Daar zijn ze weer, de ruitjesbroek, witte blouse, sleehak of puntkraag. Terug van nooit echt weggeweest. Journalist Liddie Austin (1959) beziet de retro-trend van dit moment.
Ik probeer het heus wel, eens iets anders kopen dan blauw of zwart. Maar het lukt maar niet: uit mijn comfortzone komen. Waarom draag ik nooit beige bijvoorbeeld? Een van de jaren 80 revivalkleuren die zo populair is deze zomer. Beige heeft iets ‘volwassens’, alsof je helemaal niet bang bent dat je er onmiddellijk een vlek op maakt. Zo’n klassieke camel jas van Max Mara – later als ik groot ben, wíl ik er een.
Warm en koud
Toch blijkt dat minder simpel te liggen dan ik dacht. Kleurconsulente Inga van Zalm van The Winning Image moet mij beige afraden. Want het is een lastige kleur, zeker voor ons soort vrouwen. “Beige is een warme tint en als je boven de 50 bent, flatteren koude kleuren doorgaans meer.”
Dit schreeuwt om uitleg. Er zijn dus koele en warme kleuren. Warme kleuren hebben altijd een flinke scheut geel, koele kleuren bevatten blauw of nonkleuren zoals zwart, wit of grijs. “Beige bestaat voor een groot deel uit geel, waardoor het een heel warme kleur wordt,” doceert Van Zalm. “En dat harmonieert niet met de grijze en dus koele tint die wij op deze leeftijd hebben. Zelfs al had je een warme huidskleur toen je jong was, met het klimmen der jaren wordt die onherroepelijk koeler – gedempter zo je wilt.
Botsen
Dat geldt ook voor de kleur van je ogen: die wordt wat fletser. Het geheel wordt dus grijzer, zelfs als je je haar kleurt. Warme kleuren botsen met de onvermijdelijk koele tint van vrouwen boven de 50. In het geval van beige is dat contrast te groot om in je voordeel te kunnen werken. Dan zie je er dus slecht uit, of in elk geval: slechter dan nodig is. Kleding en kleuren moeten het beste in jou naar voren halen en dat lukt in dit geval niet.”
Beige is dus lastig. Nu ik me van die kleurenvalkuilen bewust ben: moet je als je ouder wordt met een nieuwe blik naar je garderobe kijken en afscheid nemen van kleuren die je niet meer staan? Inga: “De verandering verloopt heel geleidelijk maar inderdaad, het is een goed idee om met enige regelmaat in je garderobe te duiken en kritisch te kijken welke kleuren je niet meer zo laten stralen als vroeger. En welke kleuren dat nu wél doen. Als een bepaalde lievelingskleur niet meer zoveel voor je blijkt te doen, kun je proberen of een variatie daarop je misschien beter staat.”
Mengen
Daar ligt dus een kans voor rijpere vrouwen die van beige blijven houden. “Zij zouden kunnen uitwijken naar de zandkleur, een mengsel met veel wit erin. En witmengsels – niet spierwit, trouwens, dat is te
hard! – flatteren op onze leeftijd. Zandkleur is een heerlijke tint voor de zomer.” Een andere optie is taupe: de koele variant van bruin.
Voor wie echt weigert afstand te doen van beige heeft Van Zalm toch nog een tip: zorg dat u uw lievelingskleur niet te dicht bij uw gezicht draagt. Dat doet u door ’m te combineren met een kraag of sjaal in een andere kleur, of door een andere kleur blouse onder een beige jasje te dragen.
Paars
Het heeft iets weemoedigs om mijn beigedroom voorgoed aan de wilgen te hangen. Gesteld dat ik toch eens uit mijn comfortzone wil komen: zijn er kleuren die echt iets doen voor ons soort vrouwen? “Paars!” roept Inga van Zalm zonder te aarzelen. “Dat is een kleur die wordt opgebouwd uit rood met blauw. Hoe meer blauw, hoe koeler en hoe beter het ons dus zal staan.”