In dit alweer laatste deel van de gratis cursus thriller schrijven onthult Carla de Jong de geheimen achter het creëren van sterke karakters en dialogen.
“Ik heb zelf heel lang in de gezondheidszorg gewerkt,” zegt Carla de Jong. “Als verpleegkundige, met de handen uit de mouwen aan het bed, maar ook als bestuursadviseur. Ik ken dus heel verschillende kanten van die wereld.”
Dus specialiseerde De Jong zich in ziekenhuisthrillers. “Ik put nog steeds uit situaties die ik zelf heb meegemaakt. Omdat ik het dicht bij huis hou, hoef ik niet veel research te doen. Maar ik zorg wel dat ik up-to-date blijf. Er is een arts die altijd meeleest om te kijken of het allemaal klopt. Zeker als het om de medische details gaat.”
Geen nagelbijter, wél spannend
De psychologie vindt ze heel belangrijk. Voor een “nagelbijtend spannende plot” moet je niet bij haar zijn, vindt De Jong. “Het speelt in de kleine organisatie van een ziekenhuis en de vraag is bijvoorbeeld: waarom krijgt die arts op een cruciaal moment van de operatie kortsluiting in zijn hoofd? Wordt hij zó onder druk gezet dat hij een gevaar wordt in zijn werk? Dat is een spannend gegeven, al is het geen wereldomvattend plot met spionage en weet-ik-wat-allemaal.
Maar mijn boeken zijn wel degelijk maatschappelijk geëngageerd. De ingreep snijdt bijvoorbeeld het vraagstuk aan van de roep om patiëntgerichtheid in ziekenhuizen. Kun je van alle chirurgen eisen dat ze communicatief sterk zijn of moet je accepteren dat hun sociale vaardigheden niet altijd gelijk opgaan met hun medisch-technische kwaliteiten? En dat je dus misschien andere mensen nodig hebt voor het goede gesprek met een patiënt.”
Niet té dichtbij
De Jong begint met het ontwikkelen van de karakters, want daaruit vloeien de dialogen voort. “Bij mijn best gelukte karakters heb ik vaak een daadwerkelijk persoon uit mijn omgeving voor ogen. Meestal niet iemand die ik heel goed ken, maar bijvoorbeeld iemand die ik vaak op de markt tegenkom en die me op de een of andere manier opvalt. Van zo iemand ga ik bedenken hoe hij leeft, denkt of zou handelen. Zo vormt zich een soort rudimentair karakter. Iemand dichterbij vind ik te akelig. Het is niet kies en het biedt me te weinig ruimte. Met iemand die verder van je af staat valt meer te ontdekken – dat karakter vult zich tijdens het schrijven.”
Skip loze praat!
Het is erg belangrijk dat wat iemand zegt ook echt bij het karakter past. In De ingreep is chirurg Wim diepgelovig. “Hij zal dus nooit krachttermen gebruiken en heeft een ingetogen, houterige manier van spreken. Totaal anders dan een andere hoofdpersoon: een psychologe die juist erg gewend is met mensen te praten en belangstellend te zijn.”
Alles wat Carla schrijft leest ze hardop voor. “Een goeie check om te kijken of zinnen lopen en het lekker klinkt. Een wetmatigheid voor beginnende auteurs: skip loze praat! Dat geldt zeker voor dialogen: ‘Hé hallo, hoe gaat het?’ ‘Goed.’ Volstrekt oninteressant. Maak daarvan: Ze begroeten elkaar kort. Als je een dialoog schrijft en namen en lichaamstaal zou weghalen, dan moet je aan alleen de taal al kunnen horen wie er aan het praten is. Daaruit blijkt dat je je karakter goed in de vingers hebt.”
Carla’s tips
1. ‘Lees alles wat je schrijft hardop voor. Goeie check om te kijken of zinnen lopen en het lekker klinkt.’
2. Neem voor een personage een persoon uit je omgeving die je niet al te goed kent. Bijvoorbeeld iemand die je elke dag op de markt tegenkomt. Bedenk hoe hij of zij leeft, denkt en zou handelen.’
3. ‘Zorg ervoor dat je al op grond van iemands taalgebruik kunt horen wie er praat. Dan heb je je karakter goed in de vingers.’
4. ‘Skip loze praat! Dat geldt zeker voor dialogen.’
Meer gouden tips
Eerder besprak Tomas Ross in de gratis cursus thriller schrijven wat er aan een goede thriller vooraf gaat. Daarna vertelde Siska Mulders over de eerste zinnen. Vorige week gaf Charles den Tex advies over het opbouwen van de spanning. Wij wensen je veel schrijfplezier!