BELEEF DE TIJD VAN JE LEVEN
Balkan op zijn best

Balkan op zijn best

In de reisboekenserie ‘Van Reizen en Trekken’ verscheen in 1913 Montenegro van journalist Henri van der Mandere.

Roos Haverman reist hem na, dwars door modern Montenegro, met het ruim honderd jaar oude reisboek in de hand.

Uitzicht

Zomerlucht zo warm als een föhn dwarrelt binnen door het raampje, Balkanpop klinkt uit de radio, een geasfalteerde autoweg slingert onderlangs. Links een lint van vissersdorpen, rechts een blauwe baai die glinstert in de zon. Op de achtergrond steken gekartelde bergen af tegen de onbewolkte hemel. Met elke bocht verandert het uitzicht: hier een strandje, daar een terras onder de palmbomen, op het water dobberen plezierbootjes. Zon, zee, erfgoed, bergen: op het eerste gezicht is Montenegro het gedroomde vakantieland.

BalkanReisboek

Op het dashboard ligt een reisboek uit 1913. Kort na de Balkanoorlogen en voor de Eerste Wereldoorlog reisde Henri van der Mandere naar een klein en obscuur koninkrijk aan de Adriatische Zee. Niet om verwoestingen, wederopbouw of oorlogsdreiging te verslaan, maar als reisjournalist. Van der Mandere publiceerde in tijdschriften als Op de Hoogte, Eigen Haard en De Kampioen. De schrijfstijl was destijds nog wijdlopig, maar dat is lang niet de enige verandering van de afgelopeneeuw, zo blijkt bij aankomst in Montenegro.

BalkanLieflijk dorpje

Men doet goed niet te haastig langs de kusten van Dalmatië te reizen, om langzaam en vertrouwelijk in de sfeer te geraken van deze bijzondere Slavische schoonheid. Een eeuw later is de kustweg rond de Baai van Kotor nog steeds adembenemend. Anders dan toen liggen er nu mensen op strandbedjes te zonnen. Her en der staat een betonnen hotel uit de Joegoslavische tijd te verkrotten; de socialistische vakantieparadijzen zijn verruild voor modernere strandresorts.

BalkanRisan

De eerste stop is Risan, dat aan den voet der Orjen ligt en een bevolking heeft, die het meest woeste deel der Boccheezen omvat; woest in traditie, woest in gewoonten, woest in uiterlijk door de groote snorren en zware wenkbrauwen. Het blijkt een lieflijk dorpje, met roze bloesem in de voortuinen. Woeste bewoners zijn er nog steeds te vinden; zonder snor of borstelwenkbrauwen, maar in een wetsuit en mét harpoen loopt een man de baai in. Gefascineerd bekijk ik hoe hij met krachtige slagen het water verkent; dagelijks vangt hij hier de vis die hij ’s avonds op tafel zet.

Lees de rest van de reisreportage in Zin 5.

TEKST: ROOS HAVERMAN | BEELD: ROOS HAVERMAN, SANDER GROEN