Een tweede eigen plek, ver van de stress van alledag. Zou dat niet fantastisch zijn? Zó koop je een vakantiehuis (of vind je een andere fijne onthaaststek).
Stel je eens voor. Tijdens weer een file in de ochtendspits kijk je naar jouw sleutelbos bungelend onder het stuur. Daar bungelt hij: die ene sleutel voor ontspanning. De sleutel van een plek waar je je heerlijk kunt terugtrekken. Elk weekend opnieuw omdat het om een huisje ergens in Nederland gaat. Of voor af en toe een paar weken er even helemaal uit, ergens in een het buitenland. Wedden dat die vervelende file op slag een stuk draaglijker wordt? Om maar aan te geven: een vakantiehuisje is niet alleen fijn wanneer je er vertoeft, maar doet zijn werk ook goed als belofte terwijl je je door de weken heen werkt. Nu geld sparen haast niets oplevert door de lage rentestand, lijkt een tweede huis ook nog eens een prima alternatief om rendement te maken op jouw vermogen. Wanneer is een tweede huis nou eigenlijk een realistische gedachte? En zijn er misschien nog andere, goedkopere manieren om een plek te creëren waar je je kunt terugtrekken? Zin zet de mogelijkheden voor je op een rij.
Vaak gaat het zo: het vage verlangen van een eigen plekje in een geliefd gebied wordt opeens heel concreet. Bijvoorbeeld omdat je besloot tóch maar eens in dat huisje waar je al een paar keer voorbijreed te gaan kijken. Eenmaal binnen ben je op slag verliefd. De makelaar benadrukt dat het een koopje is en je ziet jezelf al aan de tuintafel zitten van de zomer. “Eigenlijk moeten dan de alarmbellen afgaan,” zegt schrijver Gerhard Hormann. “Maar meestal gebeurt dat niet. Ook bij mij niet. Je ziet de dingen door een roze bril, zoals bij een verliefdheid. Een bedrag van 29.000 euro voor een klein huisje in de bergen lijkt een heel mooie prijs maar eigenlijk is het niet eerlijk dat huisje daar te vergelijken met de Nederlandse huizenmarkt. In zo’n situatie gaat het vaak om een krimpgebied: aan wie ga je het straks weer doorverkopen?”
Maar zelf deed hij het dus ook, meer dan tien jaar geleden: snel na een bezichtiging een huisje kopen. Hormann schreef er een boekje over: Een tweede huis. Op zoek naar vrijheid, rust en ruimte. Toen kon hij nog niet weten dat het tweede deel van die titel zo ongeveer het Leitmotiv beschrijft voor zijn volgende boeken. Die gaan over minder werken en controle over de financiën. Hormann: “Ik noem ons tweede huisje een onthaastingshutje. Het is een soort van tijd kopen tegen de stress. Je krijgt het gevoel dat je twee levens leidt waar- bij er een veel meer om ontspanning draait. Een weekend in je vakantiehuisje duurt psychologisch veel langer dan een werkweek omdat je er een vakantiegevoel van krijgt.”
Verlangen naar een eigen plek
Het beste advies dat Hormann kan geven gaat over de reden voor een tweede huis. Die moet liggen in het verlangen naar een eigen plek en niet in het feit dat het ook nog eens wat zou kunnen opleveren. Natuurlijk, er zijn ook huisjesparken waarvan de parkeigenaar alles regelt van onderhoud tot verhuur, maar let dan op de valkuilen. Zo worden er door sommige aanbieders gegarandeerde rendementen beloofd tot wel acht procent. Maar hoeveel daarvan blijft er over na aftrek van kosten als onroerendezaakbelasting, waterschap en verzekeringen? En dan is de afschrijving van het huisje en het meubilair nog niet meegerekend. Voor je het weet, bedraagt het rendement van jouw vakantiehuisje maar iets tussen de 2 en de 5 procent. Wie echt verlíefd werd op zijn tweede huis, wil Hormann maar aangeven, zal veel minder bezig zijn met het rendement en eventuele onverwachtse kosten voor lief nemen. Extra inkomen in de vorm van huur is dan alleen maar meegenomen.
Dubbele woonlasten
Het argument dat de hypotheek- en spaarrente nu laag staan is sowieso niet genoeg, benadrukt Steven Morenc, financieel planner van Federatie Financieel Planners (FFP). “Want dat kan over vijf jaar weer helemaal anders zijn. Als het echt om investeren gaat, zijn er wel betere mogelijkheden.” Volgens Morenc begint een tweede huis met een realistisch plaatje over jouw financiën. Zonder eigen geld wordt het een moeilijk verhaal omdat banken niet staan te springen om een hypotheek te verstrekken voor een tweede huis. Je moet denken aan eigen financiering van tussen de 60 en 75 procent waarbij banken bovendien verschillende eisen stellen. De rente op de investeringshypotheek voor het resterende deel bedraagt al snel meer dan 4 procent.
“Mocht jouw spaarrekening bescheiden zijn,” legt Morenc uit, “dan kan de overwaarde op je eerste huis uitkomst kunnen bieden.” Hiervan kunt je een bedrag opnemen waarop je een hypotheek neemt. Dan geldt de lage hypotheekrente die nu zo rond de 2 procent schommelt. Dat is op dit moment een heel interessante financieringsmogelijkheid. Maar let op: de hypotheekrente hiervan is niet – zoals geldt voor een eerste hypotheek – aftrekbaar van de belasting. Morenc: “Om een realistisch beeld voor een tweede huis te krijgen, moet je uitgaan van nettokosten. En die kunnen in de praktijk nog wel eens tegen vallen. In principe heb je te maken met dubbele woonlasten. Twee keer gas, water en licht. Twee keer verzekeringen. Twee keer lokale belastingen. En zo verder. Pas als je dit overzicht heel duidelijk voor ogen heeft, samen met je inkomsten en uitgaven, is het mogelijk een gedegen advies te geven.”
Delen of verhuren
Om de netto kosten te drukken kan het interessant zijn huurders in jouw huisje toe te laten. Ook omdat je over huurgelden geen belasting hoeft te betalen. Tenminste: als je hiervoor geen zware inspanningen verricht. Anders zal de Belastingdienst de huur bestempelen als inkomen uit werk. Bovendien: zit je er wel op te wachten dat andere mensen jouw spullen gebruiken alsof die van hen zijn? Een andere optie kan zijn jouw tweede huis te delen met goede vrienden of familie. Dat maakt het ook goedkoper. Maar kijk hier wel mee uit. Jouw relatie zal niet de eerste zijn die door bezit brouilleert. Maak altijd goede afspraken over onderhoud, extra investeringen en natuurlijk over wie wanneer het huisje zal bezoeken.
Camper of volkstuin
Zonder eigen geld geen tweede huis dus. Maar betekent dat dan dat het idee van een tweede eigen plek de koelkast in moet? Zeker niet, zegt Hormann. De definitie van een ‘onthaastingshutje’ zou hij zo breed mogelijk nemen. Wat dacht je bijvoorbeeld van een (tweedehands) camper? Of een volkstuintje huren? Dat laatste kan al voor zo’n 750 euro per jaar. Zelf verhuurt hij zijn vakantiehuisje al twee jaar permanent. Hormann: “Ik kwam er op een gegeven moment achter dat ik het simpele leven associeerde met het hebben van een tweede huis op een rustige plek. Maar waarom zou ik geen plekje voor mezelf in kunnen richten daar waar ik het meest verblijf? Ik heb mijn uitgavenpatroon drastisch verlaagd en ben minder gaan werken. Mijn huis voelt nu net zo rustig en ontspannen aan als mijn vakantiewoning.”
Tekst: Victor de Kok