BELEEF DE TIJD VAN JE LEVEN
Hoe gaat het nou met je vader?

Hoe gaat het nou met je vader?

De vader van Dominique is geopereerd.

Journalist Dominique Prins (1969) heeft een man, twee zoons, twee katten en een moeder. Do’s vader Gé (1939) heeft haar nu het hardst nodig – al geeft hij dat niet graag toe. De vorige keer: Vorig jaar overleed Do’s broertje aan dezelfde ziekte als die van Gé: dikkedarmkanker. Wrang genoeg weet Do dus al alles van chemo’s, bijwerkingen en… een uitvaart organiseren. Ondertussen houdt Gé de moed erin.

Vriendin C

Hoe gaat het nou met je vader? appt vriendin C. Tja, reageer ik. Het zet me aan het denken. Hoe het nou gaat? Ik vind het een lastige vraag. Aan de ene kant is er het feit dat mijn vader het sinds de operatie moet stellen met driekwart van zijn oorspronkelijke lever. Geen idee wat dat voor invloed heeft op zijn algehele gesteldheid. Er is het feit dat hij vanaf nu te maken heeft met een streng regime van regelmatig terugkerende scans die moeten uitwijzen of de ziekte zich voorlopig gedeisd houdt. Voorlopig, want uiteindelijk delft mijn vader het onderspit. Er is het feit dat hij de afgelopen paar jaar enorm is afgevallen. Van een welvarende 75 kilo inclusief gezonde buik is zijn omvang geslonken tot onder de 60 kilo. Veel te weinig natuurlijk – al ziet mijn vader daar ook wel een voordeel in: “Ik kan nu broeken van de jongensafdeling aan.”

Drie ziekenhuizen

En dan is er nog het feit dat naast zijn lever ook zijn slokdarm en dikke darm nauwlettend in de gaten worden gehouden. Of zoals mijn vader het zelf zegt: er zijn inmiddels drie ziekenhuizen elk met een deel van zijn spijsvertering bezig. Dat maakt het soms wat verwarrend. Utrecht belt; is dat voor de dikke darm? O nee. Utrecht is slokdarm. Arnhem neemt de dikke darm onder haar hoede terwijl het UMC in Nijmegen zich over de lever ontfermt. “Mevrouw,ik kan het allemaal niet meer uit elkaar houden,” verzucht mijn vader bij het zoveelste telefoontje. Dit kan ik allemaal appen aan vriendin C. Maar behalve dat het een erg lange app zou worden, zou het ook geen volledig beeld geven. Want er is nog een andere kant aan het verhaal. De kant waarin mijn vader opgewekt vertelt dat hij toch maar even de trein naar Nijmegen heeft gepakt.

Spam

Het antwoord dat hij telefonisch kreeg op een medische vraag was nogal onbevredigend, vond hij. “Toen dacht ik: ik ga er maar even langs.” Het is ook de kant waarin mijn vader hoogstpersoonlijk gaat klagen bij zijn plaatselijke Albert Heijn over de grote hoeveelheid spam die hij van ze ontvangt in zijn mailbox. Dat de arme meisjes en jongens daar ter plaatse weinig aan kunnen doen, daar heeft hij geen boodschap aan. En het is ook de kant van het verhaal waarin mijn vader zijn tandarts nachtmerries bezorgt wanneer die hem een nieuwe bovengebit prothese tracht aan te meten. De arme man wordt daarbij zo door mijn vader op de huid gezeten dat hij een van de behandelingen moet staken omdat hij ‘het ook even niet meer weet’. Mijn vader mag op zaterdag terugkomen en zelfs op zondag belt de tandarts hem om te vragen hoe het gaat met zijn nieuwe tanden. “Ik zal het ermee moeten doen,” reageert mijn vader zuinig. Hij is een taaie. Hoe het nou gaat? Ik app terug: Naar omstandigheden eigenlijk best aardig.