BELEEF DE TIJD VAN JE LEVEN
‘Ongelooflijk wat ik ineens allemaal hoorde’

‘Ongelooflijk wat ik ineens allemaal hoorde’

Als eerbetoon een column van Renate Dorrestein

Renate Dorrestein (1954) was van 2013 tot haar overlijden in 2018 columniste van Zin. Als eerbetoon aan Nederlands liefste en grappigste schrijver plaatsen we de komende weken elke dag een column van Renate.

Superoren

Ik liep al een hele tijd rond met een verstopt oor en had niet eens gemerkt hoe doof ik geleidelijk was geworden, totdat een kloeke doktersassistente er laatst een dot zeepsop doorheen joeg. Het was ongelooflijk wat ik op hetzelfde moment allemaal hoorde. Door het open raam klonken de hakkelende voetstapjes van een klein kind dat niet op de naden van de stoeptegels wilde stappen en de hydraulische zucht van een busdeur die openging. Het was
niet alsof ik mijn gewone gehoor terug had, dat had ik niet eens gemist. Nee, het was alsof ik opeens superoren had.

Afluisteren

Het ging zo ver dat ik dwars door de muur heen een gesprek kon volgen dat elders in de praktijk van mijn huisarts werd gevoerd. “Ik ga eerst uw gegevens en die van uw man noteren, mevrouw Visser,” hoorde ik. “Wat zijn de voorletters van uw man?” Terwijl ik mijn jas dichtknoopte en mijn tas pakte, antwoordde mevrouw Visser: “C.H. En we heten allebei Visser.” Ik ging naar buiten, vastberaden om de rest van de dag mensen af te luisteren, al kon je eigenlijk al op voorhand vermoeden dat het niet mooier dan dit zou worden. “We heten allebei Visser.” Dat klonk als een huwelijk met een slotgracht eromheen, solide, voor altijd.

Herinnering

Eenmaal op straat viel me op hoe vol de wereld van geluiden is, en hoe die op hun beurt weer hele werelden oproepen, net als geuren. Denk maar aan wat je allemaal op slag voor je ziet wanneer je op een zomeravond in het voorbijfietsen het gedempte, beschaafde geplok van tennisballen hoort, of het gespetter van kinderen die achter een haag onder de tuinsproeier rondspringen. Als je alleen maar dénkt aan het knerpen van voetstappen in verse sneeuw, of aan behaaglijk geknetter van een houtvuurtje, reis je in je hoofd al af naar andere sferen. Zelfs voorbije, allang niet meer bestaande geluiden bezitten die kracht nog steeds. De herinnering aan het sissen van de Salamander in mijn ouderlijk huis. Het geklots van de losse melk die je toen nog kon kopen, in een emaillen emmer. Of al die andere al bijna vergeten geluiden van veel recentere datum: het ratelen van een matrixprinter, het krijsende gesnerp van je modem als je op internet inbelde, het bescheiden knirpknirp van de kaartjeskniptang van de conducteur.

De wereld verandert, dat doet-ie al eeuwen, maar van sommige geluiden hoop ik dat ze altijd mogen blijven bestaan. Bijvoorbeeld dat mevrouw Visser als ze ’s ochtends wakker wordt, levenslang en zonder mankeren van haar
C.H. zal horen: “Goeiemorgen, lieve schat.”

Deze column verscheen eerder in Zin 6- 2015
Foto: Merlijn Doomernik