Boekenclubrecensie De wijsheid van de tandeloze glimlach
Beter wordt het niet
Daniel Klein, 70+, wordt door zijn tandarts geconfronteerd met zijn gevorderde leeftijd: hij is aan implantaten toe. Dat zet hem aan het denken. Zijn (Amerikaanse) leeftijdgenoten volgen de trend om er alles aan te doen om de bloei van het leven te rekken, om maar niet te hoeven toegeven aan de ouderdom. Daartegenover plaatst hij het beeld van de oude Tasso, die hij gadeslaat vanaf het terras van zijn vakantiehuis op een Grieks eiland. Deze Tasso lijkt het probleemloos te lukken om op een mooie manier oud en wijs te worden.
Als vanzelf brengt deze omgeving je bij de Oude Grieken. En Epicurus is de filosoof die de meeste aanknopingspunten biedt voor een antwoord op de vraag: hoe kun je het beste leven? Of beter nog: hoe kun je de unieke mogelijkheden van de ouderdom benutten? Plato komt voorbij, en ook Sartre, Montaigne en Nietsche. Zware kost, al die denkers, zo lijkt het. Maar voormalig filosofiestudent Klein is – zeker na zijn bekentenis dat hij de colleges destijds lang niet altijd begreep – een perfecte leermeester voor de geïnteresseerde lezer.
“Niet de jongere is te benijden, maar de oudere die goed geleefd heeft. De jongere zwalkt maar wat door het leven, gelooft nu eens dit en dan weer dat. De oudere bevindt zich in de veilige haven, zeker van zijn ware geluk.”, zo formuleerde Epicurus dat zo’n 300 jaar v. Chr. Dat geeft de schrijver moed; niet voor niets koos hij deze uitspraak als zijn motto.
Een uitspraak die in zeven hoofdstukken doorgrond wordt, steeds tegen de achtergrond van de oude Tasso op zijn Griekse eiland. Zo gaat het over tevredenheid, het niet langer gebonden zijn aan commercie, en aan het stellen van steeds hogere doelen. Hoe waardevol is ook het spelen, òm het spelen, het beeld van het jonge kind en de oudere die samen opgaan in het bouwen van een blokkentoren. En weer is het Tasso die laat zien hoe plezierig het is in het belangeloze gezelschap te zijn van vrienden, gesprekken die alle kanten op waaieren en waarin stiltes niet pijnlijk zijn.
Klein laat zien dat de autobiografische drang die ouderen soms overvalt, het terugkijken zonder spijt, met aanvaarding van je leven ondanks de fouten, houvast geeft om de zin van je leven te ontdekken. Verder denkend deinst hij er zelfs niet voor terug om het begrip existentiële authenticiteit erbij te halen; met heldere voorbeelden weet hij ook dàt uit te leggen.
Kortom, de schrijver is erin geslaagd om de resultaten van zijn persoonlijke zoektocht als tips aan te reiken voor leeftijdgenoten met dezelfde vragen. Een boek om over na te denken, om met anderen over te praten. En dat hoeft niet per se op een Grieks eiland.
Herma Veldhuis