Tweelingbroers met een missie: levens redden
In plaats dat Jan en Dick hun pensioen thuis vieren, trekken ze zich het lot van Ethiopië aan.
Gepensioneerd chirurg Dick Koning (1946) trekt zich de schrijnende gezondheidszorg in Ethiopië zo aan, dat hij er in 2009 zijn beroep weer oppakt. Tweelingbroer Jan volgt hem naar Afrika. Hun missie: kinderlevens redden.
Dagenlang onderweg
Nerveuze moeders lopen met baby’s op hun arm het kinderziekenhuis van Addis Abeba binnen. Samen met de Nederlandse tweelingbroers Jan en Dick Koning volg ik hen, over de trappen omhoog. De liften werken niet, ruiten missen en verf bladdert van de muren, maar deze moeders hebben geen keus. Ze snakken naar medische hulp voor hun baby met open rug of waterhoofd. Soms zijn ze dagenlang onderweg geweest. Het is zaterdagochtend, de enige dag in de week waarop een paar van deze kinderen geopereerd zullen worden in dit ziekenhuis.
Elke seconde telt
Achter een douchegordijn in de gang bekijken de broers en een net afgestudeerde Ethiopische arts de binnen gebrachte baby’s. “Als ze er met twee weken bij zijn, dan is dat snel. Een kind met open ruggetje of waterhoofd dat pas na een halfjaar binnenkomt, overleeft het waarschijnlijk niet,” vertelt Dick. “Bij een hydrocyfalus hoopt vloeistof op in de hersenen, dat moet eruit. Gebeurt dat niet, dan wordt het hoofd opgeblazen als een ballon. Uiteindelijk gaan de hersenen dood. Elke seconde telt.” Daarom werkt het handjevol neurochirurgen – in dit land is er slechts 1 op elke 10 miljoen inwoners – zich een slag in de rondte om levens te redden.
Geluk
Terwijl hij in zijn witte jas de ernst belicht, draagt moeder Abu Boge haar dochter naar binnen. Ze is drie dagen onderweg geweest over stoffige wegen om de kilometers tussen haar dorp en de hoofdstad te overbruggen. Dit tekent hoe Afrika worstelt met de gezondheidszorg: miljoenen zieken wonen op dagen reisafstand van een ziekenhuis. Jan bestudeert nauwkeurig de open rug van de baby en probeert, met een vertaler, uit te leggen hoe het ervoor staat. Bij een spina bifida komt het ruggenmerg buiten de rugwervels, al dan niet vergezeld van een uitpuilende of opengebarsten vochtblaas op de onderrug. Naast de dochter van Abu zijn er naar schatting nog 2800 baby’s met een dergelijke aandoening in Ethiopië, veel meer dan de 500 operaties die dit kinderziekenhuis jaarlijks kan uitvoeren. Abu mag zich gelukkig prijzen.
Alles behalve modern
Jan neemt me mee naar de kamers waar jonge neurochirurgen opereren. Op de mouw van zijn doktersjas staat in blauwe letters ‘Reinier de Graaf’: de naam van het Delftse ziekenhuis waar hij tot 2012 als chirurg werkte en voorzitter deuren staan open, patiëntjes liggen op linnen doeken en apparatuur is verouderd. Hoewel het ziekenhuid Spartaans is, is Jan trots op het resultaat dat de stichting geboekt heeft. “Twee van de drie chirurgen aan de operatietafel staan aan het einde van hun opleiding. Binnenkort versterken ze de inmiddels zestien neurochirurgen in het land.”
Waterhoofdbaby
Geïnteresseerd in tropische gezondheidszorg, vertrekt Dick in 2009 naar Ethiopië. “Ik zag daar hoe tienermoeders met waterhoofdbaby’s huiswaarts werden gestuurd omdat er urgentere patiënten waren,” vertelt hij. “Ze waren opgegeven. Ik besloot te betalen voor een ploeg die ’s zaterdags ingrepen zou doen. Ik bedelde, smeekte en leende om dat geld bijeen te krijgen.” Tot zover speelden de levens van de broers zich los van elkaar af, maar dat veranderde. “Ik ben niet zo’n reiziger als Dick,” begint Jan. “Toch kwam mijn liefde voor Ethiopië vrij snel. Dick was er al en belde me op. Hij zei dat er veel werk was en dat ik moest komen. We konden het samen doen. “We waren weer samen, deelden een kamer, deden samen operaties en hielpen elkaar,” vertelt Jan. “M’n tweelingboer is m’n beste vriend.”
Hoge prijs
Toch betalen de broers een prijs voor hun ontwikkelingswerk. “Bijtende zandvliegjes en malaria zijn een probleem. En om ons heen zien we relaties stuklopen, omdat de een wel en de ander niet wil werken in een ontwikkelingsland,” zegt Dick. Hij ontmoette zijn Amerikaanse vrouw tijdens een reis door Taiwan en zij volgt hem op zijn missies naar Ethiopië. Jans vrouw is niet zo reislustig en vanwege haar vliegangst is ze nooit meegegaan naar Afrika.
Spartelende benen
Nog een laatste keer bezoeken Jan en Dick het kinderziekenhuis in Addis Abeba. In twee naast gelegen kamers zien ze de kinderen die de afgelopen jaren met hun steun onder het mes zijn gegaan. De gang is volgestroomd met ouders en kinderen. Vreugde in Dicks kamer: hij zit op een bed en houdt de handen vast van een meisje dat op eigen benen staat. Hij glundert. Spartelende benen en hoofden van normale omvang maakt de broers blij. Vandaag regeert het leven.
Doneren mag
De Reach Another-stichting van Dick en Jan is volledig afhankelijk van giften. Het kost € 100 om een baby met een waterhoofd of open rug te opereren. Zie Reachanother.nl