Deel 2 | Generatieloze vriendschappen
Leeftijd? Karakter!
Je soulmate is veertig jaar jonger. Waarom niet eigenlijk? Wat doet het verschil ertoe? Twee onwaarschijnlijke, maar vanzelfsprekende vriendschappen laten zien dat leeftijd ook maar een getal is. Céline Poel-van den Boom (1988) scheelt 28 jaar met Judith Vorndran (1960), maar dat staat de vriendschap – en samen festivalletjes en weekendjes doen – niet in de weg.
Geen moeder en dochter
Ze werken op hetzelfde reclamebureau. Céline als grafisch vormgever, Judith als artdirector. Hoewel ze de leeftijden hebben van moeder en dochter, zien ze elkaar ‘absolúút niet zo’. Het zou ook geen succes zijn, trouwens. “Onze gelijkwaardigheid is juist onze kracht.”
Judith: “Toen ik Céline acht jaar geleden ontmoette, tijdens haar sollicitatiegesprek, dacht ik meteen: zo, die is leuk! En straight. Hou ik van. Maar ik had geen idee dat we bevriend zouden worden. Niet vanwege de leeftijden, hoor – daar dacht ik niet eens over na. Meer omdat je zoiets niet inplant.”
Céline: “Nee, hè. Zoiets gebeurt. Ik weet dat onze gesprekken steeds meer over ons privéleven gingen. Dan vertelde ik over mijn man, toen nog mijn vriend. Dat we gingen samenwonen en dat ik dat spannend vond.”
Judith: “Leeftijden zeggen me niets. Iemands karakter, dáár gaat het om. Céline en ik hebben dezelfde passie, hetzelfde vak, en daarbuiten vullen we elkaar ook goed aan.”
Céline: “We zijn héél verschillend.”
Judith: “Céline heeft altijd een doel voor ogen. Is getrouwd met de man met wie ze al dertien jaar samen is. Ze hebben een kindje. Ik ga alle kanten uit; ik ben twee keer getrouwd geweest, heb geen kinderen, heb heel veel banen gehad, ben vaak verhuisd, ga vaak op reis. Ik ga niet zo kaarsrecht door het leven.”
Céline: “En ik ben niet zo’n zwabberaar als jij!”
Judith: “Haha, nee. Dat maakt het juist leuk. We weten dat we anders zijn – zij zou mijn manier van leven niet kunnen en ik die van haar niet – maar oordelen niet. Ik vind dat mooi aan onze vriendschap.”
Céline: “En ik denk dat we elkaar daarom zo vaak om advies vragen. Omdat je een andere kijk op het leven hebt, maar we laten elkaar in onze waarde. Ik leer van Judith dat het leven niet altijd zo hoeft te gaan zoals je in je hoofd hebt. Voor de rest heb ik vriendinnen die even oud zijn als ik en hetzelfde leven leiden. Ik vind het prettig dat Judith anders is; daardoor kanze me objectief advies geven.”
Judith: “Onze vriendschap is gelijkwaardig. Ik ben dan wel net zo oud als Célines moeder, ik voel me niet zo.” Céline: “Een moeder-dochterband? Ik zou er niet aan moeten denken!”
Judith: “Dat zou niet werken, hè.”
Céline: “Ik ben geen type dat zich ongevraagd dingen laat zeggen. En moeders hebben daar een handje van. Zo van: zo moet je het doen, want ik heb de wijsheid in pacht. Judith is zo’n vriendin met wie ik een weekendje wegga – en met wie ik dan het hele weekend in een deuk lig. Of met wie ik op een festival sta. Bier, zon, muziek. Dan denk ik: wat nou middelbare leeftijd?!”
Judith: “Ik zit echt niet thuis alleen maar klassieke muziek te luisteren. In mijn hart ben ik altijd nog een beetje punk.”
Céline: “En soms is het wel fijn dat Judith iets ouder is. Als het stroef loopt tussen mij en mijn ouders, praat ik daar met Judith over. Ze is van dezelfde generatie als mijn ouders én kan relativeren. Al is dat laatste niet afhankelijk van iemands leeftijd.”
Judith: “Zie, daar hebben we het weer: het gaat toch om iemands karakter.”
Céline: “Gelukkig vind ik dat van jou geweldig.”
Judith: “Dat is wederzijds.”
Tekst: Lisanne van Sadelhoff | Beeld: Mark Uyl