Jeu des boulen met Youp van ’t Hek
'Ik kan alleen maar onbedaarlijk lachen met mensen die iets onverwachts zeggen'
Schrijven zal hij altijd blijven doen. ‘Het is mijn manier van ademen.’ Maar met 42 podiumjaren overwoog Youp van ’t Hek (1954) wel af te zwaaien als cabaretier. Een interview uit mei 2015.
‘Ik heb niet de frustratie van: ik moet nog’
“In mijn werkkamer hangen al mijn affiches, van 1973 tot nu. Ik rij elke dag fluitend naar Domburg of Blokzijl. Maar als morgen een arts zegt: er is iets met je aan de hand, is er een kans dat ik à la minute stop met werken. Er is geen financiële noodzaak meer. Kijk als ik nou nog een droom zou hebben… Carré was mijn droom, die heb ik verwezenlijkt. Ik heb niet de frustratie van: ik moet nog. Ik heb nu het gevoel: na de oudejaarsconference doe ik nog één mooi programma. Dan ben ik 64, en wie zit er dan nog op me te wachten? Dat komt ook door mijn broertje die plop! Dood was op zijn 63ste, twee jaar geleden. Dat vond ik heel erg. Mijn ouders, die waren op. Maar Carol was van mijn generatie. Nu ik 60 ben komt het einde dichterbij, dat voel ik. Ik ben op mijn hoede. Als ik voetbal trek ik dat sprintje niet meer. Twee keer per week ga ik naar mijn personal trainer. Die kreeg ik vier jaar geleden cadeau van mijn kinderen. Papa, je moet nog lang bij ons blijven, zeiden ze. Al die wijntjes, huppakee, ga wat doen! Ik hoop op tijd weg te zijn. Ik hoef niet door het park geduwd te worden. Maar om dat nu al af te spreken met mijn arts… daar ben ik niet zo’n held in.”
Mijn manier van ademen
“Toen ik 12 was, zeiden mijn ouders: jij wilt schrijver worden? Hier heb je een schrijfmachine. Mijn vader was een selfmade man. Hij kwam uit een arm gezin, had in de avonduren zijn HBS en economie gedaan en was directeur van een beleggingsmaatschappij geworden. Als je iets wil, moet je het doen, vond hij. Mijn grootvader was een goede kleermaker waar dure mensen hun pakken bestelden. Die betaalden ze niet, of heel laat. Moest hij in Zuid die deuren langs. Zo worden dat soort mensen rijk, en zo leerde mijn vader hoe het leven in elkaar stak. Hij geloofde niemand. Dat heb ik ook. Als ik Pechtold of Rutte zie kakelen dan vind ik het maar liegbeesten.”
Sinterklaas bestaat weer
“Sam, mijn kleinzoon, had geen idee wat opa Joepie deed – zo noemt hij me. Ik nam hem mee naar Carré en ik maakte dit fotootje. Hij is nu 5, daar is hij 3. Dit is het jongetje dat ik ooit was. Als hij vraagt: haal je me uit school? ben ik gloeiend trots en zeg al mijn afspraken af. Het voordeel van zo’n mannetje is dat het leven weer zin heeft. Sinterklaas bestaat weer, de kerstboom heeft weer nut. Door zijn ogen keek ik weer even naar Carré. Hij vond het zo mooi, hij wilde nog een keer komen. De volgende dag sprak ik hem aan de telefoon. Het was hem tegengevallen dat ik hetzelfde verhaaltje had staan vertellen. (lacht) Hij dacht dat er elke dag dezelfde mensen zaten, net als in zijn klas. Dat vond ik zo’n goeie gedachte.”
Onbedaarlijk lachen
“Wij zijn de enigen met een jeu de boulesbaan in de tuin. Ik heb drie oude vrienden met wie ik elk jaar vier dagen wegga. We nemen onze jeu de boules ballen mee en laten goede wijn komen. Ik vind het prettig dat ik nooit met ze over mijn werk hoef te praten. We hebben het over kinderen, voetbal. Echte zorgen deel ik alleen met Debby. Naarmate ik ouder word sluit ik me steeds meer af. Ik ga bijna nooit meer naar feestjes, want mensen beginnen altijd tegen me aan te praten. Lulkoek over hun werk, of over wat zij vinden van Syrië. Mijn vriendengroep wordt niet groter. Zodra mensen te veel gaan zeiken heb ik geen zin meer in ze. Als het voorspelbaar wordt, ben ik weg. Met mijn vrienden kan ik onbedaarlijk lachen. En ik kan alleen maar onbedaarlijk lachen met mensen die iets onverwachts zeggen.”
Youp staat nu in het theater met Licht (wees er snel bij voor de laatste kaarten).
Bron: Spul door Minou op den Velde in Zin 4 (2015). Beeld: Brenda van Leeuwen. Het artikel vind je ook terug (met nog veel meer hoogtepunten uit tien jaar Zin) in het Zin-boek: de beste jaren komen nu!.