud, maar hij keek me aan met de zorgelijke blik van een oud mannetje. De moeilijke omstandigheden – door armoede, door aids – zijn op de gezichtjes af te lezen. Dat is aangrijpend. Maar tegelijk kun je helpen die kinderen een nieuw leven te geven. Als je soms de glimlach op die gezichtjes ziet, dat zijn prachtige momenten. Je ziet de levens verbeteren. Begin dit jaar heb ik tien dagen in een township gelogeerd, bij een vrouw die me wilde laten zien hoe goed het met haar en haar gezin ging. Ze was ontzettend trots.”

In een township, als blonde vrouw. Is dat wel veilig?
“Ik ben altijd alert, maar nooit bang. Ik ben voorzichtig met waar ik alleen naartoe ga. In de twintig jaar dat ik daar kom, heb ik nog nooit iets meegemaakt.”

Geeft u een percentage van de winst?
“Wat ik geef, is afhankelijk van mijn omzet en van wat er nodig is. Begin dit jaar heb ik bijvoorbeeld de speeltuinattributen van het centrum gesponsord. Dat kostte 2000 euro. De tien dagen die ik er in februari en maart was, heb ik – op een speelse manier – yoga-lessen gegeven aan de kinderen. Daarna vlieg ik nog naar de Kaap om de theeboeren te bezoeken. Ik probeer jaarlijks te gaan, maar dat lukt niet altijd. Die reizen betaal ik uiteraard ook zelf.”

De zusters zijn katholiek. Het bestrijden van HIV laat zich toch moeilijk combineren met de pauselijke anti-condoom doctrine? 
“De zusters delen juist gratis condooms uit en geven er informatie bij. Anders was ik daar niet terechtgekomen.”

Nog even over de thee: het merk draagt sinds september het predicaat ‘biologisch’. “Eigenlijk wilde ik dat dertien jaar geleden al, bij de start. Maar tegelijk rooibos, toen een nieuw product, én biologisch in de markt zetten, bleek heel lastig. Dan zou ik het meteen uit de markt hebben geprijsd. Maar nu is Nederland klaar voor die stap.”

Alleen bent u allang niet meer de enige met rooibos.
“Nee, alle merken hebben het nu. Enerzijds is dat goed, omdat het product zo bekendheid krijgt. Aan de andere kant: meer concurrentie. Tja, dat hou je niet tegen. Maar wij zijn nog steeds onderscheidend; andere merken kopen de thee daar en laten het hier verpakken, maar wij laten de thee in Zuid-Afrika verpakken. En nu wij biologisch zijn, kunnen we ook weer nieuwe markten aanboren.” 

WENDY MANINTVELD (1962) woonde – als dochter van een ingenieur bij Shell – in onder meer Australië en India. Ze gaf danslessen en danste zelf in het Showballet van Penney de Jager. Ze was stewardess bij de KLM, importeerde vanaf 1991 wijn uit Zuid-Afrika en vanaf 1997 rooibosthee, dat onder de merknaam Sonnigdal in zes smaken verkrijgbaar is. Vanaf 1995 studeerde ze yoga, waarin ze ook les geeft. Ook organiseert ze yoga- en meditatie-retraites.