Diederik van Vleuten (1961) is tekstschrijver, musicus en vooral theatermaker – met een talent voor historische vertellingen.
Mijn eigen boek
Opnieuw beginnen. Het thema van deze Zin aan het begin van het nieuwe jaar is toepasselijk, ook in deze fase van mijn leven. Ik strompel op dit moment de laatste twee weken in voor een van de grootste deadlines waar ik ooit voor stond: mijn boek moet af. Inleveren op 1 februari. De geschiedenis van drie generaties Van Vleuten in het voormalig Nederlands-Indië. Wat zal ik opgelucht zijn als het af is. Kunnen die voorouders met hun geluiden en geheimzinnige signalen van mijn rug. Want die krijg je er gratis bij als je over Indië schrijft.
Vijf kinderen
Er is al een schilderij van de muur gevallen – wat helemaal niet kon omdat het ijzerdraad aan de achterkant van de lijst om twee kruiskoppen was gewikkeld. Nog angstaanjagender: er zat opeens een barst in het glas van een ingelijste foto waarop mijn betovergrootvader staat afgebeeld te midden van zijn vijf kinderen. De barst liep precies tussen mijn betovergrootvader en zijn vijf kinderen door. Dat kan gebeuren. Ware het niet dat ik net had beschreven hoe mijn betovergrootvader in de zomer van 1879 in Batavia achterbleef terwijl zijn kinderen met stoomschip De Overijssel de reis naar Rotterdam maakten, op de kust van Somalië schipbreuk leden en zes weken in het woestijnzand moesten zien te overleven.
Een duister dagboek
Natuurlijk, allemaal toeval. Die barst precies daar. En dat schilderij, dat van de muur kwam zetten precies op het moment dat ik tijdens een etentje met vrienden een duister dagboek uit ons archief ter sprake bracht waarvan de inhoud mij nogal van mijn stuk had gebracht. En natuurlijk is het toeval dat toen ik een lezing over die schipbreuk gaf op de Universiteit in Leiden, een van mijn toehoorders – die niet wist waarover mijn lezing zou gaan – na afloop vertelde dat hij had genoten aangezien zijn betovergrootvader tweede stuurman op stoomschip De Overijssel was geweest. Allemaal toeval.
Toeval,allemaal toeval
Net als die mail, die via de NOS binnenkwam precies op het moment dat een foto van tante Aukje in 1936 uit mijn printer rolde. Een foto die mijn oom Jan altijd bij zich had gedragen in het Jappenkamp in Bandung. De originele foto was zwaar beschadigd maar op mijn computer had ik hem mooi gerestaureerd. De mail was afkomstig van een mijnheer die als 9-jarig jongetje in het Tjideng-kamp in Batavia had gezeten en een barak had gedeeld met ene Aukje van Vleuten-van der Werff. Of dat familie van mij was? Toeval, allemaal toeval. Over twee weken is mijn boek af en kunnen mijn voorouders mij met rust laten, en ik hen. Dan kan ik opnieuw beginnen. Nee: beginnen met iets nieuws. Het hier en nu. Een wonderlijk vooruitzicht. Moedig voorwaarts!