Boekenclubrecensie De levenden en de doden in Winsford
Mening in één zin: Dit beklemmende relaas heeft tijd nodig en blijft na het lezen nog heel lang kleven. 4 sterren
Winsford ligt in het Zuidwesten van Engeland en vertoont verrassend veel overeenkomsten met het fictieve graafschap Midsomer. Hoewel Hakan Nesser een Zweedse schrijver is weet hij het desolate landschap met zijn schaarse bevolking op exact de juiste manier te beschrijven. In dit verhaal wordt de lezer meegenomen in de belevingswereld van Maria Holinek – Anderson die samen met haar hond Castor intrek neemt in ‘Darne Lodge’. Om zich minder eenzaam te voelen vertelt deze goed verzorgde, maar eenzame vrouw het verhaal afwisselend in de ik- en de we-vorm.
Als lezer vraag je jezelf af waarom ze zichzelf voorneemt om een half jaar in Winsford te gaan wonen en denk je in eerste instantie aan een huwelijkscrisis, burn-out of tragisch verlies. Gaandeweg het verhaal wordt echter duidelijk dat één en ander veel ingewikkelder in elkaar zit. De dood, heftige gebeurtenissen en het onvermogen om dit goed te kunnen verwerken vormen samen een kluwen die langzaam maar zeker wordt ontrafeld.
Het verhaal begint met lange wandelingen in het klamme en dreigende landschap rond Winsford en wordt afgewisseld met bezoekjes aan de plaatselijke pub en het community computer centre. Maria Anderson lijkt alle tijd van de wereld te hebben en doet zich voor als schrijfster. Ze weet de tijd te doden door zich vaste klampen aan een dagritme waarin haar hond Castor een hoofdrol speelt. Wandelen, lezen en schrijven, boodschappen halen en de wasserette bezoeken vullen het grootste deel van haar tijd.
In de plaatselijke pub ‘Royal Oak’ ontmoet ze Mark Britton. Een vriendelijke man met een bijzondere spirituele gave. Hoewel Maria het ontkent is ze onder de indruk van deze lange slanke man en doet ze haar best om hem te ontwijken. Door onvoorziene veranderingen aan het thuisfront, een password en de plotseling ontluikende liefde voor Mark Britton moet ze van haar vooropgestelde plan afwijken. Maria Holinek – Anderson heeft echter alle tijd, of lijkt dat maar zo?
Jacomien van ‘t Ooster