Geschikt voor optimisten: eigen B&B | Deel 1
Wil je starten in de horca? Hier vier handige tips!
Houd je ervan om mensen te verwennen met een lekker ontbijtje en heb je een kamer over? Of zijn de plannen nog groter en wil je naar het buitenland? Het opzetten van een B&B vereist wel de juiste voorbereiding. Daarom vier punten om rekening mee te houden.
Het aantal B&B’s groeit hard. Het aanbieden van kamers met ontbijt is populair, zowel op het platteland als in de stad. “Vaak gaat het om mensen van wie de kinderen het huis uit zijn en die ruimte over hebben,” zegt Hanny Arens, oprichter van organisatie Bed and Breakfast Nederland. Zij zag de hoeveelheid B&B’s de afgelopen vijf jaar verdubbelen. Het lijkt ook zo leuk en gezellig: gasten ontvangen en een ontbijtje serveren. Toch is niet iedereen hiervoor geschikt, waarschuwt Arens. Daarom acht punten die van belang zijn als je overweegt een B&B op te starten.
1. Past het bij je?
“Empathisch vermogen is belangrijk, je moet kunnen aanvoelen wat gasten willen,” aldus Arens. Het komt goed van pas als je een ochtendmens bent. “Zelf ben ik ’s ochtends niet zo gezellig. Dan kun je misschien maar beter geen B&B beginnen.” Gasten aan huis betekent ook minder privacy. “Dat kun je proberen bouwkundig op te lossen met een aparte toegang, maar gasten kunnen toch ieder moment aanbellen.” En het is al met al best veel werk. “Mensen hebben er een romantisch beeld bij, maar vaak ben je vooral bezig met ontbijt maken, beddengoed wassen en schoonmaken.” Bovendien moet u er de ruimte voor hebben of creëren. Met een gammel bed en gedeelde badkamer hoeft u niet meer aan te komen. “Gasten worden steeds veeleisender. Ze willen meer privacy, met een eigen ingang en sanitair. Aan de andere kant: wandelaars langs een pelgrimspad vinden alleen een bed en een stevige boterham in de ochtend vaak prima.” Persoonlijk is het toverwoord. “Wees authentiek en onderscheidend. Gasten willen iets bijzonders, anders boeken ze wel een standaard hotel. Een ontbijt met streekproducten wordt zeer gewaardeerd. Serveer een eitje van eigen kippen of zelfgemaakte jam van fruit uit eigen tuin. Dat zijn de verhalen die gasten vertellen als ze weer thuis zijn.”
2. Check de regels
Voor een kleinschalige B&B gelden doorgaans minder regels dan voor een hotel. Toch is een gedegen voorbereiding belangrijk. “Mijn belangrijkste tip is: kijk of je voldoet aan de regelgeving,” aldus Arens. “De eisen kunnen verschillen per gemeente. Je hebt strenge gemeenten en gemeenten die een nieuwe B&B juist toejuichen.” Voorbeelden van zulke regels zijn een maximum percentage van het vloeroppervlak dat mag worden verhuurd, een limiet op het aantal kamers en verplichte brandveiligheidsmaatregelen. “Een aparte keuken voor gasten is soms niet toegestaan. Heel vervelend als je daar pas achter komt na het verbouwen van de schuur tot gastenverblijf met keuken.” Een wijntje schenken kan, maar alleen ‘van het huis’. Gratis dus. Zodra gasten moeten gaan betalen, is een horeca- en drankvergunning vereist. Deze en tal van andere tips staan in het Handboek Bed & Breakfast dat de organisatie heeft uitgebracht.
3. Hobby of business?
Het is verstandig om vooraf een kort en krachtig businessplan op te stellen met aandacht voor de gewenste doelgroep. “Veel empty nesters richten zich graag op mensen van de eigen leeftijd. Vaak streven zij geen volledige bezettingsgraad na. Het is meer hobbymatig.” Echt rondkomen kan volgens berekeningen van Bed and Breakfast Nederland pas vanaf zes kamers, en dan alleen als het goed loopt.
4. Doe altijd belastingaangifte
Bedenk goed dat als de belastingdienst jouw B&B niet aanmerkt als onderneming, de kosten ook niet aftrekbaar zijn, zegt Arens. De verdiensten moeten dan bij de particuliere aangifte worden opgegeven als overige inkomsten. “Wij adviseren om altijd aangifte te doen. Anders ben je in feite illegaal of kun je problemen krijgen met verzeke- ringen. En je moet ook toeristenbelasting aan de gemeente betalen.”
Lees morgen op zin.nl nóg vier tips over het opstarten van je eigen B&B.
Lees ook: Dromen van je eigen restaurant en Het roer kan echt nog eens om
TEKST: RICHARD MOOYMAN