Vast in je werk – en hoe je weer loskomt
Zó blijf je je ontwikkelen als je rond de 50 of ouder bent.
Wie liever geen gouden horloge van de zaak wil wegens 25 jaar in dezelfde functie, moet zich blijven ontwikkelen. Maar hoe gaat dat als je rond de 50 of ouder bent?
Tekst: Annemarie van Dijk | Beeld: Hollandse Hoogte. m.m.v. Bureauboelens.nl
De tijd dat we na 25 jaar trouwe dienst dankbaar een gouden horloge van de zaak in ontvangst namen, is wel voorbij. De tijden zijn veranderd. We willen meer afwisseling in ons werk en jobhoppen dan ook veel meer dan vroeger. Zeker in onze jongere jaren. Want rond hun 50ste krijgen sommige medewerkers toch het gevoel ‘vast’ te zitten. Ze hebben nu al heel wat jaren dezelfde baan en zouden nog wel iets anders willen. En er is nog zeventien jaar te gaan tot de AOW.
“Dat is bij veel mensen rond de 50 aan de hand,” zegt arbeidspsycholoog Louise Boelens. “Je leven komt in wat rustiger vaarwater doordat je kinderen bijvoorbeeld de deur uitgaan. Je ambitie komt vaak weer volop bovendrijven.” Het gevoel vast te zitten in werk is vervelend, weet ze. “Als het lang duurt, gaat het aan je knagen, je voelt je niet gezien. In het ergste gevoel ga je je geïsoleerd voelen op je werk, nemen mensen je niet meer serieus. Zo van: ‘O, dat is Jan, ach, die werkt hier al 35 jaar.’”
Misschien heeft Jan zich inderdaad zelf niet optimaal ontwikkeld. Koos hij voor veiligheid en zekerheid van zijn hoge salaris. Maar het bedrijf zelf heeft meestal net zo goed schuld. De visie in het bedrijfsleven was jarenlang: we investeren in iemand qua vaardigheden, bijscholing of omscholing tot hij 40 is, daarna niet meer. Werkgevers denken nog te vaak dat ouderen minder productief, vaker ziek en vooral duur zijn.
Nog 27 jaar
Leidinggevenden schatten de duurzame inzetbaarheid (zie beneden bij ‘5 dimensies van inzetbaarheid’) voor oudere werknemers lager in, zegt hoogleraar strategisch HRM Beatrice van der Heijden op Intermediar.nl. Met name als de chef jonger is dan de medewerker. “Daardoor geven ze daadwerkelijk minder aandacht aan de loopbaanontwikkeling van de veertigplusser. Deze krijgt minder kansen om een training of opleiding te doen, omdat die investering niet terugverdiend zou worden. Terwijl je op je 40ste nog 27 jaar mee kunt.”
Boelens: “Ouderen zijn gewoon goede medewerkers. Uit onderzoek blijkt: hoe ouder, hoe wijzer. Je twee hersenhelften werken beter samen, je kunt beter het geheel overzien, hebt meer levenservaring en je incasseringsvermogen is gegroeid.”
Waar sta ik?
Hoe pak je het aan? De eerste stap is de vraag beantwoorden: waar sta ik eigenlijk en wat wil ik? Bedenk: hoe zie ik de toekomst? Heb je een open blik? Zie je de toekomst als een doorlopende lijn? Ga je iets doen puur om het vol te houden tot het pensioen, of wil je iets doen wat je leuk vindt en waarmee je na het pensioen gewoon doorgaat, los van of het in een betaalde baan is?
Wees je ook bewust van een valkuil als de gouden kooi. Boelens: “Veel mensen zitten gevangen in een salarisniveau dat ze bij een andere werkgever niet meer kunnen krijgen. Soms moet je bereid zijn om een stapje terug te doen. Dat kan heftig zijn, maar uiteindelijk gaat het om je levensgeluk.”
Schoon schip maken
De volgende stap is jezelf verder ontwikkelen. Hiervoor moet je eerst de harde schijf opschonen, schoon schip maken, legt Louise Boelens uit. “Dat is niet makkelijk. Tot je 37ste leer je veel, maar daarna kan je harde schijf vol raken. Sommige mensen vinden het daarna wel best en spelen heel erg op safe. Ze halen de certificaten die ze moeten halen, maar daar blijft het dan bij. Een gemiste kans. Om je verder te ontwikkelen moet je ook dingen kunnen loslaten. Gebruik daadkracht om echt iets te veranderen. Wat is je blinde vlek? Zie onder ogen hoe je in bepaalde patronen zit, wat je emotionele blokkades zijn. Spoor een onbekend stuk in jezelf op dat leuk is om te ontdekken, waarin ontwikkeling zit.”
Een lerende en nieuwsgierige houding is een vereiste bij ontwikkeling. Stel kritische vragen: hoe bereid ben ik om onbekend terrein te betreden, om uit mijn comfortzone te gaan? Hoe nieuwsgierig ben ik eigenlijk? Hoe ga ik om met kritiek? Heb je moeite met iets, bijvoorbeeld met kritiek, dan ligt daar een leerpunt waarmee je iets kunt doen.
Vraag om hulp
Op veel vragen weet je waarschijnlijk zelf al een goed antwoord. Maar het kan ook fijn zijn om er hulp bij te krijgen. Praat met familie en vrienden, neem geregeld een pitstop waarin je met collega’s de tijd neemt voor reflectie of lees boeken over zelfontwikkeling. Kom je niet verder, dan kan je naar een loopbaancoach gaan. Die kan helpen bij het maken van de juiste keuzes.
Iets willen leren vereist ook dat je samenwerkt met de jongere garde. Oudere medewerkers hebben nogal eens vooroordelen naar de jongeren, vanuit angst of jaloezie – bijvoorbeeld omdat een jongere collega beter met internet overweg kan. Louise Boelens: “Wees nieuwsgierig naar de jongere medewerkers: hoe staan ze in hun werk? Praat eens met een van hen. Hoe kijkt hij aan tegen zijn eigen werk, hoe kijkt hij naar zijn toekomst? Je kunt er veel van leren. Net zoals de jongere medewerker weer van jou kan leren.”
Neem zelf het initiatief
Bedrijven denken meestal niet vanuit medewerkers, maar vanuit doelen. Dat betekent dat wie iets anders wil, zelf de verantwoordelijkheid moet nemen. Houd tot wel zeventig procent zelf de touwtjes in handen, raadt Louise Boelens aan. “Vraag een gesprek aan met je leidinggevende en bereid dat goed voor: ‘Ik wil mee naar de toekomst, daar span ik me graag voor in. Maar ik heb het gevoel dat jullie mijn waarde niet zien. Wat kan ik precies doen?’”
In sommige organisaties zit een loopbaancentrum. Daar kan je op een rij zetten wat er nodig is om iets anders te gaan doen. Voor de een is dat zelfonderzoek, voor de ander een competentieonderzoek. Rouleren van functie met een collega kan ook nuttig zijn – ga eens kijken op een andere afdeling en doe andersoortige werkervaring op. Ten slotte kan een opleiding doen zinvol zijn, en dat hoeft echt niet altijd zes jaar studeren te betekenen.
Leeftijd geen issue
Geertine IJssel de Schepper (zie ‘Uit de praktijk’) werkt nu alweer een paar jaar als teamleider in het ziekenhuis, inmiddels vier dagen per week. “Vooral het eerste jaar vond ik best zwaar: én een nieuwe baan en een opleiding. Want die hbo-management opleiding was een vereiste om de baan te kunnen doen. Maar ik ben blij dat ik heb doorgezet. Dat ik al bijna 50 was, was gelukkig geen issue. Doordat ik iets ouder ben dan veel collega’s heb ik een soort natuurlijk overwicht, en dat is best fijn in deze functie.”
Uit de praktijk
Geertine IJssel de Schepper (1962) werkte jarenlang drie dagen per week als kinderverpleegkundige in een ziekenhuis. Maar toen ze tegen de 50 liep, begon het te kriebelen: ze wilde wel iets anders.
Geertine: “Met een man die voor zijn werk steeds maanden van huis is en kleine kinderen thuis had ik mijn eigen ambities maar even terzijde geschoven. Maar toen de kinderen groter werden, besloot ik de gok te wagen: tijdens mijn beoordelingsgesprek gaf ik aan open te staan voor iets anders. Iets wat minder verzorgend was. Tot mijn verrassing kreeg ik meteen een loopbaantraject aangeboden om te zien waar mijn interesses lagen. De functie van teamleider op een afdeling in het ziekenhuis bleek wel iets voor me te zijn. Je coördineert dan de dagelijkse gang van zaken, regelt de opnames en ontslagen, het rooster, etc. Een paar maanden later deed zich een mooie kans voor: of ik tijdelijk de baan wilde doen van een teamleider die met bevallingsverlof ging. Natuurlijk! De baan was pittig maar smaakte zeker naar meer. Helaas moest ik erna weer gewoon als verpleegkundige aan de bak. Om mijn kansen op een andere baan te vergroten, schreef ik me in voor een eenjarige post hbo-management opleiding. Stomtoevallig kwam er op dat moment ook een vacature voor teamleider in het ziekenhuis vrij. En ik kreeg de baan!”
5 dimensies van inzetbaarheid
Hou zelf goed je duurzame inzetbaarheid in de gaten, adviseert hoogleraar strategisch HRM Beatrice van der Heijden. Deze vijf dimensies zijn daarbij bepalend:
1. Beroepsexpertise: zorg dat je bijblijft in je vak – dat gaat verder dan alleen de benodigde certificaten bijhouden.
2. Anticipatie en optimalisatie: hou je blik naar buiten gericht, neem de ontwikkeling in het werkveld waar. Een beroep dat nu nog bestaat, kan er volgend jaar niet meer zijn.
3. Persoonlijke flexibiliteit: hoe ga je om met tegenslagen, met veranderingen waarvoor je niet zelf hebt gekozen?
4. Het organisatiegevoel: zorg dat je gezien wordt, manifesteer je in de organisatie door bijvoorbeeld in een werkgroep of de OR te gaan zitten.
5. Balans: zorg voor een goede balans tussen werk en privé.
Loopbaan-check-app
Wie het niet meer zo naar zijn zin heeft op het werk, de uitdaging mist, veel op routine doet en het gevoel heeft zich niet voldoende te kunnen ontwikkelen, kan de vragen op de Loopbaan-Check app beantwoorden. Je krijgt dan advies over je werk en wat je zou kunnen doen. De app geeft ook handige sollicitatietips en kan contact leggen met een aangesloten loopbaancoach in de buurt. Loopbaan-check.nl
Tip: begin voor jezelf
Je bent nooit te oud om voor jezelf te beginnen! Kijk hier voor handige ZZP-tips.