BELEEF DE TIJD VAN JE LEVEN
Rick de Leeuw ontmoet Tom Waes

Rick de Leeuw ontmoet Tom Waes

Rick: ‘Deze zomer schreef ik me overmoedig in voor een kwarttriatlon. Zwemmen, fietsen, rennen. Toen ik na drieënhalf uur over de finish strompelde, voelde ik me een hele kerel. Tot ik me realiseerde dat er mensen zijn die de Marathon des Sables volbrengen. Mensen als Tom Waes.’

Tom Waes (1968) is een vooraanstaand Vlaams acteur en televisiemaker. Zijn reisprogramma Reizen Waes is sinds dit jaar ook in Nederland populair. Een gesprek over donker water, relevantie en de gesel van het verenigingsleven.

We hebben afgesproken in het Belgische Lommel, op de filmset van een nieuwe televisieserie. Twee maanden lang draait Tom Waes hier op een volkse camping, tussen de stacaravans, de toiletgroep, het supermarktje en het volleybalveld. Een mens is soms blij dat hij mag werken en niet op vakantie hoeft. Undercover is een Vlaams-Nederlandse coproductie waarin de hoofdrollen naast Tom Waes worden vertolkt door Frank Lammers en Anna Drijver. Een suspensrijke en zwart komische reeks over drugssmokkel in het grensgebied, volgens de uitvoerend producent. Tom en ik zitten met een kop koffie in de ondergaande zon, voor de caravan waar de acteurs geschminkt worden.

Richting

Tom Waes: “In retrospectief heb ik een geluk­kige jeugd gehad. Ik kom uit een harmonieus gezin. Ik had lieve ouders, lieve grootouders, wij gingen altijd samen op reis. Het zat alle­maal goed, werkelijk waar. Mijn enige pro­bleem was dat ik werkelijk geen idee had welke richting ik aan mijn leven moest geven. Dat was ontzettend lastig, want ik vond eigen­lijk alles wel interessant. Een goede vriend van mijn papa was bijvoorbeeld apotheker. Als die man, een gezellige, intelligente vent met een speciaal gevoel voor humor, dan een paar uur bij ons thuis op bezoek was geweest, wilde ik apotheker worden. Maar als ik een dag later een dierenarts zag met een gewonde merel, was de apothekersloopbaan onmiddel­lijk buiten beeld en zag ik mezelf alle dieren in het bos redden. Als het zo heen en weer schiet in je hoofd, word je eerst ongedurig, maar daarna daalt er een lusteloosheid over je neer waardoor je elke interesse verliest. Ik heb drie jaar over het vierde middelbaar gedaan. Ik zat op de school waar mijn moeder lesgaf, dat waren niet mijn beste jaren. Eerlijk gezegd, het boeide me geen reet.”

WaesEinzelgänger

“Toen ik een jaar of 17 was, heeft meester Govaerts me op school ooit eens staande gehouden. Ik vreesde dat hij me weer een uit­ brander zou geven vanwege iets dat ik wel of juist niet gedaan had. Tot mijn stomme verba­zing was dat niet het geval. ‘Maak je geen zor­gen, Tom, het komt wel goed met je,’ zei hij tegen me. Waar hij dat inzicht op baseerde, is me nog altijd een raadsel, maar hij heeft gelukkig geen ongelijk gehad. De meeste lera­ren zagen echter een vervelend kereltje in mij. Een ongeïnteresseerde eenling die niet oplette in de klas en zijn huiswerk niet maakte. Na school rende ik meestal onmiddellijk naar huis om mij daar te verliezen in de platencol­lectie van mijn vader. Papa was van de blues. In Hingene, een klein dorp in de buurt, was een bluescafé waar we samen John Lee Hoo­ker nog hebben zien optreden. Aan de Meir in Antwerpen, in de kelder van een shopping­ center zat een morsig platenzaakje waar ze bootlegs verkochten. Witte elpees. Al mijn spaargeld droeg ik daarheen.

Je hebt mensen die door de muziek helemaal openbloeien, en er zijn mensen bij wie het leven naar binnenslaat. Ik behoorde duidelijk tot die tweede categorie. Als ik terugkijk op de jongen die ik toen was, zie ik tot mijn eigen verbazing een heel ander beeld dan hoe ik me toen voelde. Een einzelgänger. Ik kocht boe­ken van schrijvers als Jan Arends. Prachtig vond ik dat. Keefman. Zwartgallige verhalen over mensen die met zelfmoord bezig waren. Ik was helemaal niet zo somber, maar blijk­baar heb ik toch zo’n periode gehad. Mijn individualisme manifesteerde zich eigenlijk op elk gebied. Ik deed nooit mee aan team­ sporten, dat vond ik maar niks. Ik etste veel, ik zwom, ik liep graag hard. Het is vreemd om er pas later achter te komen dat je vroeger een teruggetrokken eenzaat was. Toen heb ik daar niets van gemerkt.”

Fuck die studies

“Mijn broer wist als jongen al perfect wat hij zou worden. Op zijn 16de sleutelde hij alle dagen aan zijn bromfiets, op zijn 18de haalde hij zijn eerste auto uit elkaar, zette hem terug ineen en verkocht dat ding met behoorlijke winst. Mijn broer is een natuurtalent, gebo­ren voor de techniek. Tegenwoordig werkt hij in de Formule 1 en toert de halve wereld rond. Ik was stikjaloers op hem, omdat hij exact wist wat hij wilde. Ik had daarentegen geen idee wat ik met mijn leven aan moest vangen. Eerst ben ik Germaanse filologie gaan stude­ ren. Ik had dat misschien kunnen afmaken, maar het interesseerde me geen ene fuck. Daarna heb ik me ingeschreven aan de film­school in Brussel. Op die school heb ik me geen moment thuis gevoeld, en na drie maan­den ben ik ook daar gestopt, om marketing gaan studeren in Antwerpen. Daar heb ik zelfs geen week gezeten, denk ik. Toen von­den mijn ouders het wel genoeg. ‘Ga maar een baantje zoeken,’ zeiden ze tegen me, ‘want zo komt er niks van.’ Ze hadden gelijk, vond ik. Ik kon al goed duiken, dus heb ik een cursus onderwaterlassen gevolgd en ben als duiker gaan werken.”

WaesHigh energy

“Een jeugdvriend werkte bij tv. Ik heb hem gevraagd of ik niet voor de televisie kon gaan werken. Het maakte me niet uit waar. Toeval­ lig begon presentator Bart De Pauw dat sei­ zoen aan een programma waarvoor hij speci­fiek op zoek was naar redacteurs die nooit voor tv hadden gewerkt. Hij wilde niet elke keer met dezelfde mensen werken en dezelfde ideeën horen. Hij zocht andere profielen: een advocaat, een schrijfster, een goochelaar. En een ex­duiker kon daar wat hem betreft ook nog wel bij. Ik voelde onmiddellijk dat ik bij de televisie op de juiste plaats zat. Ik heb al die jaren waarin ik naar binnen gekeerd geleefd heb ingehaald. Op alle vlakken, ik was zo content! Met Bart heb ik die jaren zeer intens geleefd. High energy. Als we met de redactie acht uur aan een stuk hadden verga­derd, waren de meesten kapot. Maar ik begreep daar niets van. Ga maar eens drie weken op een booreiland werken, dacht ik dan, als je écht wilt weten wat kapot is. Met de handrem op kan ik niet leven, het moet altijd voor de volle honderd procent. Zo ben ik gebo­ren en zo leef ik nog steeds. Elke dag weer.”

Meer lezen van het gesprek met Tom Waes? Haal Zin 10!

Tekst: Rick de Leeuw | Beeld Jacqueline de Haas