‘Als het om apparaten gaat, heb ik het boze oog’
Als eerbetoon een column van Renate Dorrestein
Renate Dorrestein (1954) was van 2013 tot haar overlijden in 2018 columniste van Zin. Als eerbetoon aan Nederlands liefste en grappigste schrijver plaatsen we de komende weken elke dag een column van Renate.
Boze oog
Als het om apparaten gaat, heb ik het boze oog. Het is niet zo dat ik extreem klunzig ben, zoals ook wel eens schijnt voor te komen in de combinatie ‘vrouwen en techniek’, het is iets veel duisterders: in negen van de tien keer
gaan apparaten bij mij binnen een week stuk. Of vertonen ze kuren die ze volgens deskundigen helemaal niet kunnen vertonen. Nieuwe laptop: met geen paardenkracht is het mailprogramma aan de praat te krijgen. Nieuwe stofzuiger: het oprolmechaniek van het snoer begeeft het bij het eerste gebruik. Nieuwe camera: in de winkel zoomt de lens nog lustig in en uit, eenmaal thuis is daarvan geen sprake meer.
Alles is energie
Ik onderga het gelaten. Mijn oude moeder zei altijd op geheimzinnige toon: “Alles is energie.” Wat dat ook mocht betekenen, je had gelijk, mama. Blijkbaar heb ik energetisch gesproken een trillingsgetal dat fataal inwerkt op alles met knoppen. Gelukkig gebeurt dat meestal rap genoeg om nog binnen de garantie te vallen. Toch probeer ik soms listig om mijn Boze Oog heen te werken, teneinde het heen en weer gesleep met dozen te beperken. Zo nam ik laatst, toen ik een nieuwe cd-speler nodig had, uitgekookt de man van mijn leven mee naar de winkel. Ik liet hem de keuze bepalen, het toestel naar buiten dragen en thuis de aansluiting verzorgen. Al die tijd hield ik mijn handen op mijn rug en mijn blik afgewend. En jawel, daar schalde Adele al uit de boxen. Maar ja, die man van mij woont niet hier, die heeft zijn eigen bedoening. Binnen een paar dagen was zijn neutraliserende invloed uitgewerkt, en kon ik met het apparaat terug (“Nog nooit meegemaakt, mevrouw.”)
Bluffen
Toen mijn antieke mobieltje onlangs de geest gaf, zag ik het lijk al drijven. Dat zou weer tobben en martelen worden. Maar met die houding kon ik dit traject niet in, dat was de energetische goden verzoeken. Bluffen, ik moest bluffen. Laten zien dat ik nergens bang voor was, en trouwens ook niet van gisteren. Hopsakee, dat werd gewoon meteen patsboem de meest geavanceerde smartphone, die uit de laatste James Bondfilm. Achtenvijftig miljoen verschillende functies, en reken maar dat ik niet zou toestaan dat er één zou tegenspartelen. Ik haalde het ding uit de verpakking en keek er lange tijd naar. “Weet jij waarvoor dit rondje is?” vroeg ik aan mijn geliefde. Ook hij bestudeerde het toestel zorgvuldig. “In jouw geval,” zei hij ten slotte, “zal het wel een aansteker zijn.” Handig, dacht ik blij. Maar u raadt het al: die aansteker heb ik nooit aan de praat gekregen.
Deze column verscheen eerder in Zin 2- 2014
Foto: Merlijn Doomernik