Wild Wild Malawi
Lonely Planet tipt Malawi als land dat je gezien móet hebben. En terecht, ontdekt reisjournalist Karin Rus.
Apen in de bomen, impala’s in de struiken en nijlpaarden in de rivier: Malawi is een ongerept safariland zónder de drukte. Een wiebelende touwbrug. Over een brede rivier. Vol nijlpaarden. “Krokodillen zitten er ook!” roept gids Samuel Chihana (1965) over zijn schouder. Fijn. Hij stampt enthousiast voor me uit, hier in het hart van wildpark Majete. Aan de overkant ligt de Mkulumadzi Lodge, een vijfsterrenverblijf waar ik het vanavond vooral rustig aan ga doen. Ik heb namelijk nogal een dag achter de rug.
Het begon allemaal bij zonsopgang, toen ik Samuel de hand schudde. Hij stond op zijn wandelschoenen klaar om me het park te laten zien. Inderdaad, te voet. Terwijl ik de slaap uit mijn ogen wreef, kletste hij vrolijk over alles wat we tegen konden komen. “Apen in de bomen, impala’s in de struiken en nijlpaarden in de rivier.” Nijlpaarden mogen er al dobberend uitzien als het toonbeeld van ontspanning, ze kunnen behoorlijk link zijn. “Kom nooit tussen een nijlpaard en het water, dat is zijn vluchtroute. Als je in de weg staat kun je zo omver worden gelopen.” Samuel wond er geen doekjes om. “Daarom doen we alleen overdag wandelsafari’s, als de nijlpaarden veilig in de rivier liggen.” En toen hield hij opeens op met praten.
De ranger stapte met zijn geweer naar voren. Een leeuw? Een olifant? Ik gluurde voorzichtig over Samuels schouder en zag een nijlpaard, de buitenproportioneel kleine oortjes gespitst. Hij nam nog snel een hap gras en rende naar de rivier. “Op dit uur zie je ze niet vaak op het droge,” krabde Samuel zich achter zijn oor. “Dieren zijn onvoorspelbaar.”
Strand
De volgende ochtend staat er iets compleet anders op het programma. Ik ga naar het Malawimeer. Een van de grote voordelen van dit land is dat je een safari kunt combineren met een strandvakantie. Het water is zo helder dat ik vissen kan zien zwemmen. Dankzij een fijne speling van het lot, of de ligging van het eiland, zijn er op Mumbo Island geen muggen, gevaarlijke slangen of krokodillen. Wandelen kan hier dus gewoon in je eentje. Het is een drukte aan de waterkant. Vrouwen doen de was, kinderen spelen met zelfgemaakt speelgoed en vissers repareren hun netten. Het is dankzij deze heren dat het meer de bijnaam ‘Lake of Stars’ kreeg. Ze vissen ’s nachts, met een lamp. De lichtjes zijn vanaf Mumbo Island te zien.
Puberende olifanten
Na een paar dagen luieren besluit ik nog een safari te doen. Dit keer reis ik naar Liwonde National Park, in het moerasgebied ten zuiden van het meer. Snel de boot in voor de watersafari. Gids Ian wijst meteen naar de oever aan de overkant, waar een hele kluit krokodillen ligt. Als we dichterbij komen, laten ze zich in het water zakken, een dreigende grijns op hun gezicht. De bootsman stuurt op een groep nijlpaarden af en hoe dichterbij we komen, hoe minder er boven water blijven. We varen een stukje stroomopwaarts, waar een kudde olifanten staat te eten. Twee kleintjes glijden op hun kont het hellinkje af en het water in. Ze spuiten elkaar nat en doen iets wat op tikkertje lijkt. “Pubers,” grinnikt de bootsman. Als moeders ook nat wordt van al het gespetter, stelt ze met een mep van haar slurf orde op zaken. We tuffen verder, de zonsondergang tegemoet. Omringd door wilde dieren, ver van de bewoonde wereld. Midden in Afrika.