Revolutie op de weg
Een netwerk van zelfrijdende auto’s zou het fileprobleem in één klap oplossen.
De auto is een van de meest zichtbare veroorzakers van klimaatverandering en luchtvervuiling. Nieuwe technologie moet de redding brengen: via elektrische auto naar zelf rijdende auto.
In 1898 werd in New York een conferentie georganiseerd om een nijpend milieuprobleem aan te pakken: grote steden dreigden te worden overspoeld door paardenpoep. In een stad als Londen reden dagelijks meer dan 10.000 koetsen rond. Voor al het vervoer waren meer dan 50.000 paarden nodig, in de snelgroeiende metropool New York zelfs meer dan 100.000. Als dit zo doorgaat, is elke straat in Londen over vijftig jaar bedekt met bijna drie meter paardenmest, aldus The Times. Uiteindelijk zagen de straten er toen heel wat schoner uit. Want terwijl beleidsmakers zich het hoofd braken over waar ze die tonnen aan paardenpoep moesten laten, waren uitvinders tegelijkertijd bezig met het volledig overbodig maken van paarden. Binnen vijftien jaar hadden de paarden in de grote wereldsteden plaatsgemaakt voor auto’s en was het mestprobleem opgelost.
De elektrische auto
Inmiddels heeft het enorme succes van de auto honderd jaar later gezorgd voor een nieuw milieuprobleem. De auto is niet de enige schuldige als het gaat om klimaatverandering en luchtvervuiling. Maar wel een van de meest zichtbare veroorzakers. Weer moet nieuwe technologie de redding brengen. Dat lijkt een revolutie in twee delen te worden. Op dit moment maken we de doorbraak van de elektrische auto mee. Pionier Tesla introduceerde onlangs de eerste betaalbare middenklasser die volledig elektrisch rijdt en bijna alle zichzelf respecterende automerken werken inmiddels ook aan elektrische modellen. Volvo heeft zelfs aangekondigd vanaf 2019 alleen nog maar elektrisch aangedreven auto’s te gaan maken. Analisten schatten dat elektrische en benzine-aangedreven auto’s vanaf 2022 even duur zullen zijn. Dan zijn we uiteraard nog wel afhankelijk van een goede infrastructuur. Dus de overheid zal moeten zorgen voor bijvoorbeeld een uitgebreid netwerk van oplaadstations
Zelfrijdend
De elektrische auto-revolutie is in een stroomversnelling geraakt toen de industrie haar niet langer als bedreiging zag maar als potentiële miljardenmarkt. Hetzelfde lijkt te gaan gebeuren met deel twee van de auto-revolutie: de zelfrijdende auto. Als auto’s zelf van A naar B rijden opent dat een compleet scala aan nieuwe mogelijkheden. Zowel voor het milieu als voor het fenomeen autobezit. Want waarom zou je een dure auto hebben als je hem op afroep kunt laten voorrijden? Een gemiddelde auto staat 94 procent van de tijd werkloos voor de deur; in een netwerk van zelfrijdende auto’s is elke auto minstens 50 procent van de tijd op de weg. Scheelt miljoenen parkeerplaatsen en het fileprobleem is in één klap opgelost. Technologie en infrastructuur zijn nog niet zover. Toch, als de geschiedenis íets heeft geleerd, is het dat veel technologische vernieuwing die ooit onvoorstelbaar complex leek, op een gegeven moment een alledaags verschijnsel wordt. Die zelfrijdende auto komt er gewoon – tenzij er in de tussentijd iets beters wordt bedacht. Want innovatie gaat dóór.
Zelfvliegend
Net als op de weg ontstaan ook in het luchtverkeer de meeste ongelukken door menselijke fouten. Daarom wordt inmiddels ook gewerkt aan ‘zelfvliegende’ vliegtuigen en drones. Die technologie is eveneens al behoorlijk ver. Onbemande vliegtuigen zouden de internationale luchtvaart volgens analisten 35 miljard euro op jaarbasis kunnen besparen. Dat klinkt luchtvaartmaatschappijen – die al jaren keihard moeten knokken om winstgevend te blijven – als muziek in de oren. Het idee is nog wel even wennen: in een vliegtuig stappen zonder gediplomeerd piloot achter het stuur. Meer dan de helft van de reizigers zegt het nog niet aan te durven. Misschien eerst maar eens oefenen in zo’n zelfrijdende auto.
Door: Pieter Kort (1965), hoofdredacteur van platform IEX.nl