Erik Jan Harmens (1970), schrijver en dichter, legt iedere Zin uit waarom gedichten gelukkig maken – of tot nadenken stemmen. Dit keer Doof van Hans Hagen.
Tussen jeugd en volwassenheid
Dit gedicht is geschreven voor YA-lezers. YA staat voor Young Adult, het is literatuur voor wie in de overgang zit tussen jeugd en volwassenheid, een levensfase die bij sommige mensen nooit helemaal overgaat. In dit gedicht kijkt een jongeman terug op zijn kalverliefdes. Bij hem heetten ze Regina en Rachelle, de mijne Muriël en Marieke. Laatstgenoemde zat voor me in de klas en gooide tweemaal daags haar hoofd naar achter, waarna haar lange goudblonde haren over mijn schriftje en etui dwarrelden. Voor Muriël kocht ik een ring bij de Jamin maar ze vond 10 te jong om te trouwen, dus gaf ik ’m aan Richard Klepperman. Want die was die dag jarig.
Terugdenken
Net als Hans Hagen aan Regina en Rachelle, dacht ik nog vaak aan Muriël en Marieke. Als ik maar goed focuste, zag ik ze voor me, en ook tegen me aan al dagdromend tijdens Nederlands. Hitsige fantasieën waren het. Als de meester me vroeg om op te staan en iets aan te wijzen op het bord, weigerde ik uit angst dat men zag wat in mijn broek was opgebold.
Verplichting
Het is verliefdheid in haar meest vertederende verschijningsvorm. De vraag bij dit gedicht is natuurlijk wie op het eind ‘doof van verlangen’ is. Is dat de jongeman, die zo opgaat in zijn droom dat hij niet hoort dat hij wordt uitgelachen? Of zijn het de meisjes, van wie hij de namen prevelt zonder dat ze reageren? Dat ze niet fysiek in het klaslokaal aanwezig zijn, dat hij Regina en Rachelle daar alleen maar fantaseert, ontslaat hen toch niet van de verplichting om op z’n minst lief terug te lachen als een romantische dwaas hun naam fluistert?