Erik Jan Harmens (1970), schrijver en dichter, legt iedere Zin uit waarom gedichten gelukkig maken – of tot nadenken stemmen. Deze maand Vierde van Cornelis Bastiaan Vaandrager.
Kleine kant
Een kwart eeuw geleden overleed Cornelis Bastiaan Vaandrager, een van de initiatiefnemers van de Nieuwe Stijl. Een groep dichters die eind jaren 60 helderheid, alledaagsheid en zakelijkheid nastreefde in de literatuur. Geen tere zielenroerselen, maar ongekunstelde observaties. Na een lunch in Madurodam schreef Vaandrager: ‘De kroketten in het restaurant/zijn aan de kleine kant.’
Overwegingen
Het gedicht hierboven, deel 4 van een serie van ‘zes overwegingen op weg naar de zesde etage’, is iets langer van stof. Opnieuw is de toon zakelijk, ‘overwegingen’ is een formeel woord, net als ‘onbevoegden’, dat je alleen nog tegenkomt op waarschuwingsbordjes. Of kijk hoe de grootte van de lift wordt afgekort: ‘m2’. Die aanduiding is zo miniem als de ruimte zelf.
Schachten
Zakelijk betekent niet: gevoelloos. Wel degelijk gaat het hier over een angst voor een haperende hijskamer, alleen wordt dat niet geïllustreerd door ademnood of zweethandjes, maar door droogjes te verwijzen naar ‘leveranciers’, die over een periode van maanden bleven terugkomen om te sleutelen, zonder blijvend resultaat. En door in het midden van het gedicht te kiezen voor het onheilspellende woord ‘schacht’, dat mij doet denken aan een hellepoort die toegang verschaft tot verschroeiende vlammen.
Knopjes
Ik weet wel een antwoord op die tweemaal niet beantwoorde vraag: ‘Wat is er veranderd?’ Want er verandert niks, helemaal niks! Onbevoegden lezen nog altijd geen waarschuwingsbordjes, liftmonteurs sleutelen maar wat voor de kat z’n viool, en alsof je seniel bent vragen mensen naar welke verdieping je moet, alsof je niet zelf de knop met de 6 erop in kan drukken.