Liddie: blijf in je comfortzone
Liddie Austin adviseert, gefundeerd en uitgesproken, over het uiterlijk. Vandaag concludeert ze dat een kleding comfortzone prima is.
Zoals dat gaat ik ging naar een winkel om een panty te kopen en ik kwam naar buiten met een rok. Tevreden fietste ik naar huis met mijn nieuwe aanwinst, een jeanskokerrok met een rits aan de achterkant, in een papieren tas aan mijn stuur. Gezellig fantaserend over hoe ik de rok zou kunnen dragen, trapte ik van schrik bijna op de rem toen me ineens te binnen schoot dat ik al zo’n rok had. Ook een kokerrok, ook van jeansstof, ook met een rits aan de achterkant. Al jaren niet gedragen.
Te veel kleren
Thuisgekomen snelde ik naar mijn kast en ja hoor. Misschien paste ik hem wel niet meer, dacht ik, maar zelfs dat was niet het geval. De rok sloot strak om me heen. Hij was mooier, maar minder comfortabel dan de nieuwe rok, waarvan de jeansstof mee rekte. Dit zegt een aantal dingen. Ik heb te veel kleren, inderdaad. Ik ruim mijn kasten niet vaak op, ook dat. Maar waarover ik het nu wil hebben, is het fenomeen van altijd dezelfde kleren kopen. Is het niet zo dat je dat vaak doet, zeker naarmate je ouder wordt?
Je smaak is uitgekristalliseerd, je weet wat je mooi vindt, wat je staat en vooral: wat je lekker vindt zitten. En dus zijn nieuwe aankopen vaak slechts variaties op een thema. Voor ernstige gevallen: zie Angela Merkel die je kunt uittekenen in haar broekpakken of Hillary Clinton in haar gekleurde jasjes. Een minder benauwend voorbeeld van een vrouw die haar stijl heeft gevonden, is de ex-Franse Vogue-hoofdredacteur Carine Roitfeld in haar kokerrokken, blouses en leren bikerjasjes.
Is dat erg?
Zou je ook als je alles al zo goed denkt te weten niet wat vaker uit je comfortzone moeten komen en eens iets anders moeten kopen dan het zoveelste jeanskokerrokje? Ik besluit mijn vriendin Heleen Hülsmann op te zoeken voor een rondje peptalk. Zij runt in Amsterdam een salon waar ze tweedehands designer kleding verkoopt en ziet er altijd beeldschoon én avontuurlijk uit. “Blijf vooral in je comfortzone!” roept Heleen tot mijn verbazing. “Mijn winkel hangt vol met kleren die mensen zich hebben laten aansmeren, maar nooit hebben gedragen.” In haar salon probeert ze klanten heus te attenderen op mooie stukken die ze bij hen vindt passen, maar die ze zelf niet uit het rek hadden getrokken. Dat pakt soms goed uit, maar als de klant er de schoonheid niet van inziet, dringt Heleen niet aan. “Ik wil graag dat mensen blij weggaan en een volgende keer terugkomen. Dat doen ze niet als ik ze in kleren praat waarin ze zich uiteindelijk niet prettig voelen, hoe mooi die misschien ook zijn. Zeker als je boven de 50 bent, heb je geen zin meer in kleren die niet lekker zitten.”
De mode verandert vanzelf
Goed, maar ben ik dan gedoemd om altijd dezelfde kleren te dragen? Is dat niet saai? “Als je dat vindt, moet je zeker ook andere dingen proberen, maar het hoeft niet. De rok die je nu hebt gekocht, is bovendien vast niet helemaal hetzelfde als de rok die je al had,” doceert Heleen. “De snit zal anders zijn, de stof ook, zoals je al hebt gemerkt. Zo werkt het nu eenmaal in de mode: die verandert vanzelf.”
Ik ben gerustgesteld, maar toch: die nieuwe denimkokerrok gaat terug naar de winkel. Niet lang daarna koop ik een klokrok van Mlle Sollie, een nieuw Nederlands jeansmerk voor alle leeftijden. Eerlijk gezegd heb ik die nu al vaker gedragen dan de kokerrok die al jaren in mijn kast ligt. Tijd voor de onontkoombare conclusie: de kokerrok die niet mee rekt ligt te ver buiten mijn comfortzone. Hij kan gaan.