In dit bitter heldere, de dood (…) dwaal ik rond, een zwemmer onder water. Waar dichter Gerrit Achterberg het poëtisch bedoelde, neemt P.F. Thomése het letterlijk, en maakt het onderwerp van zijn nieuwe roman. De onderwaterzwemmer bestaat uit drie delen, drie levensfasen van hoofdpersoon Tin:
1944 Tin van Heel, 14 jaar oud, raakt tijdens een nachtelijke oversteek naar bevrijd gebied zijn vader kwijt. Een nacht, een dag en een avond waakt hij in de uiterwaarden, maar zijn vader komt niet meer boven water.
1974 Tin reist met zijn vrouw Vic naar de binnenlanden van West-Afrika om Sal, een Foster Parents-kind te bezoeken. Op de dag dat ze het dorp bereiken, wordt Vic overvallen en meegenomen. Tin begrijpt dat hij moet handelen maar doet de situatie juist gruwelijk uit de hand lopen.
2004 Een kleinzoon reist naar Cuba om zijn onbekende grootvader, die doodziek in een vervuild staatshospitaal ligt, te redden van de ondergang.
O papa, Nikki, ach Vic! Tin is zijn hele leven lang bezig te verliezen wat hij nooit – of maar heel even – heeft bezeten: liefde en geluk. Door eigen toedoen, nalatigheid om precies te zijn. Twee keer niet opletten betekende twee keer verliezen. Een hulpeloze toeschouwer van zijn eigen ondergang is hij. Doodziek in een aftands ziekenhuisbed, maakt Tin zichzelf gek met zijn gepieker. Vooral over zijn dochter Nikki, de enige die hij nog heeft maar die hem al dertig jaar lang niet wil zien. De snijdende pijn van haar gemis is heviger dan al zijn fysieke pijnen, het houdt hem in leven. Hij heeft er alles voor over het contact met haar te herstellen en daarmee zijn leven alsnog zin te geven.
De onderwaterzwemmer is een boek voor een groot publiek. Thomése schrijft soepel, vat grote onderwerpen bij de lurven maar laat de lezer verbluffend weinig ruimte. Daardoor eindigt het verhaal voor ons net zo onverwacht als dat het eindigt voor Tin.
P.F. Thomése: De onderwaterzwemmer. Atlas Contact, € 19,99