Een popster met een ambtsketen
Rick de Leeuw ontmoet Onno Hoes.
Voor Zin 2 spreek Rick de Leeuw waarnemend burgemeester Onno Hoes. Lees hier een fragment uit dit interview. Rick: ‘Vorige zomer woonde ik een lezing bij van Onno Hoes, met als onderwerp het verschil tussen macht en gezag. Losjes verweefde hij daarin zijn persoonlijke verhaal met een begrijpelijk betoog over modern bestuur. Het leven als een les in veerkracht.’ Onno Hoes (1961) was burgemeester van Maastricht toen hij in 2014 terecht kwam in een mediastorm. Onlangs werd hij benoemd tot waarnemend burgemeester van Haarlemmermeer. Een gesprek over vallen en opstaan en een nieuwe ringtone.
Grip kwijt
Onno Hoes: “Er zijn veel manieren om de grip op je leven kwijt te raken. Ontslag, ziekte, scheiding, schulden. Jarenlang had ik daar allerlei meningen over, en de voorbije periode heb ik er een flinke portie ervaringsdeskundigheid aan mogen toevoegen. We willen er voor de buitenwereld allemaal mooi en gelakt uitzien, maar achter die façade krijgen we de harde lessen van het leven geleerd. In het dal leren we wie we werkelijk zijn. ‘Je bent veel menselijker geworden,’ zeggen de mensen nu tegen me, ‘je bent nu veel meer één van ons.’
Daar hebben ze gelijk in, ik heb er veel aan gehad. Al had het dal naar mijn smaak wel iets minder diep mogen zijn.” Onno en ik zitten in de burgemeesterskamer en drinken water. Hij ziet er opgeruimd en monter uit. Vrijuit spreekt hij over de periode die achter hem ligt. Soms weegt hij zijn woorden, meestal met een brede glimlach. Zijn affaires in Maastricht, zijn scheiding van Albert Verlinde, de smakeloze berichtgeving in de media, zijn ontslag als burgemeester.
Gebeurtenissen die zijn leven ontwricht hebben, waar hij zonder zichtbare gêne op terugkijkt. Schaamteloos, in de betekenis van zonder schaamte. Zoals iemand zonder zorgen zorgeloos is. Onno Hoes lijkt te hebben afgerekend met zijn demonen. Gedurende het gehele gesprek kijkt hij welgeteld nul keer op zijn grote polshorloge.
Ongekende bloeddorst
“Vroeger hield ik jongeren tijdens trainingen binnen de VVD voor: ‘Zoek de grenzen op! Als je niet langs de rand van het ravijn durft te lopen, leer je het nooit.’ Daar heb ik vaak aan teruggedacht, en ik ben niet wezenlijk van mening veranderd. Het draait in het leven om het nemen van risico’s, en als je stoer bent, krabbel je na de val weer op en anders heb je pech gehad. Maar ik wist toen natuurlijk nog niet wat de toekomst voor mij in petto had.
Het wrange is dat ik niet in de politieke ravijnen ben gevallen die ik toen bedoelde. In mijn geval moest de gemeenteraad van Maastricht een politiek oordeel vellen over mijn privéleven. Schrijnend en pijnlijk onterecht, dat vind ik nog altijd. Wat mensen privé doen, moeten ze zelf weten. In dat opzicht ben ik puur liberaal, op het libertijnse af. Binnen de VVD ben ik daar trouwens volledig in gesteund, daar ben ik ze enorm dankbaar voor.
Als het over steekpenningen of corruptie was gegaan, hadden we een heel ander verhaal gehad. Maar dit speelde zich af in de persoonlijke sfeer. De roddels over mijn privéleven besmeurden mijn openbare functioneren, dat was een discussie waar ik niet op was voorbereid. De media zijn daar vervolgens bovenop gevlogen met een ongekende bloeddorst en hebben elkaar daar enorm in versterkt. Schandalig. Nog steeds komen er journalisten naar me toe die zich schaamtevol afvragen hoe het zo heeft kunnen gebeuren.”