Afscheid
Deze in al hun eenvoud toch nogal mysterieuze regels vormen de start van een cyclus van 52 gedichten die samen één bundel vormen. Afscheid is het thema. Het aantal is niet zomaar gekozen: een rouwperiode duurt niet zelden een jaar, 52 weken: alle seizoenen zijn over de pijn heen gegaan, als vorst over de boerenkool. Ook dit openingsgedicht gaat over de dood. De verteller komt ergens aan maar is het niet zelf (‘zonder dat ik het ben kom ik bij je’) en alles vindt plaats ‘in een andere tijd’. Wie wordt aangesproken is onduidelijk, misschien iemand die al aan de andere kant verblijft. Bijzonder is dat het lichaam wordt verwacht door ‘een moment’, alsof tijd een personage is.
Begeleiding
Met ‘worden we begeleid?’ wordt de geloofsvraag gesteld waarbij ‘begeleiding’ een stuk vrijblijvender klinkt dan het aloude Kyrie Eleison. ‘Zal er gezegd worden wie we waren?’ verwijst misschien naar een dag des oordeels. En dat ‘instrument’ op het eind, dat is het geloof, waardoor we met God in verbinding staan. Met het ‘speelt met ons mee’ wordt dus misschien bedoeld dat geloof troost biedt: iemand in de handen van de Heer is wel dood, maar niet verloren.
Interpreteren
Of die interpretatie van mij klopt, ik zou het niet weten. Het prachtige gedicht van Jacob Groot oogt helder maar is het niet. Gelukkig is het raadselachtige ook aangenaam: poëzie brengt me soms midden in de mist, maar dan wel met een glimlach op mijn gezicht.
Erik Jan Harmens (1970), schrijver en dichter, legt iedere Zin uit waarom gedichten gelukkig maken – of tot nadenken stemmen. Deze keer het gedicht Verlies me niet, van Jacob Groot.