Recept om zelf wijn maken
Wil je zelf aan de slag en jouw eigen wijn brouwen? Hier een recept uit Het Groot Zelf Wijn Maak Boek (1989) van Jan van Schaik om zelf wijn te maken!
Jouw eerste wijn
Het is mijn ervaring dat beginnende wijnmakers vaak popelen van ongeduld om te beginnen. Ze nemen dan niet de moeite eerst het hele boek goed te bestuderen en alle nuttige aanwijzingen door te nemen. Daarom geef ik u hier een recept dat u zo kunt maken, en … dat snel klaar zal zijn.
Je hebt nodig:
2 lege flessen van 5 liter
2 liter appelsap
1 liter wit druivensap
800 g suiker
1 rubber kap met waterslot
met water of appelsap tot 5 liter aanvullen
2-3 g gist
2 theelepels citroenzuur
1 theelepel gistvoeding
2 sulfiettabletten (tegenwoordig is sulfiet voornamelijk als poeder te koop en nemen we 2 gram)
Daar gaan we dan:
Maak je fles steriel door hem eerst grondig te wassen en na te spoelen met 1 liter water waarin 2 tabletten sulfiet zijn opgelost. Laat de fles uitdruipen en spoel hem niet weer na. Kook suiker en zuur in 1 liter water en voeg die bij het appelsap en het druivensap in de steriele fles. Als de temperatuur ongeveer 20 °C doe je er gist en gistvoeding bij. Plaats nu het waterslot en doe daar wat gewoon water in. Zet de fles op een plaats waar zoveel mogelijk een constante temperatuur heerst, 18 tot 20 °C is ideaal.
Gisting
Na enkele dagen zul je zien dat er in de fles kleine belletjes opstijgen: het is koolzuurgas dat een uitweg vindt door het waterslot. Omdat er zich schuim kan ontwikkelen mag de fles nu nog niet te vol zijn. Zodra de felle gisting voorbij is, vullen we de fles verder bij met appelsap of water. Als alle aanwezige suiker is omgezet in alcohol zal de gisting stoppen waarna je de fles wat koeler kunt zetten. Nu vormt zich een laagje bezinksel; dit zijn dode gistcellen.
Je hevelt met een slangetje de wijn in de andere fles, die natuurlijk ook steriel moet zijn. Let erop dat je de droesem niet verstoort of meezuigt. Om oxideren tegen te gaan, zorg je ervoor dat het heuvelen niet te wild gaat en niet te lang duurt. Nu klaart de wijn steeds verder, maar je mag niet te snel tevreden zijn. Alleen als de wijn briljant helder is en niet meer ‘werkt’ ga je bottelen. Het spreekt vanzelf dat je daarvoor steriele wijnflessen neemt. Wanneer de kurk wat moeilijk de fles in gaat, helpt het wel de kurk een nacht te weken. De lucht onder de kurk krijgt de kans te ontsnappen als je een schoon touwtje in de flessenhals hangt dat je terugtrekt als de kurk zakt.
Na het bottelen laat je de wijn nog 2 maanden (of langer) rusten waarna je hem kunt drinken. Als het goed is, zullen jouw gasten steeds weer zeggen: Geef mij maar een glaasje van je eigen wijn. Proost!
Opmerking bij dit recept: De sulfiet moet wel opgelost worden samen met een eetlepel citroenzuur. Anders heeft dit geen effect. Om een fruitige wijn te krijgen, gisten we tegenwoordig liever op een temperatuur tussen de 16 en 18 graden.