Omarm je fouten
Waarom fouten maken goed is.
Geen mens zonder fouten. Maar uitglijders van onszelf erkennen, dat vinden we maar moeilijk. Terwijl we daar juist beter van worden. Omarm je fouten en vier je mislukkingen door faalangst in faalkracht om te zetten. Bij het begin beginnen? Lees hier deel 1!
Bewonderd om zeperds
We hebben als 1-jarige allemaal leren lopen door oneindig te vallen. Er is geen kind dat na de honderdste keer onderuitgaan besluit: ik stop ermee, ik ga wel kruipend verder. Schrijver en zelfbenoemd faalkundige Remko van der Drift beschrijft in zijn boek Fouten maken moed succes als: ‘Het topje van de ijsberg dat wij mensen graag aan elkaar willen laten zien. Dat is thuis zo en zeker ook op ons werk. Maar onder water, buiten het blikveld of bewustzijn, ligt vaak een enorme berg aan noodzakelijk falen, teleurstelling, hard werken, mislukking, offers, volhouden, discipline en toewijding – het vallen, opstaan en weer doorgaan.’
Zijn boodschap
Zijn boodschap: ‘Laten we deze berg voor onszelf en elkaar zichtbaar maken en omarmen. Want succes vereist falen.’ Schrijver van de Harry Potter-boeken J.K. Rowling weet daar alles van. Ze is een van de rijkste vrouwen van Groot-Brittannië maar haar weg naar roem was geplaveid met mislukkingen: slecht geschreven verhalen, afwijzingen van uitgeverijen en daarnaast was ze bijstandsmoeder.
Het interessante
Oprah Winfrey (een van de rijkste vrouwen van Amerika) is ooit ontslagen bij een tv-zender omdat ze niet geschikt zou zijn als presentator. Steve Jobs werd ontslagen bij Apple en vond vervolgens een computer uit die niemand wilde. De innovatieve industrie wemelt van de flops maar: die zie je nooit. Precies dat was de reden voor de Amerikaanse onderzoeker Samuel West om in zijn Zweedse woonplaats Helsingborg het Museum of Failure op te richten. Het staat vol zeperds van wereldberoemde bedrijven zoals Ford, Lego, Sony en Google. Het interessante: de concerns worden in het museum niet bespot om hun kostbare zeperds maar juist bewonderd.
Doe als Pippi Langkous
Er zijn steeds meer mensen die zich radicaal tegen de benauwende eendimensionale succes-illusie keren en daarbij – dit is de kern van de faalkunde! – hun eigen falen durven te benadrukken. Zo pleitte een neurobiologisch onderzoeker uit Californië er in het toonaangevende wetenschappelijke tijdschrift Nature voor ‘van onze fouten onze succesverhalen te maken’. Ze vergeleek de afwijzing die ze voor een beurs kreeg met stervoetballer Ronaldinho die geen plek kreeg in het nationale elftal.
Het grote verschil
Het grote verschil tussen hen: waar het falen van de voetballer voor iedereen zichtbaar was, kon de onderzoeker haar mislukking voor zichzelf houden en, afhankelijk van haar mechanisme, naar de buitenwereld doen alsof die nooit had plaatsgevonden. Maar dat wilde ze niet langer want zoals profvoetballers jonge spelers leren omgaan met mislukkingen, zo moeten ook wetenschappers achter hun muur vandaan komen en hun fouten toegeven, vindt ze. Zodat anderen erdoor geïnspireerd raken.
Persoonlijke mislukkingen
Niet iedereen zal meteen staan te springen om een lijst met persoonlijke mislukkingen te maken, laat staan deze op internet te zetten. Volgens Van der Drift, die faalkundeworkshops aan bedrijven geeft, leven veel mensen in wat hij noemt ‘een vaste mindset’ waarin perfectionisme en het angstvallig voorkomen van fouten overheerst. “Terwijl we vaak waardering hebben voor mensen en organisaties die op avontuur gaan en de moed hebben om daarbij begane fouten te delen, durven we het zelf vaak niet. Er is lef voor nodig en een andere, open benadering buiten je comfortzone. Iemand met wat ik een groei-mindset noem, is Pippi Langkous. Zij probeert altijd nieuwe dingen uit. Haar lijfspreuk is veelzeggend: ‘Ik heb het nooit gedaan, dus ik denk dat ik het wel kan.’ Prachtig toch? De meeste mensen leven vanuit het tegenovergestelde: ik heb het nog nooit gedaan, dus ik kan het waarschijnlijk ook niet.”
Van faalangst naar faalkracht
Wat er verkeerd gaat met onze kijk op falen is dat de wereld vooral wordt opgedeeld in goed en fout, op alle niveaus, privé en in carrièreverband. Een grote valkuil. “Een fout kun je beter zien als een feit dat in eerste instantie anders uitpakt dan we verwachtten,” zegt Van der Drift. Ons oordeel over een uitglijder of fout wordt vaak gevormd door wat we geleerd hebben over wat normaal, gepast of goed is. Dit oordeel komt zowel van jezelf als van je omgeving. Zo kun je bijvoorbeeld een grap maken over je partner nét op het moment dat hij of zij binnenkomt.
Bestempelen
Dat kun je bestempelen als fout want om iemand lachen is onbeschoft en kwetsend. Maar op het moment dat je jezelf als de vriendelijke grappenmaker ziet en je partner ook wel om je grapje kan lachen, is de fout geen fout meer. En nog zoiets: vindt je jezelf een mislukkeling als je het eten (weer) laat aanbranden? Of durf je hard te lachen om je falen – en probeer je het de volgende keer gewoon opnieuw? Geen verrassing dat er bij de tweede reactie sprake is van faalkrácht. Je kunt deze op leren gerichte benadering in één lijn doortrekken naar buitenshuis.
De gemaakte fouten
Neem het Oogziekenhuis in Rotterdam, waar het aantal gemaakte fouten van zes naar hooguit een per jaar daalde. De reden: eens per week hebben de artsen overleg over gemaakte fouten die in een open sfeer worden toegegeven. Dus zonder (ver) oordelen. Zo zijn er ook steeds meer bedrijven die beseffen dat fouten maken een wezenlijk onderdeel van verbetering en vernieuwing vormt – nog afgezien van de betere onderlinge sfeer die daardoor ontstaat. Ruimte geven aan falen zet de deuren open naar openheid en creativiteit. Wees blij met elke fout die je maakt en zie elke mislukking als een overwinning in disguise.
Niemand is perfect
Dump je bewijsdrang kopt een hoofdstuk in Fouten maken moed. Bewijsdrang is in feite ons vastgeroeste bange, perfectionistische ego dat continu positieve bevestiging van onszelf en vanuit de omgeving nodig heeft (of: dénkt nodig te hebben). In werkelijkheid kan die drang onze ontwikkeling flink dwarszitten. Denken vanuit talent is zoiets: ik kan het al dus ik hoef het ook niet meer te proberen. Of: ik heb alles al gezien en meegemaakt. Ons ego zegt misschien dat we goed bezig zijn als we alles perfect en binnen de lijntjes proberen te doen. Beter kun je het omdraaien: als ik niet zo’n perfectionist was, was mijn leven perfect.
Het toegeven
Het toegeven van falen, struikelen en mislukken vergt moed – zeker als we ons schuilhouden in onze comfortzone. Maar de beloning is enorm: lucht, ruimte, creativiteit en, misschien nog wel het belangrijkste: erkennen dat je – natúúrlijk! – niet perfect bent. Het maakt je een completer en dapperder mens die niet langer bang is onderuit te gaan omdat je wereld met open vizier tegemoet kunt treden. Tot je aan de ontbijttafel of in welke omstandigheid dan ook vanuit de grond van je hart tegen je partner respectievelijk kind, baas of werknemer kunt zeggen: “Ja, ik heb gefaald, dus het gaat de goede kant op!”
TEKST: IMCO LANTING | BEELD: AART-JAN VENEMA