Rick de Leeuw ontmoet Adelheid Roosen
De eerste keer dat ik met Adelheid op het podium stond was in 2005, met een theatervoorstelling rond de bloemlezing van Gerrit Komrij. Haar energie was aanstekelijk en haar kijk op de wereld volstrekt uniek. Al na tien minuten begreep ik waarom iedereen zo graag met haar werkt. Ik sindsdien ook.
Adelheid Roosen (1958) is artistiek leider van theatergroep Adelheid&Zina, theatermaker, actrice en regisseur. Dit jaar ontvangt zij de prestigieuze Gilder/Coigney International Theatre Award voor haar baanbrekende voorstelling WijkSafari.
Geen verschil
“Ik zie geen verschillen, we zijn allemaal één. Onze buitenkant trekken we aan als we wakker worden. Zolang we slapen, zijn we hetzelfde. Pas als we in ons lichaam wakker worden, blijkt het zwart of wit te zijn, oud of jong, heteroseksueel of homoseksueel. Maar dat is niet meer dan de mantel. Ons lichaam is de drager van onze spirit, maar in die spirit zijn we volkomen gelijk. Als we gevuld waren met vloeistof en ze zouden ons samen in een kopje gieten, dan zullen ze in het laboratorium zeggen: ‘kijk, dit is één stof.’
Geen groepjes
Het is daarom dat ik fundamenteel niet tegen buitensluiting kan. Als er geselecteerd wordt en er groepjes ontstaan, begin ik spontaan te rebelleren. Als ook maar één persoon buiten de groep wordt geplaatst, sta ik op mijn achterste benen. In mijn inclusieve wereldbeeld horen de kluizenaars er ook bij. Ze hoeven niet mee te doen, ze hoeven niet naar buiten te komen. We zetten soep voor hun deur die ze niet hoeven op te eten.
Maar ze moeten wel weten dat we aan ze denken en dat we voor ze zorgen als dat nodig blijkt te zijn. Zo denk ik; dat is het landschap dat in mij leeft. Onze planeet is een grote beweging van mensen, en samenleven is een spel van dynamiek, van ontmoeting, van afscheid, van afstoting, van aanraking.
We hebben elkaar nodig. Eigenlijk is het heel simpel, maar we gunnen elkaar de ruimte niet. Omdat we leven in een systeem dat niet vóór maar tégen ons is. Hoe kan er werkeloosheid bestaan in een wereld waar nog zo veel te doen is? Of is de wereld af? Ik dacht ’t niet.
Er is nog zo ongelooflijk veel onaf en tegelijkertijd zijn er gigantisch veel mensen die niets te doen hebben. Organiseer het anders. Maak de mensen nuttig, zorg dat ze zich gewaardeerd voelen. Ook werkeloosheid is een wrede vorm van buitensluiting.”
Woedend kind
“Er zat een grote woede in mij. Mijn moeder vertelde me dat ik als baby letterlijk de haren uit mijn hoofd trok. Als een verwilderd dier heb ik gebruld. Ik ben met een gitzwart nat kledderhoofd op aarde geworpen, keek met één oog in de rondte en wist meteen luid en helder: fucking hell, verkeerde planeet.
Ga weg!
Op school was ik het kind dat altijd de klas werd uitgestuurd. ‘Ga weg, kind!’ Die woede is geweken; het voelt nu heel puur. Het is omgebogen in een positieve energie. Het is mijn werklust, de zachte beweging die ik door al mijn werk heen zie bovendrijven. Ik verbind mensen. Met anderen, met zichzelf, met mij.
Ik kom er steeds meer achter dat het publiek zich vrij eenvoudig laat openen als je bij elkaar op bezoek gaat, bij andere mensen in huis komt. Ieder mens heeft van binnen een ruimte, een soort echokamer.
Leren kennen
Het is de plek waar we reageren op de ander. Maar we luisteren er te weinig naar. Bij de voorstellingen die ik maak, probeer ik mijn publiek in die plek te krijgen. Op dat moment komt er een enorme ontspanning los. Een oervorm van ons mens-zijn. We bestaan bij de gratie van de ander. ‘Ik wil jou leren kennen, voorbij de verschillen ben je mijn gelijke.’
Groei
Voor onze groei zijn we afhankelijk van elkaar, dat is zo helder als glas. We moeten onszelf spiegelen om te kunnen ontwikkelen. Dat moeten we leren. Elke ochtend word ik wakker met het enthousiasme van een kind en met de overtuiging dat het vandaag wél gaat lukken. Dat we de wereld gemakkelijk beter kunnen organiseren, en dat alle problemen gebaseerd zijn op een misverstand dat zich eenvoudig op laat lossen. In mijn voorstellingen lukt het soms. Steeds vaker, lijkt het.”