Lang leve het lippotlood!
Maar vermijd de zogenaamde Leco-dijk.
De in Amerika geboren journaliste Liddie Austin (1959) adviseert, gefundeerd en uitgesproken, over het uiterlijk van de Nederlander – vrouw of man. Deze keer over de lippen.
Soms waren er van die ochtenden waarop ik schrok als een bepaalde collega binnenkwam. Wat was er met haar aan de hand? Ze zag er zo vreemd uit. Was ze ziek? Verlaten door haar man? In diepe rouw gedompeld? Als ik even later op weg naar een kopje thee langs haar kamer liep en stiekem naar binnen keek, zag ik dat ze zich aan het opmaken was. Oogschaduw, mascara, lippenstift, misschien nog wel meer. Ah, dát was het. Toen ze me aankeek, was ze weer haar gewone zelf.
Zover als mijn collega ging ik het nooit laten komen, nam ik me voor. Ik wilde niet dat mensen zouden schrikken als ze me zonder make-up zagen. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat mijn collega’s in die tijd waarschijnlijk eerder zouden schrikken als ze me mét make-up tegenkwamen. In mijn ‘stralende jeugd’ vond ik het niet nodig om me op te maken. Inmiddels vind ik dat mijn gezicht vaak wel wat extra kleur kan gebruiken. Voordat ik de deur uitga, werp ik tegenwoordig dus een kritische blik in de spiegel om daarna in mijn toilettasje op zoek te gaan naar de kleur lippenstift die die dag bij mijn kleren en mijn stemming past.
Dunner
En ja hoor, ook je lippen veranderen als je ouder wordt. Ze worden doorgaans helaas wat dunner. Ook heel vervelend zijn de fijne rimpeltjes die zich op je bovenlip aftekenen (ook wel sarcastisch de ‘barcode’ genoemd), waarin lipstick de neiging heeft weg te lopen. Voor beide problemen bestaat een soort van oplossing: lang leve het lippotlood! Vermijd de zogenaamde Leco-dijk, waarschuwt beauty director Karen van Ede, schrijfster van het boek Skin: je mond omlijnen met een donkerder gekleurd lippotlood dan de lippenstift die je gebruikt. “Kies liever een lippotlood in exact dezelfde kleur als je lippenstift of gebruik een kleurloos exemplaar.” En pas op met het lippotlood gebruiken om stiekem je lippen wat groter te tekenen. Want wie wil er tijdens een etentje, als je natuurlijk niet steeds de weggegeten lipstick gaat bijwerken, na verloop van tijd voor gek zitten?
Alles kan
Verder kan alles. Nou ja, bijna alles. “Als je wat ouder wordt, vind ik dat je of all the way moet gaan met veel kleur: knalrood of knalfuchsia bijvoorbeeld. Of je houdt het simpel met een zachte tint,” zegt Karen van Ede. “Het is het een of het ander. Neutrale kleuren doen niet zoveel voor ons soort vrouwen. Een gewone roze lippenstift maakt nu een beetje tuttig.” Ook goed om te weten: kleuren die veel oranje bevatten, zijn niet flatteus. “Hoe ouder je wordt, hoe geler je tanden worden en dat benadruk je met een lippenstift die veel oranje bevat. Door een lipstick met wat blauw erin lijken je tanden witter.”
Momenteel maakt het fenomeen ‘vluchtige oliën’ furore in de lipstickwereld. De nieuwste matte lipsticks drogen dankzij deze innovatie je lippen niet uit (en, extra voordeel, verdwijnen ook minder enthousiast in de rimpeltjes boven je bovenlip); lipgloss nieuwe stijl plakt minder irritant dan de variant van weleer.