Deel 1 | Generatieloze vriendschappen
Leeftijd? Karakter!
Je soulmate is veertig jaar jonger. Waarom niet eigenlijk? Wat doet het verschil ertoe? Twee onwaarschijnlijke, maar vanzelfsprekende vriendschappen laten zien dat leeftijd ook maar een getal is. Allan Thompson (1953) is veertig jaar ouder dan zijn goede vriendin Laurien Onderwater (1993). Maar hij heeft haar advies net zo hard nodig als andersom.
Atypische wetenschappers
Er kwam een fris, jong en ietwat verlegen meisje binnen in de kantoorruimte van het Leids Universitair Medisch Centrum, waar Allan Thompson als onderzoeker werkt. Het was Laurien, studente biomedische wetenschappen. En na Allans goede grap – “al zeg ik het zelf” – was de toon gezet.
Laurien: “Ik was vréselijk zenuwachtig voor mijn eerste stagedag. Ik weet nog hoe Allan op me afstapte en we elkaar een hand gaven. Ik had zo’n grote, scherpe ring om mijn vinger en hij voelde dat. ‘Good gracious, wat een prikkelende ontmoeting,’ zei hij. Met zo’n heerlijk Brits accent. Ik was zo opgelucht. Iemand met dezelfde humor, dacht ik. Dat moet goed komen.”
Allan: “En het kwam ook goed, hè. Wat hebben we een lol gehad. Sommige onderzoekers zitten in hun eigen wereldje; gelukkig is Laurien net zo’n sociale, atypische wetenschapper als ik. We nemen de boel niet te serieus. De vriendschap ontstond bij de koffieautomaat, maar steeds vaker lunchten we buiten de deur. Ik stond er eigenlijk nooit bij stil dat ze veel jonger is.”
Laurien: “Nee, heel gek, maar ik ook niet. Pas voor dit interview vroeg ik aan Allan: hoe oud ben je eigenlijk?”
Allan: “Laurien is heel wijs. Ze gaat respectvol met anderen om, is eerlijk, ambitieus. We hebben een klik, denken op hetzelfde niveau. Daardoor lijkt ze ouder. Hoewel ze wel echt jong is. Jonger dan mijn dochter, zelfs.”
Laurien: “Wijs, ha! Ik heb je vooral goed geholpen toen je een cadeautje voor je dochter moest kopen. Ik wist een superleuk sieradenwinkeltje in de stad.”
Allan: “Ja, maar als ik bijvoorbeeld privéproblemen heb, help je me ook. We geven elkaar advies.”
Laurien: “Dat is waar. Ik weet nog dat ik in een timeout zat met mijn vriend. Het liep even niet lekker, ik zat in de knoop. Ik wilde een brief sturen naar zijn ouders, om alles uit te leggen, en mijn ouders waren op vakantie. Maar ik wilde zó graag advies van iemand met meer levenservaring. Toen heeft Allan me supergoed geholpen.”
Allan: “Ik denk dat dat wel het moment was dat we echt vrienden werden. Als de gesprekken niet meer alleen over werk – in ons geval DNA en erfelijke ziekten – gaan. Ik kan me voorstellen dat mensen denken dat we vader en dochter zijn, als ze ons zien lopen. Maar de adviezen die we aan elkaar geven, geven we echt als vrienden onder elkaar. Met mijn dochter bespreek ik andere dingen.”
Laurien: “Allan heeft een rustige werking op mij. Ik ben nogal een zenuwpees, soms. Toen ik moest presenteren voor mijn studie sprak hij me op een geruststellende manier toe, waardoor ik dacht: ja, Allan heeft gelijk. Misschien komt dat door de leeftijd, hoor, maar ook om wie hij is.”
Allan: “En we hebben dezelfde voorliefde voor koffie. Goede cappuccino vooral.”
Laurien: “En bier. Ook bier.”
Allan: “Laatst waren we in een Ierse pub.”
Laurien: “Hebben we de hele avond Engels geprobeerd te praten; Allan komt tenslotte uit Engeland. Ik ben ook zijn stopwoordjes gaan overnemen. Good gracious! Onze appgesprekken zijn in het Engels en Nederlands. Alles door elkaar. Geen touw aan vast te knopen. Soms stuurt Allan me een selfie. Laatst nog, met een idiote bril met ledlampjes. Wat heb ik gelachen. Op zulke momenten merk ik dat hij young at heart is.”
Allan: “Jammer dat je niet meer bij ons werkt, eigenlijk.”
Laurien: “Ja! Het is nu al drie jaar geleden. Vaak heb je dat je tegen mensen zegt: we moeten echt nog een keer afspreken, en dat het dan doodbloedt. Met ons is dat niet gebeurd.”
Allan: “Gelukkig maar.”
Laurien: “Ik kom je opzoeken in het bejaardentehuis.”
Allan: “Laurien is een blijvertje.”
Laurien: “Allan ook. Ik heb met hem afgesproken dat hij 120 wordt.”
Tekst: Lisanne van Sadelhoff | Beeld: Mark Uyl