BELEEF DE TIJD VAN JE LEVEN
Wat te doen in Lissabon

Wat te doen in Lissabon

Het zout en het zoet

Wat te doen in Lissabon? Compact, levendig, rijk aan historie, maar Lissabon is ook de stad van dichter Pessoa, geweldige visrestaurants, zoete pastéis de nata en doorkijkjes naar de Taag. José Osorio Lobato (1949) gidst je gretig van het zout naar het zoet.

Flaneren

Avenida da Liberdade is een bomenrijke avenue met chique winkels. Daar staat ook het Heritage Hotel, een historisch gebouw met wedgwoodblauwe gevel. José Osorio Lobato, geboren en getogen in Lissabon, is gefascineerd door de geschiedenis van de Portugese hoofdstad: “Dit hotelgebouw maakte eind 19de eeuw deel uit van het stadspaleis van een rijke familie. De Avenida de Liberdade markeerde de stadsgrens en was een laan voor welgestelden om langs te flaneren. Daarbuiten lagen landerijen, was alleen natuur. Ooit stroomde hier een zijtak van de Taag. In de 14de eeuw werd dat zijriviertje gedempt.”

Likeuren

In een parallelstraat bevindt zich Solar dos Presuntos, een uitstekend restaurant waarvan de gevel met geglazuurde tegeltjes – azulejos – is bedekt. “De Portugezen hebben de kunst afgekeken van de Moren én van de Nederlanders,” vertelt José. “Die op hun beurt hun Delftsblauw weer van de Aziaten hebben.” We gaan langs bij Josés favoriete kersenlikeuradres: Ginjinha Sem Rival. Kersenlikeur is een populaire versnapering in Lissabon. Het petieterige winkeltje produceert een eigen variant. Na een vluchtige proeverij lopen we naar het Pedro IV-plein, Rossio in de volksmond. Hier staat een voornaam standbeeld van de Portugese koning Pedro IV, die naar Brazilië uitweek toen Napoleon arriveerde. Het immense plein lijkt te golven onder onze voeten door het patroon van zwart-witte stenen.

 

Visjes

Aan een naburig plein staat de Dominicanenkerk uit 1241. De kerk is gerenoveerd en er zijn moderne elementen aan toegevoegd. “Qua stijl doet ze me denken aan de renovatie van het Théâtre Municipal in Belfort (1980-83), door Jean Nouvel in zijn beginperiode!” zegt José, architect van beroep. We nemen een kijkje bij viswinkel Bacalhoaria Silva waar de gedroogde en gezouten vissen wapperend in het open raam hangen. Het is bacalhau, stokvis.

 

 

Zoete custardtaartjes

We strijken neer bij Confeitaria Nacional voor een kop koffie met pastéis de nata, de fameuze warme custardtaartjes uit Lissabon. “Van het zout naar het zoet,” lacht José. Hij vertelt dat hij als kind al in deze patisserie kwam en dol was op alle lekkernijen. “Elk jaar wordt hier een wedstrijd georganiseerd: wie maakt de beste pastéis de nata? Dit jaar heeft een pastelaria in de wijk Benfica gewonnen.” Zijn persoonlijke nummer 1-adres voor de custardpastei is Manteigaria bij het Luís de Camões-plein, op de grens met de wijk Bairro Alto. Een ander geliefd adres van José zit in de Rua do Carmo: Luvaria Ulisses, een handschoenenwinkel. José: “Portugese vrouwen dragen handschoenen omdat ze dat stijlvol vinden, niet tegen de kou. Zelf draag ik ze tijdens het autorijden.”

Boeken

Een van de landmarks in Lissabon is de ijzeren lift Santa Justa, ontworpen in de stijl van Gustave Eiffel, die de beneden- en bovenstad verbindt. Vanaf het Carmoplein in de bovenstad kijken we naar de straten en pleinen beneden ons. Volgens José kun je goed zien dat er ooit een rivierbedding lag tussen hoge oevers. Nu zijn die volgebouwd. In 1755 werd Lissabon getroffen door een aardbeving. Kloosterkerk Carmo is de enige ruïne die daaraan herinnert. Daarin is nu het archeologisch museum. We dalen  af en gaan naar de straat waar José is opgegroeid, de Rua Anchieta. De zaterdagse boekenmarkt is in volle gang.

Shawls & tandpasta

Wij bellen aan bij Josés ouderlijk huis op nummer 13, dat momenteel tot boetiekhotel wordt verbouwd. Een bouwvakker laat ons binnen. Hier heeft José de eerste twintig jaar van zijn leven doorgebracht en hij is er in geen jaren geweest. “Het huis bevond zich boven een schoenmakerij. Ik woonde er met mijn ouders, grootouders en twee dienstmeisjes.” We lopen door lege, kale ruimtes maar voor José een feest der herkenning. “Hier was mijn slaapkamer en dit was de keuken!” Naast het huis was een hoedenmaker gevestigd en verderop een drogist die nu heeft plaatsgemaakt voor A Vida Portuguesa, een winkel met producten als zeep en tandpasta van nostalgische labels. In dezelfde buurt bezoeken we wolwinkel Loja da Burel (Rua Serpa Pinto 15B). Hier vind je handgemaakte dekens en shawls van schapenwol van fraaie kwaliteit in dito dessins.

Hip

We lunchen bij Pão de Canela aan Praça das Flores, een plein buiten de toeristische route. Het is zo’n adres waar voornamelijk locals komen. Het eten is goed, de salade met kip en mango zelfs voortreffelijk, en we zitten er heerlijk rustig op een schaduwrijk terras. Aan de andere kant van het plein zie je LLoja das Conservas liggen, een winkeltje met vis-in-blik. Via de steile Rua de São Marçal lopen we richting botanische tuinen. “Ze vormen een geweldige stilteplek in de stad,” zegt José. In de buurt rondom de tuinen steken veel conceptstores de kop op. José neemt altijd graag een kijkje bij lampenwinkel Light & Store. “Grappige winkel.” In het nabijgelegen park Principe Real kun je prima picknicken tussen de metersdikke ficussen of op een bankje zitten onder de imposante cederboom met bladerdak van maar liefst twintig meter doorsnede.

 

Pittoresk

Ondertussen zijn we zijn niet ver verwijderd van een van de meest pittoreske buurten van Lissabon: de Bairro Alto. José: “Dit was vroeger de zeeliedenbuurt, waar drankmisbruik en prostitutie hoogtij vierden. Tegenwoordig is het dé wijk om in oude straatjes voor weinig bijzonder goed te eten in typisch Portugese restaurantjes.” We gaan langs bij Atelier Teresa Lacerda (Rua da Rosa 162A). Teresa is een bekende van José. Een bereisde dame die in haar winkel een imposante verzameling etnische voorwerpen heeft uitgestald. José lacht: “Ik kom hier graag ‘de etalage likken’, zoals de Fransen dat zo mooi zeggen!”

Wijn, wijn

Hip and happening is Time Out Mercado da Ribeira (Avda. 24 de Julho 49). José: “In deze overdekte markthal kun je werkelijk de hele dag door eten. Aan lange tafels, eenvoudig of juist op hoog niveau. Haute cuisine is booming in Lissabon en hoeft helemaal niet duur te zijn.” José heeft voor de gelegenheid een jeugdvriend uitgenodigd: professor en wijnmaker Virgílio Loureiro. Bij een van de kramen zijn een aantal wijnen te koop die Virgílio heeft geproduceerd. We proeven een witte variant van de Portugese druif Fonte Cal en zijn aangenaam verrast. “De wijnen zijn een uit de hand gelopen hobby,” gniffelt de professor bescheiden. Hij exporteert zelfs flessen naar New York.

En nog eens wijn

Meteen daarop springen we in de oude Mercedes van Virgílio en rijden we naar de LX Factory, ergens halverwege de historische binnenstad en museumwijk Belém. In de leegstaande fabriekshallen schieten hippe winkels, bars en restaurants uit de grond. Een zo’n restaurant is Rio Maravilha, met fraai uitzicht over de Taag met haar rode hangbrug. Achteroverleunend vraagt José: “Wisten jullie dat de brug een exacte kopie is van de Golden Gate-brug in San Francisco?” Nee, geen idee. Ons diner wordt voorafgegaan door Açorda de sapateira, een tapenade van brood, olijfolie, knoflook en koriander en krab. Daarna volgt het ene na het andere smakelijke vleesgerecht. We bestellen er een Doc Douro Mau Feitio bij, een geweldige rode wijn – natuurlijk van Virgílio. José heft het glas: “Op een mooie avond!”

Tips

  1. Hotel Bairro Alto: “Ga bij dit hotel aan het Praça Luís de Camões, een schitterend plein, wat drinken op het panoramaterras en geniet van het uitzicht.”
  2. Fado O Faia: “Voor een avond fadomuziek buiten het toeristische circuit om, is deze bar in Bairro Alto echt een aanrader.”
  3. Café Velocité: “In Lissabon wordt hard gewerkt aan extra fietspaden. Doel is de stad nog dit jaar meer autoluw te maken. Bij dit fietscafé kun je koffiedrinken maar ook fietsen kopen, huren en laten repareren. Coffee & bikes dus!”
  4. Lekkernij Pastéis de nata: “Mijn favoriete adres is Manteigaria aan de Rua do Loreto 2. Telkens als weer een verse lading warme custardpasteitjes uit de oven komt, klingelt er een belletje. Je bestrooit ze met kaneel.
  5. Restaurant Belcanto: “Dit restaurant staat echt aan de top. Het is van chef José Avillez en heeft twee Michelinsterren. Ligt vlak bij het nationale theater en het geboortehuis van dichter Fernando Pessoa.”

Meer steden bezoeken met Zin, klik dan op Reizen! Meer lezen in Zin?

Tekst Harmke Kraak, beeld Denise Keus