BELEEF DE TIJD VAN JE LEVEN
Rick de Leeuw ontmoet Adriaan van Dis

Rick de Leeuw ontmoet Adriaan van Dis

'Eerlijk gezegd word ik ontzettend moe van keurige mensen'

In zijn nieuwste boek schrijft Adriaan van Dis uitgebreid over zijn binnenstem. Het is de stem in ons hoofd die vaak commentaar geeft bij de dingen die we doen. De stem die me nu zegt dat ik weer over mezelf schrijf en beter het woord geef aan Adriaan van Dis.

Adriaan van Dis (1946) is na zijn carrière als talkshowhost uitgegroeid tot een van de belangrijkste schrijvers van Nederland. Een gesprek over fantastische erecties, flessen wodka en momenten van geluk.

We hebben bij Adriaan thuis afgesproken, in het dorp waar hij al enkele jaren woont en dat het decor vormt van zijn onlangs verschenen boek, In het buitengebied. De zon schijnt en hij staat met een tuinslang in zijn handen in de tuin als ik arriveer.

disBange jongen

“Toen ik een jongen was, wilde ik een nozem zijn. Ik zag ze rijden op hun brommers, jon­ die de dingen deden waar ik alleen maar van kon dromen. We woonden bij de hei in Hilversum, en vaak liep ik op zondag naar wat wij toen opgewonden het zigeunerkamp noemden. Woonwagenbewoners. Zó wil ik leven, dacht ik dan, terwijl ik achter het hek stond. In een huis op wielen, vrolijk en vrij. De meisjes die daar rondliepen waren struis en uitdagend. De jongens hadden vetkuiven en droegen leren jasjes. Dat die mensen als iedere groep ook hun eigen verstikkende wetten hebben, hun angsten en beperkingen, wist ik natuurlijk niet. Ik voelde alleen maar mijn diepe verlangen naar vrijheid, naar het doorbreken van regels. Weg met het fatsoen. Ik lijk nog altijd een keurige meneer, die netjes praat en precies weet hoe het hoort. Maar eerlijk gezegd word ik ontzettend moe van keurige mensen. Ik heb een zwak voor de types die uit de band springen, die anders durven zijn. Ik heb een jn oog voor gekken. Als ik in de trein zit, komen ze ogenblikkelijk op mij af. Toen ik in Parijs woonde, wist iedere clochard mij te vinden. Kennelijk kijk ik naar hen, vanuit mijn ooghoeken. Dat voelen ze. Ik flirt graag met de zelfkant, met de uitbundige, brutale kant van het bestaan. Maar op een gegeven moment besefte ik dat ik niet zo ben. Ik zit gevangen in een bange jongen.”

Maandagochtendkind

“Na de lagere school moest ik naar de mulo, omdat ik te speels was. ‘Adje Doet Heel Druk’, stond op mijn rapport, dat was nog voor ADHD bestond. Na de kweekschool en de hbs werd ik tot mijn grote frustratie afgewezen voor de toneelschool. Daarna heb ik me via de lerarenopleiding moeizaam een weg gebaand naar de universiteit. Dat is niet de levenswan­del van een dandy die alles komt aangewaaid, maar van een jongen die wanhopig hengelt naar erkenning en er hard voor heeft moeten werken. Door mijn gedistantieerde houding denken mensen dat ik een zondagskind ben, maar niets is minder waar. Ik ben een maandagochtendkind, geboren om kwart voor negen. Op het moment dat de schoolbel klonk, die bel is eigenlijk altijd blijven luiden. Je hebt van die mensen die alle dagen in het café zitten, die onbezorgd dronken worden en ook nog een briljant boek blijken te kunnen schrijven. Zo ben ik helaas niet. Ik drink graag een glas, maar de discipline gaat altijd voor. ‘Je leven moet zo vlak zijn als je schrijftafel,’ zei mijn grote held Flaubert, ‘pas dan kun je diepte geven aan je karakters.’ Dat schept een overzichtelijk leven. Een andere held, Guy de Maupassant, had zo veel fantasie dat hij een erectie kon krijgen door naar een witte muur te staren. De beste pornofilm zit in je hoofd, maar naar een witte muur kijken en een erec­tie krijgen is mij na lang oefenen nog niet gelukt. Discipline is het refrein van mijn bestaan.”

Meer lezen over Adriaan van Dis ? Zin 8 ligt tot woensdag in de winkel!

Tekst: Rick de Leeuw | Beeld: Jacqueline de Haas