Erik Jan Harmens (1970), schrijver en dichter, legt iedere Zin uit waarom gedichten gelukkig maken – of tot nadenken stemmen. Vandaag het gedicht Geen ander antwoord van Frans Kuipers.
Koningin
Had de dichter de vrouw in dit gedicht voor een open deur geplaatst, dan had ze op het punt gestaan om te vertrekken. Maar hij zet haar voor een open raam, terwijl ze pimpelend een voorbije liefde overdenkt. Ze gaat niet naar buiten, ze kijkt naar buiten: ziet voor zich hoe ze had kúnnen vertrekken. Die ‘ze’ is een ‘oud-meikoningin’. Een heerlijke benaming, want de maand mei staat voor jong, het tegenovergestelde van oud. En mei klinkt als ‘mij’, dus er staat ook: exit mijn koningin.
Taalspel
Dit gedicht spint van taalspel: het tanen van de liefde wordt verbeeld door de tanden van een rat, de beginner in de liefde is een ‘nitwit van minne’. In nitwit resoneert ‘zenit’, het punt aan de hemel recht boven je. Bij hemel verwacht je God, maar Zijn naam wordt verbasterd: de nar is ‘van hof los’.
Taalbombardement
Tijdens het hele gedicht sta je als lezer met 1-0 achter, omdat het verhaal zich ‘in het hoofd van een ander’ afspeelt, ‘in een droom in de nacht’. Het gebeurt dus niet echt. Sowieso gebeurt er geen fluit: aan het begin van de illusie staat de vrouw voor het open raam met haar glas, aan het einde staat ze er nog steeds. We zijn niets opgeschoten, niet in het echt en niet in onze dromen. Met zo’n weldadig taalbombardement achter de kiezen, stemt die vaststelling toch vrolijk.