Dit is deel 2 van het artikel over gezond eten. Bij het begin beginnen? Lees dan hier.
Kauwen, niet verspillen
Beter eten kan ook door dingen te láten. Zo mag je meteen stoppen met het maken van sappen en smoothies. Het klinkt zo verantwoord, een drinkbaar tussendoortje gemaakt van verse ingrediënten. Maar dat is het niet, schrijft voedseljournalist Loethe Olthuis in haar boek Zin en onzin in de supermarkt. Het is niet alleen heel duur en verspillend om de helft van je groenten en fruit weg te gooien, je verspilt daarmee ook een heel essentieel ingrediënt: de vezels. Die je hard nodig hebt voor een soepele stoelgang en een gevuld gevoel zodat je niet ongeremd blijft dooreten.
Probeer maar eens vijf sinaasappels achter elkaar op te peuzelen: lukt je niet. Maar een glas sap van vijf uitgeperste sinaasappels drink je zo weg; inclusief de bom suiker (dikmakend) en de zuren (slecht voor je gebit) die erin zitten. Vezels zorgen er bovendien voor dat je kauwt, en kauwen is goed voor onze tanden, kaakspieren en de vertering van ons voedsel. Sommige onderzoekers denken zelfs dat goed kauwen kan helpen om de ziekte van Alzheimer te vertragen.
Restjes in de koeling
Heb je eenmaal je vezel- en vitaminerijke voedsel geconsumeerd, dan blijven er vaak restjes over. “Niet weggooien!” zegt Tiny van Boekel. “Het wordt hoog tijd dat mensen beseffen dat voedsel waarde heeft. In onze maatschappij gooien we het veel te makkelijk in de vuilnisbak.” Bewaren om later op te eten dus. In de vriezer, of in de koelkast.
Goed idee, aldus Van Boekel. “Maar de koelkast staat bij de meeste mensen te hoog: soms wel op 12 graden. En dat terwijl 4 graden optimaal is.” Hoe warmer de koelkast, hoe sneller bederf optreedt. “Een temperatuurverlaging van tien graden zorgt ervoor dat zulke reacties drie keer langzamer verlopen. Zet je koelkast daarom op 4 graden.”
Rijst kun je maar maximaal twee dagen bewaren. Groenten houden het, in een echt koude koelkast en goed afgesloten bakje, gemakkelijk een paar dagen langer uit. Het is belangrijk om eten zo snel mogelijk te koelen – niet eerst te laten afkoelen buiten de koelkast. Van Boekel: “Het nadeel daarvan is dat de temperatuur in de koelkast omhoog gaat zodra je er iets warms in zet.” Maar ja, dat is maar even. Een goede koelkast is snel weer lekker koud.
Pas op met vlees
Vlees is een verhaal apart. Er zitten goede voedingsstoffen in maar vlees eten kan, in tegenstelling tot groenten, ook ongezond uitpakken. Zo geeft consumptie van rood en bewerkt vlees een wat verhoogd risico op kanker, beroerte en diabetes type 2. Het Voedingscentrum adviseert dan ook om niet meer dan 500 gram vlees per week te eten.
Leg vlees na aankoop zo snel mogelijk in een echt koude koelkast, gebruik het niet na de ‘te gebruiken tot’-datum en verwerk het zo snel mogelijk – op een aparte snijplank en met een apart mes – nadat u het weer uit de koelkast heeft gehaald. Zorg ervoor dat bewerkt vlees – worstjes, gehakt en spiesjes – helemaal gaar is. Vlees uit één stuk kun je rosé eten maar doorbakken is het veiligst.
Gooi overgebleven barbecuevlees na gebruik weg; dat heeft te lang buiten de koelkast gestaan. En bewaar bereid vlees niet langer dan twee dagen. Na al deze waarschuwingen is er gelukkig ook opbeurend nieuws: beter eten hoeft niet tijdrovend te zijn. Voorgesneden groenten en fruit die de supermarkt verkoopt, zijn net zo vitaminerijk als de verse varianten, zeggen Van Boekel en Olthuis eensgezind. Dat geldt ook voor groenten en peulvruchten in blik of pot, of uit de diepvries. Gemakkelijk eten staat gezond eten niet in de weg. Maar, zegt Olthuis, let goed op wat je precies in je winkelwagentje legt.
TEKST: MALOU VAN HINTUM