In 1969, op 10-jarige leeftijd, verscheen de Zweedse Inger Nilsson voor het eerst op televisie als Pippi Langkous. Ze was in één klap wereldberoemd. Ze wordt nog dagelijks herkend in de straten van Stockholm. Met Zin deelt ze bij hoge uitzondering haar favoriete plekjes in de Zweedse hoofdstad. Wat te doen in Stockholm?
Astrid Lindgren
De guitige open blik, de twinkelende blauwe ogen en de trek om haar mond als ze lacht; zelfs zonder rode vlechten én bijna een halve eeuw later kan het niet missen: daar staat Pippi Langkous, jeugdheldin van velen. We zijn in hartje Stockholm, waar we bij Odenplan met haar hebben afgesproken. Dat wil zeggen, niet met Pippi, maar met Inger Nilsson, de actrice die zich in haar rol onsterfelijk maakte. Tegenover het metrostation gaan we Joe & the Juice binnen, een hip koffie- en lunchtentje waar Nilsson geregeld komt.
Het is ‘stom toeval’, zegt ze, dat we ons letterlijk om de hoek bevinden van het appartement waar Pippi’s schepper, Astrid Lindgren, meer dan zestig jaar lang woonde, tot haar overlijden in 2002. Inger: “Ik kwam af en toe op de koffie bij Astrid, de laatste tijd lag ze geregeld in het ziekenhuis. Dan hadden we het over koetjes en kalfjes. Ze keek vanuit haar woning op één hoog uit over het Vasapark, een sfeervol park met rotspartijen, terrasjes en een speeltuin. Daar wandelde ze decennialang elke week, eerst met haar kinderen en daarna met haar vriendinnen. Het is absoluut een van de meest bijzondere parken in Stockholm.”
Het interieur van Lindgrens huis is nog volledig intact en sinds kort worden er af en toe rondleidingen gegeven aan belangstellenden. “Van haar bed en kasten, tafels en stoelen, tot het kruidenrekje aan toe, de familie van Astrid heeft alles de afgelopen jaren onaangeroerd gelaten. De allereerste Pippiverhaaltjes die Lindgren tijdens de Tweede Wereldoorlog voor haar dochter Karen schreef, hangen in haar werkkamer ingelijst aan de muur. Op deze bijzondere plek kom je als bezoeker heel dicht bij het privéleven van de legendarische schrijfster.”
Geen rood haar
Inger werd eind jaren 60 als klein meisje tijdens audities uit maar liefst 8000 Zweedse kinderen gekozen als ideale tv-Pippi. De boeken over de avonturen met buurkinderen Tommy en Annika in Villa Kakelbont en in Taka-Tuka-land waren toen al jarenlang mateloos populair. Inger: ”Ik weet niet precies waarom ik eruit werd gepikt. Misschien speelde mijn onbevangenheid een rol. In elk geval was het niet zo dat ik zoveel leek op de Pippi uit de verhalen. Ik kom uit een beschermde omgeving en groeide met mijn ouders en broers op, een paar honderd kilometer ten zuiden van Stockholm. Ik had ook geen rood haar. De vlechten droeg ik alleen tijdens opnames. Wat ik me daarvan herinner? Ik was een kind, dus had vooral veel lol als de camera’s niet liepen. Het draaien van de scènes voelde eigenlijk vooral als werk.”
De periode van drie jaar waarin de tv-series en -films van Pippi Langkous werden opgenomen hebben desondanks Ingers leven bepaald. Inger: “Zet waar ter wereld dan ook de tv aan en ergens komt Pippi wel voorbij. Moet je nagaan, vijftig jaar na dato.” Van Swiebertje mag ze dan nooit hebben gehoord, het Swiebertje-efféct herkent Pippi maar al te goed. Inger: “Ik doe niets liever dan door Stockholm wandelen. Maar waar ik ook kom, er zijn altijd wel mensen die ‘Pippi’ naar me roepen of met me op de foto willen. Ik kan je vertellen dat ik daar lang niet altijd zin in heb. Pippi vormt een onderdeel uit mijn vroege leven, maar ik heb daarna heus niet stilgezeten. Ik heb in theaterstukken en films gespeeld en was een paar jaar geleden nog een forensisch onderzoeker in de Duitse krimi Der Kommissar und das Meer. Maar voor de meesten blijf ik Pippi, of ik het nu leuk vind of niet.”
Dol op Stockholm
Ondanks de wereldfaam die ze verwierf, verdiende ze amper aan haar rol en omdat het acteerwerk ook daarna onvoldoende opleverde, heeft ze jarenlang als secretaresse gewerkt. “Maar ik ben niet verbitterd, het gaat heel goed met me.” Inger woont inmiddels dertig jaar in Stockholm en is dol op de stad. “Als meisje dat op het platteland is opgegroeid vind ik Stockholm fascinerend. Ik kan maar niet wennen aan de efficiëntie van de metro, waarmee ik in een recordtempo van de ene aan de andere kant van de stad ben. Heel indrukwekkend. Maar als ik geen haast heb, loop ik het liefst rond.
Stockholm is door de eeuwen heen gebouwd op verschillende eilanden die onderling door bruggen met elkaar zijn verbonden, en elke wijk heeft een eigen karakter. Het zijn eigenlijk verschillende steden binnen een stad. In Gamla Stan (letterlijk ‘oude stad’) waan je je in de smalle straatjes en rond het koninklijk slot in de Middeleeuwen en langs de boulevard Strandvägen met haar statige panden lijkt het erg op Parijs. We boffen dat Stockholm nooit is gebombardeerd waardoor er bijna geen lelijke plekken zijn te vinden.”
ABBA
Inger staat als verpersoonlijking van Pippi Langkous hoog in het lijstje van Zweedse iconen, net als Astrid Lindgren. Maar wie Zweden zegt, denkt doorgaans ook meteen aan de beroemdste popgroep die het land voortbracht: ABBA. Tweehonderd miljoen platen verkochten Agnetha, Björn, Benny en Anni-Frid (hun beginletters vormen de bandnaam) wereldwijd en dat heeft hen geen windeieren gelegd. Sinds vier jaar heeft Stockholm zelfs haar eigen ABBA-museum. Inger: “Als ik bezoekers een tip moet geven, dan is dit de eerste die in me opkomt. Ik moet toegeven dat ik er zelf nog niet ben geweest, maar het is uniek in de wereld en ik hoor van iedereen dat het heel mooi is opgezet. Ik heb overigens al wél kaartjes voor Mamma Mia the party, een dinershow met de grootste ABBA-hits in Stockholms pretpark Gröna Lund. Ik kijk er naar uit!”
Duizenden eilandjes
Niet alleen de stad zelf, ook de ligging van Stockholm is uniek, vertelt Inger. “’s Zomers stap ik in het centrum altijd op een boot en bevind me dan binnen een half uur tussen duizenden eilandjes, waarvan vele onbewoond. De archipel is misschien wel het best bewaarde geheim van Stockholm. Het is er heerlijk uitwaaien. Astrid Lindgren deed dat ook graag, ze had er zelfs een zomerhuis, op Furusund. Op sommige eilanden staan hotels al vind ik het zelf fijner een huisje te huren. Het koninklijk paleis Drottningholm staat op het eilandje Lovön en Birka is beroemd vanwege de spectaculaire opgravingen uit de Vikingtijd. Maar ook de eilandjes waar niets te doen is, hebben een eigen charme. Je wordt dan niet afgeleid en kunt rustig een boek lezen.”
Oase in de stad
“Ik hoef nooit meer weg uit Stockholm,” zegt Inger “er zijn zoveel mogelijkheden. Ik vind niets plezieriger dan vanuit het drukke centrum al wandelend de rust van openluchtmuseum Skansen in te duiken. Ik kom tussen de historische boerderijen en de eeuwenoude bomen met een fantastisch uitzicht over de stad helemaal tot mezelf. Mijn favoriete grátis toegankelijke park is Kungsträdgården. Een oase midden in de drukte van de stad. Zeshonderd jaar geleden was dit de enorme moestuin van de koninklijke familie en nu wordt het wel de woonkamer van Stockholm genoemd. Het is er lekker slenteren, hangen, zitten, met vaak live muziek en in de winter een ijsbaan.”
Van Emiel tot Ronja
Behalve de merchandise in sommige souvenirwinkels, is de enige plek in Stockholm waar Pippi wordt geëerd Junibacken. De smaakvolle kinderattractie rijdt bezoekers per minitreintje langs en over maquettes van bekende scènes uit Astrid Lindgrenboeken, van Emiel van de Hazelhoeve en de Gebroeders Leeuwenhart tot Ronja de Roversdochter. Kinderen spelen na de magische rit in en om het levensgroot nagebouwde huis van Pippi, Villa Kakelbont. Inger sprak geregeld in Junibacken af met tv-ploegen die haar wilden interviewen. “Maar dat doe ik niet meer, want anders gaat het alleen maar wéér daarover.” Tja. Inger lacht. “Je ziet het, ik lijd duidelijk aan het Pippi-syndroom. Ook al ben ik straks 80, ik zal altijd die kleine donder blijven. Maar ik hou wel van haar hoor.”
Magische afsluiting
De eindeloze midzomeravonden brengen de Stockholmers graag buiten door, bij voorkeur op een leuk terras. De mooiste en gezelligste, én favoriet van Inger, liggen tegenover elkaar in en aan het water naast de brug naar Djurgården en heten respectievelijk Strandbryggan en Sjöcafeet. Fine dining onder het genot van een cocktail en met live dj’s tot na middernacht dansend onder de ondergaande zon; een magischer afsluiting van een intensieve dag in Stockholm is er niet.
Djurgården
Het voormalige jachtgebied van de Zweedse royals is tegenwoordig thuisbasis van talloze attracties, waaronder musea, pretpark Tivoli Gröna Lund en wandelgebieden. Openluchtmuseum Skansen is een favoriet van Inger Nilsson. Een historische schat van een geheel andere orde is te vinden in het Vasa-museum, een gebouw dat speciaal werd gebouwd rond ‘s werelds enige oorlogsschip uit de zeventiende eeuw, dat vrijwel in z’n geheel is teruggevonden in de haven van Stockholm. Het indrukwekkende gevaarte van 52 meter hoog en 69 meter lang is van alle kanten van dichtbij te bekijken.
Tekst: Imco Lanting