Diederik van Vleuten (1961) is tekstschrijver, musicus en vooral theatermaker – met een talent voor historische vertellingen. Hij schrijft elke maand een column voor Zin.
Kun je bij het naderen van maart je tuin nog winterklaar maken? Starend uit het raam besef ik dat ik hopeloos achter de feiten aanloop. De herfstbladeren van november liggen tussen de verbruinde hortensia’s, diverse stormen hebben een spoor van takken en takjes achtergelaten, het gras dat ik eind september nog een laatste keer zou maaien staat nog even hoog.
Burn-out
Ik voel mij schuldig dat ik het zover heb laten komen. Oplettende lezers zullen zich wellicht herinneren dat ik vorig voorjaar nog zo goed bezig was. Een burn-out – was het dat? Ik weet het nog steeds niet – dreef mij de tuin in. Ik kon niet meer nadenken, geen krant lezen, geen boek, geen gesprek kon ik nog volgen. Alleen de tuin. Frisse lucht. Gedachten op nul. Operatie Onkruid. Op mijn knieën, meter voor meter. Het dorp stak de loftrompet: wat zag mijn tuin er verzorgd uit! Ik was trots. Ik kon tóch nog iets! Nu ben ik tuinkundig gezien weer terug bij af en waarom? Er zat een boek tussen. Na de zomer van 2017 kreeg ik opeens haast. Niks burn-out! Ik gaf mijzelf zes maanden, daarin moest het lukken. Het was nu of nooit meer. Ik liet de tuin de tuin en stortte mij op de 376 pagina’s die ik van de uitgever kreeg.
Dankwoord
Nu is het boek af en overzie ik het slagveld. Bruine bladeren, mos en gras tussen de klinkertjes, met regenwater volgelopen gieters en emmers. Zelfs nog te beroerd geweest om een paar laarzen binnen te halen. Een grote rommel en allemaal vanwege dat boek dat morgen naar de drukker gaat. Starend uit het raam zie ik opeens hoe het zit. Ik schreef een boek dankzij de tuin. Daar laadde ik mij op. Ik zie mijn grote vriend, die er voor me was toen het niet goed ging. En het voelt alsof ik die vriend tekort heb gedaan.
Twijfel
Ik heb hem verwaarloosd, dacht dat ik wel zonder hem kon. Ik weet wat mij te doen staat. Wijs geworden door vorig jaar. Niet doorgaan met het volgende ding. Pas op de plaats. Hark, kruiwagen en… gewoon weer ergens beginnen. Meter voor meter. Niet denken: wat nu, wat hierna? Ik ken mezelf. Twijfel is altijd mijn motor geweest. Niet denken: kom ik nog terug in het theater en met wat? Ben ik uitgepraat na drie programma’s en een boek over mijn familie? Of: ik moet snel iets nieuws verzinnen! Nee. Niet snel.
Eerst het pad weer vrijmaken. Blaadje voor blaadje, tak voor tak. Er zal wel weer iets komen als het juiste moment daar is. Alles heeft zijn tijd, zei Prediker. En knip doet de schaar.