Niet storen
Beeldhouwer/schilder Marte Röling, conceptueel kunstenaar Job Koelewijn, installatiekunstenaar Fransje Killaars en ontwerper Piet Hein Eek stellen hun atelier open.
Jezelf lekker voelen in een ruimte inspireert. Dat geldt voor een huis, maar nog meer voor een werkruimte. Lees het in Zin 7!
Marte Röling (Laren, 1939)
De grafische staatsieportretten die Marte Röling van Beatrix maakte, zijn verankerd in ons collectief geheugen. “We hebben gisteren net opgeruimd, na een intens productieproces koekt de ruimte aan,” zegt Marte Röling in haar gigantische atelier, de voormalige deel van een boerderij in het Groningse Uithuizen die twaalfhonderd vierkante meter aan vloeroppervlakte heeft, muren van zeventien meter hoog en licht dat door het dak naar binnenvalt. Met ‘we’ doelt Röling op Wanda Werner en de zussen Alissa en Adriënne Morriën. Henk Jurriaans bracht hen bij elkaar, omdat hij met alle vier een liefdesrelatie had, maar hij viel in 2005 door ziekte uit hun midden. De vrouwen vormen samen het vennootschap Röling en partners met het kunstenaarschap van Marte als spil.
Röling haalt de muren nooit helemaal leeg. Zo hebben de grote portretten van Jurriaans, die ze na zijn dood maakte, hun eigen grote wand. Haar grote liefde kijkt dagelijks toe hoe ze nog altijd niet te stuiten is en steeds groter werk maakt. “Schilderijen lijken in deze ruimte vrij klein
en blijken in een huis opeens wandvullend,” zegt ze. Ze werkt nu tegelijkertijd aan meerdere schilderijen op foto’s die ze op verschillende reizen heeft gemaakt. “Als ik een groot beeld in opdracht maak, gaan Adriënne en ik bouwvakken,” vertelt Röling. “We komen het atelier binnen, trekken een overall aan en gaan aan de slag.” De verzameling gereedschap en machines van het vennootschap is indrukwekkend: van reciprozaag tot heftruck is aanwezig.
Job Koelewijn (Spakenburg, 1962)
De mobiele bioscoop van Job Koelewijn gaat de hele wereld over. Op de plek van het filmdoek zit een raam: een blik op de werkelijkheid. Als Job Koelewijn om een uur of tien zijn atelier in Amsterdam-Oost binnenkomt, heeft hij er al een halve werkdag opzitten. Hij staat om zeven uur op, drukt op de opnameknop van de cassetterecorder en leest 45 minuten hardop voor uit klassiekers uit de wereldbibliotheek: alle brieven van Van Gogh, lijvige filosofische werken en op dit moment Das Kapital van Karl Marx. Hij is in 2006 met dit Ongoing Reading Project begonnen. “Het is topsport voor de geest,” zegt Koelewijn. Zijn werk gaat over intensivering van de werkelijkheid en taal is zijn motor, al sinds hij met de Bijbel werd opgevoed. Op een witte plaat – zie het als een schilderdoek – krijgt elk gelezen boek een eigen plank met de bijbehorende cassettebandjes er als torens bovenop gestapeld. Zo transformeert hij woord en klank in een esthetisch beeldend kunstwerk.
Koelewijn hecht aan esthetiek, want ‘schoonheid geeft energie’ en kunst gaat over energie. Hij verdeelt zijn atelier geregeld met schotten in hokken, die hij ‘driedimensionale files’ noemt. Deze ordening heeft hij nodig, omdat zijn kunstwerken voor een groot deel bestaan uit handelingen en ervaringen, die elk hun eigen tijd en ruimte nodig hebben.
Lees meer over installatiekunstenaar Fransje Killaars en ontwerper Piet Hein Eek in de nieuwste Zin.
Deze vier kunstenaars zijn ook gefilmd door fotograaf Chantal Ariëns en dat leverde topbeelden op! Raak geïnspireerd door dit filmpje:
TEKST: MAARTJE DEN BREEJEN | BEELD: CHANTAL ARIËNS