BELEEF DE TIJD VAN JE LEVEN
‘Ik dacht: moet je me hier nou zien lopen!’

‘Ik dacht: moet je me hier nou zien lopen!’

Joke Mokveld (1955) durfde door pleinvrees een jaar lang haar huis niet uit.

Opnieuw de straat op durven gaan, opnieuw leren eten, opnieuw leren zwemmen. Jezelf eindelijk accepteren. In Zin 2 staan ingrijpende verhalen van doorzetters. Vandaag het verhaal van Joke Mokveld (1955). Ze durfde door pleinvrees een jaar lang haar huis niet uit. Ze dwong zichzelf weer de straat op te gaan, en emigreerde daarna voor haar werk naar Zuid-Afrika.

Paniekaanval

“Het staat me nog zo helder voor de geest. De kinderen waren klein, ik ging boodschappen doen bij de buurtsuper waar ik altijd kwam. Op de vleesafdeling, tussen de kippenpootjes en het rundvlees, kreeg ik mijn allereerste paniekaanval. Ik stond te hyperventileren, bibberde van top tot teen, het zweet brak me uit. Ik deed het meest foute wat je kunt doen op zo’n moment: ik vluchtte. Ik liet al mijn boodschappen achter, pakte mijn kinderen bij de hand en haastte me naar huis. Vanaf dat moment durfde ik de deur niet meer uit: alleen mijn eigen woning was een veilige haven. Direct na het tuinhekje werd het problematisch. Dan golfde de angst door mijn lichaam, de grond onder mijn voeten bewoog, ik zag niets meer helder, mijn hartslag steeg en ik was ervan overtuigd dat ik dood zou gaan. Dat klinkt gek, maar dat denk je écht op zo’n moment.

opnieuwBuiten is doodeng

Ik heb een jaar lang binnen geleefd. Onbegrijpelijk hè? Ik was een normaal functionerend, gelukkig mens. En ineens, pats boem, is alles wat buiten is doodeng. Boodschappen deed ik niet meer, ik ging niet naar verjaardagen, sportte niet buiten de deur, durfde niet te winkelen, lunchte niet meer bij vriendinnen. De behoefte om leuke dingen te doen werd weggedrukt door de angst. Werken kon al helemáál niet meer. En de school van de kinderen was niet ver weg maar ik durfde ze niet weg te brengen. Mijn schoonouders moesten kilometers rijden om mijn kinderen naar school te brengen. Ik schaamde me kapot. Inmiddels was me duidelijk dat het pleinvrees was. Ik ben even opgenomen geweest in een psychiatrisch ziekenhuis maar boekte niet veel vooruitgang. Ik moest elke avond met mijn man 100 meter buiten het hek gaan, daarna 200 meter… Hielp geen fluit. Wat me écht heeft getriggerd, was een andere moeder. Het was een zonnige dag en ik zag haar voor mijn raam met kindjes in de leeftijd van de mijne voorbij fietsen. Eentje voorop, eentje achterop. Dat wilde ik ook. Interesseerde me niet wat er gebeurde, dan dacht ik maar dat ik dood zou gaan. Het zou me lukken om weer naar buiten te gaan want mijn kinderen hebben daar recht op!

Zonder hulp

Toen ben ik een brief gaan posten bij de brievenbus die een halve kilometer van mijn huis vandaan lag. Dat lukte. Zonder hulp. Bij elke stap werd ik euforischer. Kijk mij hier lopen! Alsof er een nieuwe wereld voor me openging. Ik heb alles zelf opgebouwd. Ik ging weer voor het eerst naar het winkelcentrum – maar nog niet de winkels in. Dat deed ik dan een paar dagen later. Ik liep daar met zweethanden maar focuste me op mijn toekomst en vertrouwde erop dat als ik ooit weer over straat kon lopen zoals vroeger. Ik ben daarna weer gaan werken, als uitzendkracht. Een hele stap. Vergaderingen bijwonen lukte niet, maar het werk ging goed.

opnieuwEmigreren

Ik ben helemaal van mijn paniekaanvalletjes afgekomen door heel kort een middeltje te gebruiken van een hoogleraar die op pleinvrees is gepromoveerd. Een paar jaar daarna kreeg ik de kans om op de Nederlandse ambassade in Zuid-Afrika te werken. Even kwam die angst in me op. Maar ik wilde mezelf nóóit meer laten regeren door dat gevoel. Het was een fantastische ervaring. Ik herinner me de eerste keer nog dat ik door Pretoria naar mijn werk liep. Hartje winter maar de bijzondere flora groeiden tot aan de dakgoten van de huizen. Ik keek mijn ogen uit. En ik besefte: ik had pleinvrees en loop nu aan de andere kant van de wereld naar mijn nieuwe werkplek. Dat besef gaf me veel kracht.”

Lees hier het verhaal van Marjolein Assenbroek (1964). Ze had een kwaadaardige tumor onder haar tong. Nadat ze was genezen, moest ze opnieuw leren praten en eten.

Hier het verhaal van sportman Maurice Wiegman (1966). Hij raakte door een zeldzame spierziekte verlamd. Met een speciaal pak heeft hij weer leren zwemmen.

Morgen deel 4. Doordat hij is geboren met een schisis, durfde Hein Roth (1963) ‘het leven niet te leven’. Nu is hij bezig met een inhaalslag.

TEKST: LISANNE VAN SADELHOFF. BEELD: MARK UYL | STYLING: PAULA SCHOUTEN (COLORENCO) | VISAGIE: MINKE BOEIJEN