Een zoon die met de nieuwste smartphone in de hand vraagt of hij alsjeblieft wat geld mag lenen voor de vakantie die nu alvast geboekt dient te worden. “Je krijgt het terug! Echt!” Tuurlijk schat. Een getrouwde dochter die met een dramatische blik haar verhaal doet over een kapotte wasmachine nét nu het schoolgeld en de hockeycontributie voor de kinderen betaald moeten worden. Of jij misschien… Voor deze ene keer? Zeg daar maar eens nee tegen.
Op de een of andere manier lukt het velen van ons niet onze kinderen in zulke gevallen met een kluitje in het riet te sturen. Je wilt ze nu eenmaal graag zorgeloos en gelukkig zien en hoewel je heus wel weet dat geld niet gelukkig maakt, weet je ook dat geld wel helpt. Dus ben je al snel geneigd zelf maar een beetje zuiniger aan te doen en het je kinderen wat gemakkelijker te maken. En een opgelucht ‘dank je wel!’ liefst met bijbehorende knuffel, doet een mens goed.
Bodemloze put
Maar soms loopt het uit de hand. Het blijft niet bij een beetje steun voor studerende kinderen of een sporadische helpende hand in een noodsituatie, het wordt structureel. Je kind komt steeds weer terug, steeds sneller ook, en wil meer. Steeds weer is er het verhaal van een acute noodsituatie, een tijdelijk geldgebrek, het komt echt goed allemaal, maar nu is jouw hulp even nodig.
Wat je moet dan?
Zit je zelf financieel op rozen, dan bent je al snel geneigd toe te geven. Het is maar voor even, houd je jezelf voor, het komt heus wel goed. Als zoonlief eenmaal weer werk heeft, of een goedkoper huis, of na zijn scheiding een nieuwe vrouw, dan redt hij zich wel weer. Maar het is bekend dat mensen vaak pas bij familie aankloppen als alle andere mogelijkheden al zijn uitgeput. Vaak heeft je kind al een hoop schulden waarvan je geen weet hebt. Leen je hem een som geld, dan is de kans groot dat je die nooit meer terugziet. Niet omdat jouw kind onbetrouwbaar of onaardig is, maar omdat ‘onderhandse schulden’ (waar de bank niet aan te pas is gekomen) niet meespelen als de schuldhulpverlening eenmaal in beeld komt. Alle andere schuldeisers gaan vóór.
Los van moeders pappot
Gaat een volwassen kind studeren en op kamers, dan vind je het als ouder vaak nog vrij normaal dat er op de een of andere manier een bijdrage van je wordt verwacht. Maar hoeveel moet je betalen en hoelang? De Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) berekent op basis van het inkomen van beide ouders wat ze zouden kunnen bijdragen maar meldt er geruststellend bij dat het slechts om een ‘indicatie’ gaat, niet om een betalingsplicht. Nee? Hoe zit het dan met onze wettelijke plicht om voor niet-werkende kinderen tot 21 jaar de kosten van levensonderhoud en studie te dragen? Op hun 18de zijn ze wettelijk volwassen (en zelf verantwoordelijk voor schulden die ze aangaan) maar dat houdt kennelijk niet in dat ze los van moeders pappot moeten kunnen leven. Maar waarom eigenlijk niet? En hoever gaat die verantwoordelijkheid? Horen daar ook de kosten van een dure kamer in de stad, de dagelijkse boodschappen en de avonden in de kroeg bij?
Studerende kinderen
Studente Rebecca (1993) krijgt veel vergoed door haar ouders en daar is ze blij mee. “Ze betalen mijn hele studie en alles wat daarmee te maken heeft. Mijn boeken, een MacBook, een minor in Australië en ook mijn telefoonrekening. Ook als ik met vrienden op reis ga, betalen ze mee. Ik betaal ook veel zelf hoor, maar mijn moeder wordt er gelukkig van als ze haar kinderen kan verwennen. En mijn ouders kunnen het zonder problemen doen.”
Heel anders ziet het studentenleven van Guus (1988) eruit. “Het stoort me echt dat zo veel studenten hun handje maar ophouden bij hun ouders. Zelf heb ik helemaal geen financiële steun gehad; in ons grote gezin met zes kinderen was altijd helder dat dat er niet in zat. Ik vind dat niet alleen normaal maar ook prettig, want mijn ouders bemoeien zich verder helemaal niet met mijn financiën. Ik weet dat ze me in geval van nood wel zouden helpen, maar ik zal niet snel bij ze aankloppen voor een lening.”
Dat loopt in de papieren
Elsbeth (1958) en haar man hebben drie studerende kinderen. “Alles wat ik verdien gaat rechtstreeks naar hun studiekosten. We betalen hun kamerhuur, het collegegeld, boeken, lidmaatschap van de studentenvereniging, de ziektekostenverzekering en geven ook nog vakantiegeld. Dat loopt echt in de papieren, hoor. Maar we zijn zelf zonder schulden uit de studie gekomen en gunden onze kinderen dat ook. Eerlijk gezegd steekt het wel dat ze dat normaal vinden en dat ze er bovendien maximaal bij lenen. Zo hebben ze straks tóch een hoge schuld en leven ze nu eigenlijk veel te luxe.”
Voor Femke (1961) is het niet zo vanzelfsprekend dat ze de kinderen zo veel mogelijk geld geeft. “We steunen onze studerende zoon wel, maar betalen zeker niet alles. Hij krijgt elke maand € 150 en daarnaast het collegegeld en vakantiegeld; verder moet hij zich zelf redden. Hij doet dat door te werken en door in onze ogen meer te lenen dan nodig is, maar ja, dat is zijn keuze. We merken wel aan andere ouders dat die het maar raar vinden dat we niet alles betalen; ik begrijp dat niet. Waarom is het normaal om geld te lenen voor een auto en niet voor een studie? Je studie is toch een veel betere investering?”
Schuldgevoel
En hoe gaat het ná de studie? Zijn al onze kinderen dan, al dan niet gepamperd, als bij toverslag zelfredzaam en worden ze dan spontaan overvallen door een verantwoordelijkheidsgevoel? Het ene kind wel, het andere niet. Je hebt de student die keurig op de rekening van zijn ouders terugstort wat hij overhoudt van zijn maandelijkse toelage (vermoedelijk een accountant in wording) en aan de andere kant de student die jarenlang alles wat hij op zijn bordje krijgt er probleemloos doorheen draait én een hoge schuld opbouwt. Net zo verschillend zijn ze wanneer het op afbetaling aankomt. Zelfs wie de studie netjes binnen vier jaar doet, heeft bij maximaal lenen een schuld van zo’n €50.000. Letterlijk eigen schuld? Of moet je dan als ouder nog steeds helpen?
Langer afhankelijk
Susan Branje, psycholoog en hoogleraar adolescentie aan de Universiteit Utrecht, ziet dat jongeren langer afhankelijk van hun ouders blijven dan vroeger. “Ze gaan nu vaker studeren en blijven ook langer thuis wonen. Daarbij schuiven ze een relatie en een gezin voor zich uit, en duurt het langer voor ze zelfstandig worden. Als ouder voel je je zodoende ook langer dan vroeger verantwoordelijk voor het welzijn van je kinderen. Bovendien is de band tussen ouders en kinderen veranderd; die is er meer een op basis van gelijkwaardigheid geworden, en geeft veel minder conflicten. Komt er dan een kind in financiële nood, dan heb je al snel de neiging hem te helpen. En om de schuld bij jezelf te zoeken: als ik hem beter met geld had leren omgaan, had hij nu niet in de problemen gezeten. Dus steek je hem de helpende hand toe. Dat is eigenlijk niet zo goed voor de ouder-kindrelatie, want het is een bedreiging voor de gelijkwaardigheid en dat leidt weer tot conflicten. Ouders die geld geven komen nogal eens met goedbedoelde adviezen. En terecht, vind ik: als je om geld vraagt, moet je ook accepteren dat er een gesprek bij hoort. Maar soms geeft het ruzie.”
Zonder hulp
Susan Branje: “In onze maatschappij heerst sterk het idee dat je als ouder verantwoordelijk bent voor het welzijn van je kind. Gaat het niet goed, dan voel je je schuldig. Sommige ouders komen al met geld aanzetten zodra ze zien dat een kind zich iets niet kan permitteren. Nog voordat er überhaupt sprake is van financiële nood. Dat is niet verstandig. Kinderen moeten de ruimte krijgen om fouten te maken en ervan te leren.” Want op een dag moeten ze het tóch zonder ons doen.
Je kinderen financieel spekken? Check!
1. Realiseer je dat een lening vaak maar een tijdelijke oplossing is en dat je kinderen vermoedelijk ook al andere schulden hebben.
2. Vraag jezelf af of je het risico kunt dragen dat je het geld misschien niet terugkrijgt.
3. Spreek af wat de aflossingen zullen zijn en welke rente je rekent. Realiseer je dat er spanningen kunnen ontstaan als de ander afspraken niet nakomt.
4. Leg grotere leningen vast in een notariële akte of schuldbekentenis; voor kleinere bedragen is een mailtje of sms handig.
5. Schenken? Je mag je kind elk jaar € 5.277 belastingvrij schenken en eenmaal in zijn leven (als hij 18-40 jaar is) € 25.322. Wordt het gebruikt voor studie of een eigen huis, dan mag dat € 52.752 zijn.
6. Denk ook aan de mogelijkheid om van zo’n schenking een ‘voorschot op de erfenis’ te maken, op die manier wordt ongelijkheid tussen kinderen later weer verrekend.
Bron: Nibud.nl
Tekst: Yolan Witterholt