Waarom zou je naar Rio gaan?
Wij laten de drukte voor wat het is en glijden in een bootje over de Amazone.
Over een paar dagen barsten de Olympische Spelen los in het ruim zes miljoen inwoners tellende Rio de Janeiro. Wij laten de drukte voor wat het is en glijden in een bootje over de Amazone.
Bij Manaus mondt de Rio Negro, met water zo zwart als koffie, uit in de Amazone. De Rio Negro mag dan vrij onbekend zijn, toch is hij zo reusachtig dat we vanaf de boot waarop we zitten de oever niet kunnen zien. En dat terwijl de buien van maart nog moeten vallen. In een sukkelend tempo brengt de houten boot ons verder stroomopwaarts. Zodra de stad achter ons ligt, opent zich het decor van het grootste regenwoud ter wereld. Bomen met kruinen als struikjes broccoli reiken tientallen meters hoog in de vochtige lucht. Lianen en struiken verbinden het groenpalet waaraan we voorbij varen. Naast ons zit Marco, een visbioloog die al ruim twintig jaar het dierenleven in de Amazone bestudeert.
Overstromingen
“Elk jaar, tussen januari en juni, valt er zo veel neerslag dat een gebied drie keer zo groot als Spanje onderwater komt te staan,” vertelt hij. Langzaam varen we een zijtak van de machtige rivier op, waarna een doolhof aan kreken, meren en aftakkingen volgt. We leggen aan bij het Ecopark Jungle Lodge, een bungalowpark dat voormalige houtkappers een baan geeft en waarvan de opbrengst wordt besteed aan biologisch onderzoek.
Razendsnelle schimmen
“Laat je tanden niet zien en fluister,” waarschuwt Marco ons als we hem door het woud volgen. Geritsel in de bomen, gevolgd door gekrijs en razendsnelle schimmen in het bladerdak. Dichterbij gekomen, zien we een paar grijze apen met dikke buikjes. “Rijke mensen, vooral in het Midden-Oosten, betalen grof geld voor zo’n wolaapje. Uiteindelijk zijn ze binnenshuis onhoudbaar en komen ze – met geluk – weer hier terecht.” Plotseling doet Marco een flinke stap terug. Hij kijkt gespannen en een seconde later begrijpen we waarom. Een reusachtige aap slingert zich in onze richting. Het is de leider van de groep en dat wil hij ons duidelijk maken. Terwijl Marco op hem inpraat, verschijnen overal beesten. Een staartloze kameleon kruipt door het zand en toekans glijden door de lucht. Marco weet de aap weer in de boom te krijgen en wij zijn ons bewust van onze plek in de hiërarchie van de jungle.
Dolby surround
Tegen de avond varen we weer uit, nu met een kano. Er staat een frisse wind en al gauw staat het kippenvel op onze armen. Dat weten piranha’s, anaconda’s en andere dieren met aanzien die hier wonen vast ook. Dat gevoel wordt versterkt als we wankelend een zijtak van de zwarte rivier opvaren. Met een zaklamp schijnt de gids over het water, in ogen van beesten. “Kaaimannen en slangen,” fluistert hij. De beesten zelf verstoppen zich zodra we dichterbij komen. De kano wurmt zich door het bladerdak en takken weerspiegelen in het rimpelende water, waardoor het lijkt alsof er slangen door het water kronkelen. Behalve het gekwaak van trompetkikkers, die strijden om de gunst van vrouwtjes, kunnen we de meeste geluiden niet plaatsen. Maar dat hoeft ook niet, we genieten zo ook wel van het Dolby surroundsysteem aan junglegeluiden.
Kauwgomboom
In regenkleding volgen we de gids over het pad door de jungle. Hij is gewapend met een machete. Om de paar meter wijst hij ons op iets. Bijvoorbeeld op de wilde guavevruchten en de tientallen palmsoorten. Zo zien we een spookpalm die, door telkens op een andere wortel te staan, door het woud loopt. Of een kauwgomboom, waarop wit poeder kleeft dat naar menthol ruikt. Deze jungle herbergt een schat aan bomen. Niet zo verwonderlijk dat parfumfabrikanten hier naar de essentie van hun geur zoeken.
“Het gaat zo hard regenen,” weet de gids ons te vertellen, “de vogels zijn stil en de mieren lopen driftig heen en weer.” Inderdaad, een paar minuten later tikt de regen op het bladerdak, zo’n 20 meter boven onze hoofden. Het duurt even voordat het water er is doorgesijpeld. Maar zodra dat is gebeurd, is er geen houden meer aan. Het pad waarop we lopen, verandert in een modderpoel. We keren terug naar het resort voor een welverdiende nachtrust en concluderen: Brazilië is een genot. En niet alleen tijdens de Olympische Spelen.
Zin in?
Vlieg eerst naar Natal of Fortaleza (retour vanaf ± € 600). Vanaf daar vliegt u door naar Fernando (1 uur) of Manaus (3 uur). Een visum krijgt u gratis bij aankomst. Check vóór een bezoek aan Brazilië welke vaccinaties worden aanbevolen. Wij logeerden in de Ecopark Jungle Lodge (Amazonecopark. com.br), voor € 85 p.n. Bungalows hebben warm water en airco.