Ben je een huiseigenaar met een aflossingsvrije hypotheek? Maak een goed plan om straks niet voor vervelende verrassingen te staan. Lees hier deel 1. Deze keer in deel 2: Kiezen voor aflossingsvrij.
Ga rekenen
Krijg je het Spaans benauwd van cijfertjes en balansen, win dan advies in bij je hypotheekadviseur of bank. Dat is sowieso verstandig. Maar zelf grip op je hypotheek krijgen is ook niet moeilijk. Zicht op je pensioen is zo geregeld als je even naar Pensioenoverzicht.nl surft. Daar vindt je het bedrag dat straks in elk geval maandelijks binnenkomt. Ligt dat een stuk lager dan je salaris van nu, dan kun je checken of je je hypotheek straks nog kunt dragen. Want doordat de renteaftrek na dertig jaar vervalt, zul je in de regel juist méér inkomen nodig hebben om dezelfde hypotheek te kunnen betalen. Vervolgens kijk je naar je hypotheekschuld: door de papieren erbij te pakken, online in te loggen bij je hypotheekverstrekker of via een afspraak met je adviseur. Wanneer je je schuld weet, kun je gaan rekenen.
Gebruik andere inkomstenbronnen
Omdat het onzeker is tegen welke rente je straks een hypotheek kunt afsluiten, gaan we in het volgende voorbeeld uit van een stevige rente: 5,8 procent. Nu wordt de rente kunstmatig laag gehouden omdat de Europese Centrale Bank (ECB) geld bijdrukt. Maar die kan zo weer omhoogvliegen en dat betekent hogere maandlasten. Het is een versimpeld en extreem voorbeeld, maar het is om je een idee te geven. Stel, je verdient nu 50.000 euro per jaar en heeft op basis daarvan een maximale aflossingsvrije hypotheek afgesloten van 247.000 euro. Met ditzelfde inkomen kun je onder recht op renteaftrek maar 165.000 euro lenen. Met je pensioen komt er straks jaarlijks 35.000 euro binnen; 70 procent van het laatst verdiende loon. Op basis van dit inkomen en het wegvallen van de renteaftrek, kun je dan nog maar 116.000 euro lenen. Je moet in dit voorbeeld dus 131.000 euro aflossen op je aflossingsvrije hypotheek als die afloopt en je je huis niet wilt verkopen.
Hypotheekschuld
De vraag is wat er tegenover deze hypotheekschuld staat. Buiten het pensioen moeten in dit voorbeeld andere inkomstenbronnen worden aangesproken om het gat te dichten. Dat kan eigen opgebouwd vermogen zijn, in de vorm van spaargeld of een beleggingsrekening bijvoorbeeld. Hoe eerder je begint, hoe meer tijd je hebt om vermogen op te bouwen en hoe minder pijn je hier maandelijks van hebt.
Meerdere opties
Er zijn een aantal opties, zegt Hans André de la Porte van Vereniging Eigen Huis (VEH). “Bij een hoge rente kan het nog steeds interessant zijn om de hypotheek over te sluiten tegen een lagere rente, nu ongeveer 2,5 tot 3 procent bij twintig jaar rentevast. Daar staat een boeterente tegenover maar de maandlasten gaan flink omlaag. Als je je uitgavenpatroon niet verandert, houdt je dus geld over. Dit geld kun je gebruiken om af te lossen.”
Kiezen voor aflossingsvrij
Wie gaat aflossen, heeft straks natuurlijk minder hypotheekschuld. De meeste banken bieden de mogelijkheid om jaarlijks 10 procent ‘boetevrij’ af te lossen op een aflossingsvrije hypotheek. Sommige banken zelfs 20 procent. Je kunt ook je aflossingsvrije hypotheek (gedeeltelijk) omzetten naar een annuïtaire of lineaire hypotheek, bijvoorbeeld wanneer een renteperiode afloopt.
Maandelijks aflossen
Ook bij deze hypotheekvormen los je maandelijks af. Tot 2013 kon je ook kiezen voor banksparen maar tegenwoordig wordt deze hypotheekvorm niet meer verstrekt. André de La Porte: “Huiseigenaren moeten niet denken: mijn overwaarde is zó hoog, wat kan mij nou gebeuren? Er wordt ook naar inkomen gekeken. Bovendien kan de waarde van je huis dalen, dat hebben we tijdens de economische crisis wel gezien. Maar een aflossingsvrije hypotheek is geen ramp, het kan zelfs een keuze zijn. Als je er maar goed over nadenkt wat je ermee wilt. En op basis daarvan tijdig in actie komt.”
TEKST: VICTOR DE KOK