Zin in een zomers verhaal voor in de koffer? Badgasten van Emma Straub gaat over een familievakantie vol geheimen. Om alvast in de sfeer te komen een leesfragment:
Dag een
Het vertrek kwam altijd als een verrassing, hoewel de datum op de kalender al tijdenlang dichterbij kwam. Jim had zijn koffer de avond ervoor al ingepakt, maar nu, een paar minuten voor het geplande vertrek, werd hij overvallen door twijfel. Had hij wel genoeg boeken bij zich? Hij liep voor de boekenkast in zijn werkkamer heen en weer en trok het ene na het andere boek uit het gelid en duwde het daarna weer terug. Had hij zijn hardloopschoenen
ingepakt? Zijn scheercrème? Van elders in huis kwamen soortgelijke paniekerige laatste-ogenblikgeluiden van zijn vrouw en dochter: op-en-neergeren over de trap om nog iets wat vergeten was bij de berg bagage naast de voordeur te zetten.
Jim had bepaalde dingen, als hij had gekund, het liefst úít zijn bagage gehaald. Het afgelopen jaar. En de vijf jaar daarvoor eigenlijk ook. De manier waarop Franny hem ’s avonds aankeek van de andere kant van de eettafel. Het voor het eerst in dertig jaar in een andere mond zijn en zijn verlangen daar eeuwig te blijven. De leegte die hem na de vakantie wachtte, de eindeloze dagen die hij moest zien te vullen. Jim liet zich op de stoel achter zijn bureau zakken om daar te blijven tot iemand zou zeggen dat hij iets anders moest doen.
….
Jim deed zijn dagelijkse looptraining in terminal 7. Hij was gewend elke ochtend een uur hard te lopen en zag geen enkele reden om dat vandaag achterwege te laten. De behoefte om te bewegen had hij gemeen met zijn zoon. Wat hen betrof zorgt een sterk lijf voor een sterke geest. Franny en Sylvia echter zaten liever ineengezakt op de bank met een boek, of voor die verdomde blèrtelevisie. Jim kon hun spieren gewoon zíén atrofiëren, maar toch waren ze wonderlijk genoeg nog gewoon in staat om te lopen, wat ze zo nu en dan ook deden, maar alleen als dat noodzakelijk was. Jims normale route liep door Central Park: helemaal tot aan het meer en dan om het botenhuis heen, langs de westkant, weer terug naar huis. De terminal was natuurlijk lang niet zo’n aangename omgeving om te trainen als het park, zonder mooie uitzichten en vogels – behalve enkele verdwaalde exemplaren die per ongeluk naar binnen waren gevlogen en nu voor eeuwig op jfk zaten te kwetteren over vliegtuigen en andere misère.
Jim hield het tempo erin, hij liep met rechte rug en actief gebogen ellebogen. Het verbaasde hem altijd hoe traag de mensen zich voortbewogen op een vliegveld. Het was alsof hij in een winkelcentrum gevangenzat tussen jengelende kinderen en dikke achterwerken. Hier zag hij gelukkig wel een aantal kinderen dat een tuigje droeg waardoor hun bewegingsvrijheid drastisch werd beperkt. Prettig, vond Jim, al deed hij altijd net of hij het eens was met Franny en het een barbaarse gewoonte vond om kinderen aan te lijnen. Nu rukten de ouders hun kinderen steeds weg voor zijn voeten als ze hem aan zagen komen en kon hij ongehinderd langs de Hudson News stand en het sportcafé helemaal naar Au Bon Pain lopen en weer terug. De loopbanden stonden te vol met bagage, dus nam hij het pad ernaast. Hij was het ding bijna te snel af met zijn lange benen.
Jim was drie keer eerder in Spanje geweest: in 1970, toen hij zijn middelbareschooldiploma had gehaald en met zijn beste vriend een zomer lang in Europa had rondgetrokken; in 1977, toen Franny en hij net getrouwd waren en ze de reis nauwelijks konden betalen waardoor ze zich alleen broodjes met de allerbeste ham ter wereld hadden kunnen veroorloven, en in 1992, toen Bobby acht was en ze elke avond vroeg naar bed moesten waardoor ze die hele week niet één keer een behoorlijke maaltijd hadden gegeten. De enige mogelijkheid was iets bestellen via de roomservice en dat eten was net zo authentiek Spaans als een hamburguesa. Hij was benieuwd naar het huidige Spanje, nu hun economische situatie bijna net zo wankel was als die van Griekenland.
Jim rende langs de gate waarvandaan ze zouden vertrekken en zag Franny en Sylvia, allebei verdiept in hun boek, naast elkaar zitten. Ze zeiden niets tegen elkaar, maar dat gaf hun geen ongemakkelijk gevoel, zoals dat alleen kan bij mensen uit hetzelfde gezin. Franny en hij hadden besloten de vakantie toch te laten doorgaan, ondanks de vele argumenten tegen.
Dat smaakt vast naar meer! Het boek Badgasten van Emma Straub (Ambo Anthos) is hier te bestellen.
Afbeelding: ©Sarah Shatz